dinsdag 30 november 2010

Poëziebreak

Om even wat te ontspannen, pak ik er wat gedichten bij die ik gisteren heb uitgeprint. Ik lees ze, niet hardop. Waar ik me bevind zou ik niet willen opvallen (voor zover ik dat nog niet doe, aangezien mijn muziek best hard staat. Maar ach, Hendrix klinkt hard veel beter). Dus ik lees ze. In mijn hoofd hoor de regels door mij uitgesproken. Wellicht dat ik nog iets voorbereid voor morgenavond. Er staat een poëtisch avondje op het programma. Met de tijd waarin ik niets te doen heb, zou het me moeten lukken om in ieder geval één gedicht in mijn kop te krijgen. Ik denk er al de hele dag aan, om heel eerlijk te zijn:

'Naar een sigaret, ik verlang
Alsof ik mezelf ga verhangen,
Laten stikken, doden met rook
Door vuur achter de wangen.'


Om maar iets te noemen. Met het begin van mijn gedicht dat ik schreef naar het gelijknamige gedicht van Rutger Kopland 'Over het verlangen naar een sigaret'. Eveneens uit de gelijknamige bundel. Die ga ik thuis nog eens openslaan, heb ik zo het idee. Maar dat ene gedicht moet me in ieder geval lukken. Het is immers een oud gedicht (lees: 24 juli 2009). En niet zo lang.

Afgezien van het lezen zou ik het wel eens voor willen dragen en zien hoe mensen erop reageren. Aanvankelijk wilde ik eigenlijk een ander gedicht doen over een oude man, maar dat kan ik nergens vinden. Alhoewel, ik heb nog een plek niet onderzocht.

In ieder geval, zie ik wel hoever ik kom. Kan ik er een instuderen is dat in principe al voldoende. Maar een extra is nooit weg. We zullen zien, morgen. Anders wordt het sowieso genieten. Cultuursnuiven, dat is wat we willen!

M.S.

zaterdag 27 november 2010

Nachtinspiratiesnuiven

Terwijl de sterrenhemel op mijn dakraam klopt, lees ik het antwoord van Ernst-Jan Pfauth/nrcnext.nl op de vraag: 'Is bloggen passé?'. Het antwoord is 'Nee.' Vooral het argument dat 'Bloggen in het DNA van het internet zit' staat als een huis. En inderdaad: veel bloggers gebruiken Twitter als tool om lezers naar hun blogs te lokken/redirecten. Ik doe het om heel eerlijk te zijn ook. Dus als je dit leest, is de kans groot dat je hier via Twitter bent beland. Of Hyves. Facebook. Of iets anders.

Hoe dan ook, feit blijft dat de sterrenhemel op mijn dakraam (lees: boven mijn hoofd) klopt of ik ook buiten kom spelen. Ik hoop dat deze avond/nacht mijn voorgevoel bevestigd: de inspiratie ligt op straat vanavond. Wanneer ik over enkele minuten mijn deur uitloop, zal ik diep inhaleren. Het leven op te snuiven alsof ik een luchtverslaafde ben. In het geval dat nog niet zo was, want ik heb die O2 toch echt nodig om te overleven. Dat en die drie politiebusjes aan het eind van de straat, die zouden nog wel eens van pas kunnen komen. Het doel is om uiteindelijk weer achter deze laptop te belanden en een aantal zinnen neer te pennen. Is dat niet het geval, dan.. Dan weet ik het ook niet. Dan wordt het een andere keer.

Mijn blik gaat op oneindig. Mijn gedachten staan open en het Shaft-thema klinkt in mijn hoofd. Nu het verhaal dat zich voordoet nog. De verhalen die verteld worden. De mensen die ik zal ontmoeten. Ongetwijfeld.

M.S.

woensdag 24 november 2010

Soundtrack

Op het einde van zijn blog op 19 november jl. schreef Ernst-Jan Pfauth de volgende vraag uit: ‘Waar schrijf jij het liefst?’ Waarop mijn antwoord hetzelfde is als mijn huidige locatie: café Rotown in Rotterdam, Nieuwe Binnenweg. Ik zou bijna kunnen zeggen ‘Duh’, maar dat doe ik niet. Want niet elke Rotterdamse schrijver of schrijfster zit hier achter een laptop te typen. Ik weet ook vrijwel zeker dat Jules Deelder eerder in café Ari gaat zitten, voor hem twee deuren verder. Ik denk dat Hugo Borst het Westerpaviljoen of Hotel New York een mooiere, meer inspirerende locatie zou vinden. Ernest van der Kwast vlucht zelfs naar Italië. Maar ik zit het liefst hier, en dat zonder een boek gepubliceerd te hebben. Maar dat is een ander verhaal.

Om terug te komen op Pfauth: in zijn volgende blog geeft hij een impressie over zijn idee voor een ‘film over journalistiek’. Een geweldig idee en ik denk dat daar wel veel mensen voor te porren zijn. Enige inspiratiebron is wellicht een van de laatste films van Russell Crowe: State of Play (2009). Daarin speelt hij een onderzoeksjournalist die een moord op de minnares van een congreslid onderzoekt. Maar mijn vraag is dan: ‘Wat wordt de soundtrack?’ Eigenlijk bedoel ik te zeggen, dat de muziek bij een film over journalistiek ook niet mag onderbreken.

Hetzelfde geldt voor het schrijven van deze blog. Daarbij nog veel meer momenten in ons leven. Op het moment van schrijven bevind ik me in de wereld van Room For Squares van John Mayer, die ik tien minuten geleden in een grote mediawinkel vond voor een prikkie. Het enige album van hem wat ik nog niet heb – buiten zijn liveregistraties en John Mayer Trio om. Haal ik mijn oordopjes uit mijn oren, hoor ik iets heel anders. Moderne hiphopfunk, of zoiets. Geen idee wat het is. Maar mijn punt is: zelfs een simpel moment als een drankje doen in een café heeft een soundtrack. De commercials op tv hebben vaak zelfs speciaal voor die commercial gecomponeerde muziek. Op onze huwelijksdag is er dat ene nummer waarop je voor het eerst met je bruid of bruidegom een dansje waagt. Als we sterven hebben wij of onze nabestaanden een top drie uitgezocht. Die moet wel passen bij je ceremonie én persoonlijkheid. Kortom: de soundtrack is eigenlijk niet meer weg te denken uit ons leven en zeg ik mijn lidmaatschap op de ‘Music is the Soundtrack of my life’-Hyve nog lang niet op.

Het is zelfs zo erg dat ik de soundtrack van morgenavond ook al weet. Deze wordt (wederom in Rotown) verzorgd door de heren van Mamas Gun. Een stel Britse gasten, wiens poster bij de ingang hangt. Toen ik het afgelopen weekend eens ging luisteren wat zij dan voor muziek maken – ze worden aangekondigd als een mix tussen Jamiroquai, Graffiti6 en Ryan Shaw – viel mijn mond open van verbazing. Eerst vermoedde ik dat het een Strange Fruit-idee was, maar hetgeen is minder waar. Rotown heeft een heuse Funksoulbrotherband binnen gehaald. Uiteraard is het niet zoals vroeger, maar wel het beste van wat ik tot nu toe gehoord heb. De heren hebben energie, melodieuze klanken, strakke nummers en (hopelijk) ook nog een leuke cover uit de good ol’ days om het publiek te pleasen.



Maar dat is morgen pas. Voorlopig zit ik hier met een ‘Love song for no one’. Dat je het even weet. Niets liefde, geld of roem. Soundtracks. Beleven van muziek. Zelfs dat is literair verantwoord. Pak ‘Komt een vrouw bij de dokter’ maar weer uit je boekenkast. Wat staat er boven elk hoofdstuk? Ik bedoel maar.


M.S.

maandag 15 november 2010

Barbitchen [4]

Een glas uit de fles met het etiket 'Cockburns' blijkt goedkoper dan ik dacht. Smaakt wel goed, deze rode port. Burn, baby, burn! Tara Reid - met wat hulp van Google - blijkt een lipbijter. Ze heeft zin. In die bal die haar van drank en 'grappen' voorziet, of iets of iemand anders. Of het is de rode port, of ze begluurt me. Ik voel ogen branden, en verder zie ik zo snel niemand kijken. Fuck. Moet ik weg? Nah. daar is de port te vers voor. En te goedkoop. En de Dj gaat opeens van drum 'n bass terug naar hiphop. Eikel. Die gaat ervan langs krijgen. Let maar op.

Kwart over elf. Tyfus. En nog geen enkele soulklassieker gehoord. Zelfs geen Jackson 5 noch The Bee Gees. Ik vrees dat de Dj de flyer ook nu pas goed ziet. Hier nog een. Lekker portje dit. Onthouden voor als er iemand jarig is. Of even tippen aan Tara hier. Kan ze vast waarderen. Misschien een beetje te veel en zit ik opeens in een trio verstrikt. HA! Had ik je even beet, want dat zit er niet in. No way, José. Zelfs niet als die zakkenwasser van een discjockey opeens wél Barry White gaat draaien.

Tara gooit haar nek en de nagel tussen de tanden in de strijd. Bal gaat K.O. Zenuwen, gegiechel, vroege nadorst, erectie. Ik zie Tara denken: 'I got you now, motherfucker!' Dus toch de bal. Jammer, Tara. Jammer.
'Dude, wil je even op mijn jas letten?'
'Ja, tuurlijk. Geen probleem.'
En dan een hot pursuit naar de wc. Tara frist zich op. Zwarte suède laarzen. Zwarte panty met streep vanachter. Panterrokje. Zwart schouderstopje. Hoeveel per uur, is mijn eerste indruk. Maar ik lach vriendelijk en laat haar passeren. Bij terugkomst begint het spel opnieuw. Rustig blijven. Port opdrinken en dan wegwezen. Andere tent, nog anderhalf uur. Dan naar huis. Misschien is die ene Dj van vorige week nog in de Iez. Die draaide zo lekker, heel veel soul en funk. Een laatste drankje aldaar en dan naar huis. Mijn batterij is de beste raadgever. Op is op. Poppetje gezien, kastje dicht. Et cetera. Wat een kloteavond was dit eigenlijk. Afijn. Wie loopt er zojuist de deur uit met zijn eergevoel intact? Juist. Ondergetekende.

M.S.

zondag 14 november 2010

Barbitchen [3]

Betty Boop blijkt bij nader inzien (lees: twee bier verder) geen Betty Boop. Ze doet me wel denken aan een slap aftreksel van dichteres Ellen Deckwitz. De broeder naast me bestelt onverstaanbaar een dubbele cognac, zonder geld. Pas nu hoor ik dat Betty Nep-Boop een schel, nasaal stemgeluid heeft. En opeens vliegt de deur open, en daar staat Wonder Woman Deckwitz in de deuropening. Met haar zwoele stemgeluid dicht ze Ugly Betty onder de bar, schopt haar nog wat na en tapt me dan nog maar een biertje onder het motto: 'Als je terugdicht, zijn niet alleen al je drankjes gratis maar ga ik ook nog eens met je naar bed. Of jij met mij. Het is aan jou.'

Juist. In plaats van dit tafereel - zonder (literaire) toestemming van Ellen - zit ik inmiddels ook aan de bar. Met bier. Sigaretten. En weer dat onverwarmde cognacglas naast me van de broeder. Fail! Zelfde drankje, andere broeder. Alleen wil deze bier. En heeft een ander kapsel. Tatoeage in de nek. Zwarte jas, in plaats van een rode. Niet zo'n rode als 'My Chemical Redhead' die net binnenkwam met 'The Bearded One'. Maar dit is geen Sin City noch Photoshop. Dit is Rotterdam. Op een vrijdagavond. Zo een uit de boekjes. Zoals John Doe. Maar dan zonder blues. Of Barry White. Slechts Hertog Jan.

M.S.

Barbitchen [2]

Het pornogehalte schiet omhoog. Naast me is nu een enigszins lange, sensueel rokende blondine komen zitten. Helaas plakt er ook een gladde, ietwat sukkelige bal aan vast, dus ik laat het even hierbij voor hij mijn scherm leest op mijn telefoon en gaat zeuren. De wetten van Voyeurisme blijken genadeloos, maar gelukkig is er een spiegel achter de bar. Dat biedt mij de kans om de lichaamstaal te bestuderen.

Voorafgaand ziet het eruit als een date, waarbij vooral hij indruk wil maken. zij beperkt zich tot het sensueel roken, de haarlok, haar bier. Af en toe lachte ze om zijn verhaal, maar zit vooral mooi te zijn. Wellicht wacht ze op iets beters. Of is het al een stelletje en spelen ze een rollenspel. Dat zij veroverd moet worden door hem, of zoiets clichématigs. Ze heeft er in ieder geval de 'smokey eyes' voor uit de kast getrokken. Och, arme. Bal heeft geen schijn van kans. Hij kan zich beter richten op de barbitch met de tribal tussen haar schouderbladen. Zij wil immers ook aandacht. Van jou of van mij, dat maakt haar niet uit. Als ze maar aanbeden wordt. Maar ze mist de 'smokey eyes' en dat korset alleen gaat niet voldoende zijn vanavond.

M.S.

Barbitchen [1]

Al onderweg naar de crime scene in de regen springt er een kleine, donkere man voor mijn voeten. Het regent, ik wil drank. Dus ik besluit hem te negeren. Hij wil waarschijnlijk een peuk. Pech, dit is niet je avond broeder.

Bij binnenkomst zit er aan de bar: oud, mooiboy 1 en 2, ouder stel en 'Bone, Thugs N Harmony'. Achter de bar: Betty Boop in corset. Opsteker. Dj van de avond: BZN. Oftwel: Bekende Zonder Naam. Maar hij draait op het moment rustige r&b, hiphop en neosoul, dus het kan ermee door. Ik hoopte eigenlijk dat mijn entree gepaard zou gaan met het 'Shaft' thema. Helaas. En die blanke knakker die voor de dj-booth een poging doet te 'dansen' op 'straat'niveau maakt alles er ook niet beter op. Gelukkig is er bier. Betty Boop. Sigaretten. Goede muziek. Laten we afwachten.

M.S.

donderdag 11 november 2010

Schrijfontbijt

Vlak voordat ik de deur uitga op zoek naar een goede kop koffie in het centrum van Rotterdam, lees ik nog even het hoofdstuk door waar ik mij zo op ga storten. Daarin komt opeens een personage voor dat 'de schrijver' moet zijn, die het verhaal van commentaar voorziet. Zoals Mulisch het ook ooit zo mooi deed in zijn 'Twee Vrouwen'. Maar slechts door te scannen zie ik al dat dit falikant mislukt is het hoofdstuk flink op de schop moet. En dat het geen klein hoofdstuk is. Maar ach, alle laatste loodjes wegen het zwaarst.

Toch heb ik er zin in om ergens te gaan zitten schrijven. Lezen en weer schrijven. Onder het genot van een goede kop koffie. Stiekem het meisje van de bediening begluren. Blind worden van de letters. Tussendoor een sigaret gaan roken en nadenken terwijl het verkeer buiten voorbij raast. Denkend aan een nieuwe naam voor 'de schrijver' in mijn verhaal. Iets met een 'R', maar Remy heb ik al gebruikt. Wellicht dat ik een ingeving krijg onderweg naar de Plaats Geschrift. We zullen zien.

M.S.

woensdag 10 november 2010

Herschrijven

Met een biertje achter mijn laptop, een zeer penetrante 'natte hond'-geur in mijn neus en mijn gedachten ergens anders, bevind ik me zoals vaker het geval is in Rotown. De plek waar ik ooit als zeventienjarige kneus ging zitten schrijven aan mijn eerste boek. Met dat boek zou ik in een jaar Nederland veroveren en mijn naam vestigen tussen Mulisch, Wolkers, Giphart en Grunberg. Zij zouden me respecteren om mijn vlammende teksten en in een hele enthousiaste bui zouden zij MIJ om een handtekening vragen. Hetgeen onmogelijk is omdat a) Wolkers en Mulisch er inmiddels niet meer zijn en b) mijn eerste roman na zeven jaar nog steeds niet voltooid is. En ook mijn eerste dichtbundel, waar een oud-docent mij een kwartier geleden nog om vroeg, zit er voorlopig ook niet in. Helaas: mijn jeugdige enthousiasme is na een aantal schrijfwedstrijden en een Poetry Slam-avontuur ingeruild voor het burgerlijke studeren en een toekomst opbouwen.

Tussen de regels door wordt er wel degelijk geschreven. Geen poëzie, dat niet. Maar wel het boek waar ik ooit aan begon, omdat het steeds meer begint te knagen. Vooral omdat 'de toekomst' steeds dichterbij komt. Een diploma, en dan? Werken? Doorstuderen? Schulden opbouwen? Nah. De plannen zitten in mijn hoofd, maar het moet er alleen uit. Gelukkig pak ik op een vrij moment alles wat ik tot nu toe geschreven heb voor dat illustere boek, met die beoogde oh-zo-mooie voorkant, en probeer te schrappen, herschrijven, aan te vullen en te controleren. Iets wat veel werk is, maar ik mocht vorige week het negende hoofdstuk afstrepen. Dat betekent nog vier te gaan, waarvan het laatste hoofdstuk in zijn geheel nog geschreven moet worden.

Dan slaak je een zucht van opluchting, schenk je jezelf een glas rode Martini in en leest: 'X'. En je bladert. Schrikt. Bladert nog meer. Schrikt nog meer. Je bent verder dan je ooit geweest bent met nakijken. Afgezien van het schrijven. Je begint opnieuw, met een hoofdstuk dat je eigenlijk vrij weinig zegt. En waarvan je nu al een belangrijke verandering moet doorvoeren: het hernamen van een personage. Maar daar loop je al vast, dus leg je het weer weg. Ook omdat je best vermoeid bent na al dat herschrijven. Het is weer tijd voor een pauze, zeg je tegen jezelf. En voor je het weet ben je weer een week verder, zonder het ook maar opnieuw opgepakt te hebben. Totdat je de volgende dag vrij blijkt te zijn. Je dus een avond kan lezen en doorschrijven tot en met de volgende dag. Heerlijk. Dus bij deze zijn mijn plannen voor vanavond gewijzigd (mits je met een verdomd goed voorstel komt) en duik ik in de letteren. Gelukkig heb ik mijn zwemdiploma's.

M.S.

Scherp

Soms fiets je 's avonds door je eigen stad en lijkt alles opeens als nieuw, terwijl het er al jaren staat. Je kijkt op naar de sterren, verwondert je over de hoogte van de gebouwen. Je snuift de lucht goed op. Inhaleert grondig, tussen het roken van je sigaret door. Nog voordat de avond begonnen is, ben je leeg. Vrij van spanning, gedachten en verwachtingen. Er kan van alles gebeuren. Jou kan niets gebeuren, want je kan de hele wereld aan.

Je beseft dat je alleenheerschappij slechts tijdelijk is, dus bestel je een espresso. Om wakker te blijven. Scherp te blijven. In afwachting van de rest, de avond. Zal er een mooie vrouw op je pad komen die je probeert te verleiden? Krijg je slaande ruzie? Voer je een epische discussie over het leven? Wie weet.

Scherp, ook zoiets. Soms ben je het, soms ook niet. Zeker met alcohol op wil de werkelijkheid nog wel eens vervagen. Toch doe ik altijd mijn best om de volgende dag alles, of in ieder geval zoveel mogelijk, meegekregen te hebben. Want wat hebben wij anders dan onze herinneringen in dit leven? Weinig tot niets. Dus houd je ogen en oren op scherp.

M.S.

woensdag 3 november 2010

Tijdverspilling

Zojuist kreeg ik een krantje in mijn handen geduwd, van KortingStudenten.nl. Met als ondertitel: 'Kortingen voor studenten bij meer dan 200 bedrijven. Op zich een mooi initiatief, aangezien de gemiddelde studentenportefeuille niet zo dik is als die van een fulltime werknemer. Alleen slaat de verwarring al toe als er op het krantje staat dat het 'een initiatief is van de Hogeschool van Amsterdam. Duale studenten Commerciële Economie zijn verantwoordelijk geweets voor de totstandkoming van de kortingen'. Terwijl de website vermeld: 'Studenten HES-duaal, opleiding Commerciële Economie'. Daar had best even wat overeenstemming over bereikt mogen worden. Leer je dat ook niet, een eenduidige afzender?

Nu ben ik niet per definitie een man van de cijfertjes (mits het aankomt op telefoonnummers, altijd handig), maar het lijkt me handiger om samen met desbetreffende bedrijven een gericht marketingplan op te stellen om de omzet en/of winst te verhogen. Strooien met kortingen is, hoewel het hier gaat om studenten, wel een beetje makkelijk. Daarnaast zat de eerstvolgende prullenbak die ik op mijn weg tegenkwam, al stampvol met die krantjes. En wat er niet in paste, lag ernaast. Oftewel: wellicht een verspilling van papier.
Hier alvast een tip voor je marketingplan: veel kortingen betreffen horecagelegenheden - een hotspot voor studenten. Doe iets met de beleving van die plekken, zet die centraal in plaats van de korting. Waarom moeten studenten juist naar kroeg D in plaats van kroeg A? Dat is wel belangrijke stof om over na te denken, met het oog op meer omzet en/of winst. Back to the drawing board, guys!

M.S.

dinsdag 2 november 2010

Mysterievrouw

Ik heb twee boeken in mijn boekenkast staan van dezelfde vrouwelijke auteur. Elke keer als ik mijn boeken opnieuw rangschik naar auteur, heb ik haar debuut en haar opvolger in mijn handen. Dan lees ik de achterflap, bekijk de auteursfoto en verdrink in haar bruine kijkers. Vervolgens vraag ik me dan af: 'Waar blijft haar nieuwste roman?' Want een one-hit-wonder is desbetreffende Italiaanse schone allang niet meer. Sterker nog: volgens Wikipedia werkt ze tegenwoordig aan haar derde roman 'In the Name of Love'. Maar het enige wat ik zo gauw kan vinden is dat ene zinnetje hierover op Wikipedia.

Acht jaar geleden las ik toevallig een interview met haar in De Volkskrant, over de ophef van haar eerste roman '100 keer een borstel door je haar halen voor je gaat slapen' in Italië. Het boek zou alleen maar over seks gaan en bijna pornografisch zijn. Als zestienjarige puber wil je dat wel eens lezen, dus begon ik een zoektocht naar het boek. Pas anderhalf jaar later vond ik op de Oude Binnenweg het boek. Inmiddels was de opvolger 'Bezoek van de Nachtlibelle' ook al verschenen, dus kocht ik die erbij. En dan begin je te lezen. Over onschuld. SM. Orgies. Oudere, getrouwde mannen. Liefdeloosheid. Geweld. Schaamte, maar ook kracht. Haar tweede roman liet mij als lezer binnen in een wereld van beroemd zijn om je debuut, maar vooral berucht worden door het open en bloot (en eerlijk) vertellen over seksuele escapades. En dat is not done in Italië, maar op mij heeft het wel indruk gemaakt. Het is een van de boeken die zou noemen als je vraagt: 'Welke boeken die je tot nu toe gelezen hebt zou je in je Top 5 van Beste Boeken zetten en waarom?' De debuutroman van de Siciliaanse is er in ieder geval één van. En door het lezen van interviews met haar, blijkt dat zij zelf net zo openhartig is over haar leven dat ze beschrijft in haar boeken, dat voor mij het gerucht dat haar uitgever - oftewel de zoon van en tevens haar huidige minnaar - achter de boeken zou zitten in de prullenbak ligt.

Maar dan nu het mysterie. Want deze vrouw staat inmiddels minder in de schijnwerpers, maar ze lijkt me een ruw diamantje voor de Italiaanse literatuur (en mijn boekenkast). En alhoewel Wikipedia niet altijd even accuraat is, en ook Google wel eens iets over het hoofd ziet (of ik ben zo scheel), hoop ik dat het dit keer wel zo is en er inderdaad een derde roman is. Ook al wordt die zowel op Wikipedia als in verschillende interviews aangekondigd als 'Wordt aan gewerkt'. Tot nu toe lijkt het een zinloze zoektocht naar een boek dat slechts een gerucht is, maar ik heb haar voorgangers ook gevonden. Reden genoeg om vol te houden, tussen neus en lippen door. Want mijn leven gaat ook gewoon door. Mocht ik in datzelfde leven van de een op de andere dag Italiaans kunnen spreken en lezen, zou me dat een hoop schelen. Dan zou ik beginnen met haar blog onderzoeken, op zoek naar sporen van de schrijfster. Zelfs IMDb heeft een pagina aan haar gewijd, na het verschijnen van de film die gebaseerd is op haar debuutroman. De schrijfster zelf heeft afstand gedaan van de film omdat deze nauwelijks raakvlakken heeft met het boek en 'ze mijn naam hebben gebruikt om publiek te trekken'. Tijd voor een nieuw boek, dus. Om je naam voor eens en altijd te vestigen en waar je voor staat te kerven in het literaire landschap. Maar dan moet je boek wel uitgebracht worden, signora. Ik wacht in ieder geval vol spanning af wat het gaat worden, dus ligt de bal nu bij Melissa P.

M.S.

Foto: Melissa Panarello, 21 juni 2008

maandag 1 november 2010

Zuckerbergen

Gisteravond heb ik The Social Network gezien, over de oprichting van Facebook. In een notendop: wel leuk, zeer informatief en niet de hoofdrolspeler (en ook Justin Timberlake niet) maar Andrew Garfield die 'de beste vriend en CFO' van Mark Zuckerberg steelt de show. Dankzij Sean Parker (Timberlake) en de obsessie om Facebook te laten slagen van Mark Zuckerberg (jesse Eisenberg) wordt de CFO van Facebook langzaam maar zeker buitenspel gezet. En de meest menselijke reacties worden neergezet: je voelt je genaaid. Door je beste vriend.

Waar het eigenlijk op neerkomt - en in de film komt Zuckerberg er na een slopende rechtszaak ook achter - is dat het 'leven' van Facebook je echte leven buiten het internet je vele vrienden kan gaan kosten. Want ga eens bij jezelf na: hoeveel van mijn vrienden op Facebook (en andere sociale netwerken) kan ik tot mijn hechte vriendengroep rekenen? Die ik opbel als het niet goed gaat? Of me een hart onder de riem steken? Je ophalen van het vliegveld? Je geld lenen om een project te realiseren, zoals in de film? Zeg nou zelf: dat zijn er bar weinig in verhouding tot je aantal online 'vrienden'.

Begrijp me niet verkeerd: het online netwerken staat me helemaal niet tegen. Integendeel, juist door sociale media kun je jouw eigen netwerk uitbreiden en onderhouden. Maar de afgelopen maanden ben ik zelf veel op Facebook actief geweest en nog meer op Twitter. Met het laatste heb ik veel mensen geïrriteerd door mijn vele updates. Tegelijkertijd heeft het me een aardig beeld opgeleverd wat je met sociale media kan doen, iets wat wel interessant is voor mijn studie Communicatie (en mede dankzij mijn stage bij DIMI, onderdeel van Rotterdam Festivals. Maar meer echte vrienden? Nee. Die vind je toch echt door de kroeg in te duiken en sociaal te zijn. Of tijdens je studie. En zo'n 95% van al mijn updates op Facebook komen via Twitter.

Dit is wat ik ga doen: na het posten van deze blog verwijder ik de link tussen Twitter en Facebook. Alles blijft intact, mits ik later alsnog besluit om Facebook weg te doen zoals ik vorige week eens aankondigde in de kroeg tegen mijn vrienden en duidde op veel weerstand. Afgezien van het feit dat Facebook internationaler is, en er meer mensen op te vinden zijn, vind ik het helemaal niet zoveel beter. Ik bedoel, mijn updates komen van Twitter. Heb ik een lang verhaal te onderbouwen, post ik een blog op Blogger. John Mayer had eigenlijk meer gelijk dan hij zelf doorhad toen hij zijn Twitter-account verwijderde: op veel sociale media (waaronder Twitter en Facebook) wordt weinig substantieels gezegd. Het is eerder een marketingtool geworden, een soort populariteitsmeter. Terwijl je persoonlijkheid er nauwelijks op terug te vinden is. En daarom wil ik meer gaan bloggen, en minder oneliners plaatsen (mits je me volgt op Twitter). In het belang van mijn studie, en waarschijnlijk mijn uiteindelijke beroep is het van belang dat ik in de gaten houdt wat er gebeurt op sociale media. Maar in het belang van mezelf als persoon, is dat ik mijn persoonlijkheid/menselijkheid/vriendschappen/hoejehetnoemenwilt ontwikkel. Daar heb ik een telefoon, een handjevol ontmoetingsplekken en een portemonnee voor.

Kortom: het wordt tijd om tijdig te stoppen met 'Zuckerbergen'. Het 'leven' van sociale media en weer terug te keren naar het echte leven. Want uiteindelijk gebeurt het daar allemaal. En hoewel sommige mensen het graag zouden willen, is dit beeld nog niet het geval. Als je me dus wilt bereiken, kun je me bellen of smsen. Als je wilt weten wat ik OP DIT MOMENT aan het doen ben: lezen, schrijven, iets drinken, tv kijken, muziek luisteren of spelen, chillen, werken, of een combinatie van meerdere opties. Ben je online en wil je socializen: kies je netwerk en dan krijg je binnen vijf werkdagen een reactie terug. Of niet, natuurlijk.

M.S.