Speciaal voor alle mensen die dit jaar 25 jaar zijn geworden. Vooral voor de mensen die het nogal eng vonden om deze leeftijd te bereiken. Mijn visie op deze mijlpaal:
25 jaar
25 jaar later
Sta je in de buurt van de rand
Van het zwembad
Dat ze de
Atlantische Oceaan noemen,
Turend naar je land
Van herkomst.
Je kijkt in
De verte,
Zoekend naar de plek
Waar je geboren bent
En probeert de herinnering
Aan de eerste lichtstralen
Waar je je met dichtgeknepen ogen
In waande,
Uit alle macht te vinden
Voordat ‘ie vervlogen is.
Volgens de verhalen
En het geboortebewijs
Kwam ik op een zaterdagavond
Tot leven-
Springlevend stel ik me voor
Grijpend naar de zonnige lichtbron
En als pasgeboren Icarus
Vlieg je de eerste keer al
Zonder vleugels.
25 jaar later
Vlieg je nog steeds zonder vleugels
Maar zwaarder beladen
Door de jaren levenservaring,
Kennis,
Ontstane vriendschappen
En spontane daden
Die je dromen terugkerend
Met de vuile was doen smelten.
Hoogmoed valt me te zwaar
En de loden schoenen
Achtergelaten op het droge-
Ik probeer mijn Weegschaal
Te balanceren in het midden,
Zodat ik mijn vingers niet verbrand aan
het kwade daglicht dat beschaduwt
Of de tentakels uit de zee
Die me smekend vragen
Mijn zwemkwaliteiten in de strijd
Te gooien
Totdat ik alsnog verzuip.
25 jaar later schuilt
Een ongeluk nog altijd in een hoekje-
Het rechte pad dat je poogt te bewandelen
Kronkelt slangerig,
Ervan overtuigd
Dat je er halverwege toch eens
Vanaf valt.
25 jaar later
Is er nauwelijks iets veranderd
Want alles is nieuw en verrassend
En de babystapjes blijven de beste
Want ze dragenn de samba enkele
Voor het ritme
En kan ik lacherig
Blijven praten over vroeger,
Gisteren voor mijn part.
Ik ben groter,
Ouder,
Milder,
Sterker,
Zachter,
Scherper,
Slimmer,
Misschien zelfs knapper
Dan op mijn geboortedag-
25 jaar later
Ben ik vele malen verder
Dan op 18 oktober
1986.
M.S.
donderdag 10 november 2011
woensdag 9 november 2011
Ode aan de kapsalon
In het kader van het Kapsalon Rotterdam Festival, waarvan de 'Ode aan de kapsalon' gisteravond in BAR werd gehouden, schreef ik mijn ode. Droeg die voor tijdens de avond, waarop veel positieve reacties waren. Bij deze, voor de mensen die er gisteravond niet bij waren.
Ode aan de kapsalon
Als de nacht
Zwetend volbracht is,
Snakt de Rotterdammer
Naar een vette hap
Als beloning-
Knoflookse sletjes en
Sambalse gasten komen samen in
Een polystyrene omgeving
Waar gesmolten Goudse
Nog altijd
Kaas boven baas is.
De gedachten op niks,
Dronken gebral
Over het eerder verrichte
En ondertussen
Een vorkje prikken
In de vleesgeworden
Samenleving, waarin
Blonde frietjes en
Heetgebakerde vleeshompen
Door vet met elkaar verbonden
Zijn- waarin
Zo’n 1800 kilocalorieën
De oestrogenen en testosteron vormen
Die smakken door het gerecht
Vliegen.
Binnen de kunstmatig
Opgetrokken muren van de Rotterdamse
Slappe hap
Ligt een smeltkroes aan
Culturele smaaklagen,
Die dichter bij de bodem
Binnenvetten
Dan de hoogvliegende salade
Kan rijzen
Op zijn Goudse tapijtje.
Als de nacht
Zwetend volbracht is
Weet de Rotterdammer niks
In te brengen tegen de shoarma’s
Van het symbolische bakje
Dat alles kort samenvat
Tot de dikmakende,
Alcoholverslaande doch
Welkome nachtelijke smaakmaker
En trots van
Dronkennachtendonker
Rotterdam.
M.S.
Ode aan de kapsalon
Als de nacht
Zwetend volbracht is,
Snakt de Rotterdammer
Naar een vette hap
Als beloning-
Knoflookse sletjes en
Sambalse gasten komen samen in
Een polystyrene omgeving
Waar gesmolten Goudse
Nog altijd
Kaas boven baas is.
De gedachten op niks,
Dronken gebral
Over het eerder verrichte
En ondertussen
Een vorkje prikken
In de vleesgeworden
Samenleving, waarin
Blonde frietjes en
Heetgebakerde vleeshompen
Door vet met elkaar verbonden
Zijn- waarin
Zo’n 1800 kilocalorieën
De oestrogenen en testosteron vormen
Die smakken door het gerecht
Vliegen.
Binnen de kunstmatig
Opgetrokken muren van de Rotterdamse
Slappe hap
Ligt een smeltkroes aan
Culturele smaaklagen,
Die dichter bij de bodem
Binnenvetten
Dan de hoogvliegende salade
Kan rijzen
Op zijn Goudse tapijtje.
Als de nacht
Zwetend volbracht is
Weet de Rotterdammer niks
In te brengen tegen de shoarma’s
Van het symbolische bakje
Dat alles kort samenvat
Tot de dikmakende,
Alcoholverslaande doch
Welkome nachtelijke smaakmaker
En trots van
Dronkennachtendonker
Rotterdam.
M.S.
Labels:
bar,
festival,
gedicht,
kapsalon,
Miguel Santos,
nieuw,
ode,
poëzie,
Rotterdam,
voordragen
dinsdag 9 augustus 2011
Ballen zonder pegels - deel 22
‘Wat de fuck was dat?’
Nora keek naar de deur, zonder haar dubbelloops van Mickey’s hoofd weg te richten. Blue Eyes durfde simpelweg niet te bewegen met twee vuurklare dames bij hem in de buurt. Ze wilden allebei iets van de barman en het zag ernaar uit dat een van de twee haar zin zou krijgen. Goedschiks of kwaadschiks.
‘Als jij nou eens gaat kijken,’ opperde Sacha.
‘Wat dacht je ervan om zelf te gaan,’ reageerde Nora fel.
‘Niet zo egoïstisch, Noor,’ zei Sacha beledigd, ‘er is beneden iets dat niet pluis is. Jij hebt de meeste vuurkracht van ons tweeën. Ga nou maar.’
Nora keek Sacha boos aan. Toen keek ze kort naar het achterhoofd van de barman dat ze nog steeds onder schot hield. Tenslotte tilde ze haar dubbelloops op en hield het tegen haar schouder.
‘Goed,’ gaf ze toe, ‘maar als ik terugkom buigen we ons over mijn project. Ik heb echt alleen nog een mooi setje ballen nodig voor mijn meesterwerk.’
Sacha grinnikte.
‘Beloofd. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat het zaakje er goed bij zal liggen.’
Nora knipoogde met een glimlach naar haar blonde huisgenoot en liep toen met grote stappen naar de deur. Bij de deur draaide ze zich om.
‘Ik heb mijn lievelingsmes speciaal bewaard voor het laatste onderdeel. Dus ik hoop echt dat je goed op hem let.’
Haar triomfantelijke woorden werden abrupt verstoord door een schreeuw van beneden.
Helena viel op de grond en greep naar de achterkant van haar rechterdijbeen. De kogel uit de revolver van Eduardo ‘De Latino’ had achterkant van haar dij doorboord. De twee mannen zagen haar vallen, maar de brunette hield haar pistool nog steeds vast. Eddy Nigma richtte afwisselend zijn Colt op de vrouw en de schutter achter de deur. Hij had alleen het schot gehoord. Het had hem verrast dat er door iemand anders werd geschoten. Denkend aan de schutter die blijkbaar ook nog een appeltje had te schillen met de vrouw, schuifelde hij langzaam richting de deur. Helena hoorde hem en loste met trillende hand een schot. Ze richtte op zijn hoofd, maar raakte zijn schouder. De brunette beet door de pijn heen en kroop richting het kunstwerk, nog voordat de rechercheur een gericht schot kon uitbrengen. Nu hij ook was gevloerd kon Eduardo de ruimte binnenstappen, gesterkt door de wetenschap dat de man die nu op de grond lag in ieder geval niet aan de kant van Nora stond. Hij stond nog steeds een beetje verzwakt in de deuropening, maar hij was de enige die stond. De revolver in zijn hand stond op de vrouw die zich inmiddels achter het enorme gevaarte in het midden van de ruimte had verscholen.
‘Het spel is uit, Nora,’ riep De Latino, ‘geef je over en vertel mij eens waarom jij op mijn ballen aast.’
‘Eduardo,’ verraste Eddy Nigma de barman door het noemen van zijn naam, ‘dat is Nora niet.’
De rechercheur probeerde zich overeind te krijgen.
‘Hoe bedoel je,’ vroeg Eduardo, ‘dat is Nora. De vrouw die me bijna mijn ballen heeft gekost.’
‘Sorry, vriend. Maar dat is Nora niet. Dat is Helena.’
‘Helena?’
Achter de barman was de echte Nora aan komen sluipen en hield haar dubbelloops op het hoofd van de barman gericht.
‘Helena, ja,’ zei ze uit het niets, ‘ik ben Nora. En jij bent straks je hoofd EN je ballen kwijt als je niet snel je wapen laat vallen. Geldt ook voor jou, held op sokken.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier.
Nora keek naar de deur, zonder haar dubbelloops van Mickey’s hoofd weg te richten. Blue Eyes durfde simpelweg niet te bewegen met twee vuurklare dames bij hem in de buurt. Ze wilden allebei iets van de barman en het zag ernaar uit dat een van de twee haar zin zou krijgen. Goedschiks of kwaadschiks.
‘Als jij nou eens gaat kijken,’ opperde Sacha.
‘Wat dacht je ervan om zelf te gaan,’ reageerde Nora fel.
‘Niet zo egoïstisch, Noor,’ zei Sacha beledigd, ‘er is beneden iets dat niet pluis is. Jij hebt de meeste vuurkracht van ons tweeën. Ga nou maar.’
Nora keek Sacha boos aan. Toen keek ze kort naar het achterhoofd van de barman dat ze nog steeds onder schot hield. Tenslotte tilde ze haar dubbelloops op en hield het tegen haar schouder.
‘Goed,’ gaf ze toe, ‘maar als ik terugkom buigen we ons over mijn project. Ik heb echt alleen nog een mooi setje ballen nodig voor mijn meesterwerk.’
Sacha grinnikte.
‘Beloofd. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat het zaakje er goed bij zal liggen.’
Nora knipoogde met een glimlach naar haar blonde huisgenoot en liep toen met grote stappen naar de deur. Bij de deur draaide ze zich om.
‘Ik heb mijn lievelingsmes speciaal bewaard voor het laatste onderdeel. Dus ik hoop echt dat je goed op hem let.’
Haar triomfantelijke woorden werden abrupt verstoord door een schreeuw van beneden.
Helena viel op de grond en greep naar de achterkant van haar rechterdijbeen. De kogel uit de revolver van Eduardo ‘De Latino’ had achterkant van haar dij doorboord. De twee mannen zagen haar vallen, maar de brunette hield haar pistool nog steeds vast. Eddy Nigma richtte afwisselend zijn Colt op de vrouw en de schutter achter de deur. Hij had alleen het schot gehoord. Het had hem verrast dat er door iemand anders werd geschoten. Denkend aan de schutter die blijkbaar ook nog een appeltje had te schillen met de vrouw, schuifelde hij langzaam richting de deur. Helena hoorde hem en loste met trillende hand een schot. Ze richtte op zijn hoofd, maar raakte zijn schouder. De brunette beet door de pijn heen en kroop richting het kunstwerk, nog voordat de rechercheur een gericht schot kon uitbrengen. Nu hij ook was gevloerd kon Eduardo de ruimte binnenstappen, gesterkt door de wetenschap dat de man die nu op de grond lag in ieder geval niet aan de kant van Nora stond. Hij stond nog steeds een beetje verzwakt in de deuropening, maar hij was de enige die stond. De revolver in zijn hand stond op de vrouw die zich inmiddels achter het enorme gevaarte in het midden van de ruimte had verscholen.
‘Het spel is uit, Nora,’ riep De Latino, ‘geef je over en vertel mij eens waarom jij op mijn ballen aast.’
‘Eduardo,’ verraste Eddy Nigma de barman door het noemen van zijn naam, ‘dat is Nora niet.’
De rechercheur probeerde zich overeind te krijgen.
‘Hoe bedoel je,’ vroeg Eduardo, ‘dat is Nora. De vrouw die me bijna mijn ballen heeft gekost.’
‘Sorry, vriend. Maar dat is Nora niet. Dat is Helena.’
‘Helena?’
Achter de barman was de echte Nora aan komen sluipen en hield haar dubbelloops op het hoofd van de barman gericht.
‘Helena, ja,’ zei ze uit het niets, ‘ik ben Nora. En jij bent straks je hoofd EN je ballen kwijt als je niet snel je wapen laat vallen. Geldt ook voor jou, held op sokken.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier.
Labels:
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
donderdag 4 augustus 2011
Ballen zonder pegels - deel 21
‘En hoe kom ik binnen,’ fluisterde Eduardo voor de deur.
Toen viel hem opeens op dat het slot kapot was. Iemand was hem al voor geweest. De Latino trok de deur open en hield de revolver voor zich uit. Hij stapte naar binnen en trof een rommeltje planken, kapotte meubels aan en twee verdwaalde fietsen. De traptreden rechts van hem maakten geluid, alsof er iemand op liep. Eduardo sloop de trap op en keek omhoog. De persoon die voor hem liep was al verder boven. De barman klom verder de trap op, maar stopte even toen de stappen boven hem ophielden. Er ging een deur open.
Eddy Nigma stapte naar binnen. Hier was de geur van rottend vlees het sterkst. Er was weinig licht in de ruimte, maar midden in de kamer ontdekte Nigma een groot blok. Hij liep erheen. Van dichtbij kon de rechercheur ook niet ontdekken wat het moest voorstellen. Dit was de oorzaak van de stank. Met zijn Colt prikte hij in de substantie. Het bleek zacht te zijn. Toen hij bijna over zijn nek ging, deed hij een paar stappen naar achteren. Hij struikelde over iets dat op de grond lag. Hij pakte het op. Het voelde als een koud lichaamsdeel. Na enig voelen bleek het dat ook te zijn. Van schrik kroop hij achteruit. Zijn ogen begonnen te wennen aan het licht. Nu pas zag Eddy Nigma de lijken aan het plafond hangen. Op de vloer lagen her en der donkere plekken of plasjes donkere vloeistof. Vlakbij het gevaarte in het midden van de ruimte lag wat gereedschap. Een spijkerpistool, een ijzerzaag, hamer en wat spijkers. Ook lag er een koffiekan van een koffiezetapparaat op zijn kant.
De rechercheur liep richting de paar streepjes licht die verraadden waar het raam was. Hij moest de gordijnen opendoen om alles goed te kunnen zien. Ook hoopte Eddy Nigma dat alles dan wat minder angstaanjagend zou worden. Hij voelde zich niet op zijn gemak in het gezelschap van zoveel lijken en ongebruikelijk gereedschap in een huis. Het was net of hij weer in het lijkenhuis stond. Het enige wat nog ontbrak waren de lijken op een tafel met een kaartje aan de teen. En een lijkenschouwer die autopsie aan het plegen was. Eddy Nigma schoof de gordijnen open en er viel onmiddellijk licht naar binnen. De rechercheur draaide zich om. Hij zag een vrouw op de bank zitten, maar zag niet wie het was. Zijn ogen moesten nu wennen aan het licht.
‘Ik heb een pistool op je gericht,’ zei de vrouw vanaf de bank.
Eddy Nigma hief zijn pistool in de richting van de bank.
‘Hoe ben jij hier beland,’ klonk het weer.
‘Wie ben je,’ vroeg de stem weer, ‘en wat doe je in mijn huis?’
‘Eddy Nigma. Rechercheur. Er is iemand op straat neergeschoten vanuit dit gebouw.’
‘Dus breek je maar even in? Dat is ook onbeleefd.’
Eddy Nigma herkende de stem. Ook het gezicht kwam hem bekend voor.
‘Helena?’
Eduardo ‘De Latino’ keek om de hoek van de deuropening de ruimte in. De mensen in de kamer hadden hem niet opgemerkt. Hij zag een voor hem onbekende man bij het raam staan, met een pistool gericht naar de andere kant van de ruimte. Met twee handen klemde hij de revolver vast. Hij stond met zijn rug tegen de muur en haalde een paar keer diep adem. Toen keek hij weer. Hij zag de vrouw op de bank en schrok. Hij herkende haar meteen. Langzaam en licht bevend richtte hij het pistool. Zijn vinger lag op de trekker. De vrouw op de bank kwam net overeind en zette een paar stappen naar het raam. Ze hield ook een pistool vast, net als de man bij het raam.
‘Nora,’ siste Eduardo zacht, ‘jij gore balzakverminkende bloedzuiger.’
De barman haalde de trekker over.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Toen viel hem opeens op dat het slot kapot was. Iemand was hem al voor geweest. De Latino trok de deur open en hield de revolver voor zich uit. Hij stapte naar binnen en trof een rommeltje planken, kapotte meubels aan en twee verdwaalde fietsen. De traptreden rechts van hem maakten geluid, alsof er iemand op liep. Eduardo sloop de trap op en keek omhoog. De persoon die voor hem liep was al verder boven. De barman klom verder de trap op, maar stopte even toen de stappen boven hem ophielden. Er ging een deur open.
Eddy Nigma stapte naar binnen. Hier was de geur van rottend vlees het sterkst. Er was weinig licht in de ruimte, maar midden in de kamer ontdekte Nigma een groot blok. Hij liep erheen. Van dichtbij kon de rechercheur ook niet ontdekken wat het moest voorstellen. Dit was de oorzaak van de stank. Met zijn Colt prikte hij in de substantie. Het bleek zacht te zijn. Toen hij bijna over zijn nek ging, deed hij een paar stappen naar achteren. Hij struikelde over iets dat op de grond lag. Hij pakte het op. Het voelde als een koud lichaamsdeel. Na enig voelen bleek het dat ook te zijn. Van schrik kroop hij achteruit. Zijn ogen begonnen te wennen aan het licht. Nu pas zag Eddy Nigma de lijken aan het plafond hangen. Op de vloer lagen her en der donkere plekken of plasjes donkere vloeistof. Vlakbij het gevaarte in het midden van de ruimte lag wat gereedschap. Een spijkerpistool, een ijzerzaag, hamer en wat spijkers. Ook lag er een koffiekan van een koffiezetapparaat op zijn kant.
De rechercheur liep richting de paar streepjes licht die verraadden waar het raam was. Hij moest de gordijnen opendoen om alles goed te kunnen zien. Ook hoopte Eddy Nigma dat alles dan wat minder angstaanjagend zou worden. Hij voelde zich niet op zijn gemak in het gezelschap van zoveel lijken en ongebruikelijk gereedschap in een huis. Het was net of hij weer in het lijkenhuis stond. Het enige wat nog ontbrak waren de lijken op een tafel met een kaartje aan de teen. En een lijkenschouwer die autopsie aan het plegen was. Eddy Nigma schoof de gordijnen open en er viel onmiddellijk licht naar binnen. De rechercheur draaide zich om. Hij zag een vrouw op de bank zitten, maar zag niet wie het was. Zijn ogen moesten nu wennen aan het licht.
‘Ik heb een pistool op je gericht,’ zei de vrouw vanaf de bank.
Eddy Nigma hief zijn pistool in de richting van de bank.
‘Hoe ben jij hier beland,’ klonk het weer.
‘Wie ben je,’ vroeg de stem weer, ‘en wat doe je in mijn huis?’
‘Eddy Nigma. Rechercheur. Er is iemand op straat neergeschoten vanuit dit gebouw.’
‘Dus breek je maar even in? Dat is ook onbeleefd.’
Eddy Nigma herkende de stem. Ook het gezicht kwam hem bekend voor.
‘Helena?’
Eduardo ‘De Latino’ keek om de hoek van de deuropening de ruimte in. De mensen in de kamer hadden hem niet opgemerkt. Hij zag een voor hem onbekende man bij het raam staan, met een pistool gericht naar de andere kant van de ruimte. Met twee handen klemde hij de revolver vast. Hij stond met zijn rug tegen de muur en haalde een paar keer diep adem. Toen keek hij weer. Hij zag de vrouw op de bank en schrok. Hij herkende haar meteen. Langzaam en licht bevend richtte hij het pistool. Zijn vinger lag op de trekker. De vrouw op de bank kwam net overeind en zette een paar stappen naar het raam. Ze hield ook een pistool vast, net als de man bij het raam.
‘Nora,’ siste Eduardo zacht, ‘jij gore balzakverminkende bloedzuiger.’
De barman haalde de trekker over.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
Roosje
Gisteravond was er weer een nieuwe editie van Dichtclub Rotterdam in café De Schouw. Daar heb ik het volgende nieuwe gedicht voorgedragen, wat geen titel draagt. De blog heb ik Roosje getiteld om het makkelijker terug te vinden op mijn blog. Hetzelfde principe als het gedicht in de blogpost Vulpen. Dit gedicht gaat als volgt:
Mag ik je roosje plukken
Uit je haar,
Zodat het mee kan waaien,
Meegevoerd kan worden
Met de wind
die er toch al mee
Speelt-
Het hebben wil.
Vind je het leuker als ik
De witte bloemen op
Je jurkje
Met de zee van blauw
In je ogen op
Laat bloeien?
Of moet ik gaan
Snoeien
Vanaf je boezem,
Roekeloos,
Langzaam zigzagzoevend
Zodat je bloemengewaad
Opnieuw kan groeien-
Alleen maar mooier
Kan worden met
Jou.
Ik zou liever-
Als ik het mocht zeggen,
Je bloemen uittrekken,
Naast je leggen
Met je roosje op een
Zijdezacht kussen
Of nog beter-
Het roosje tussen
Mijn lippen
Als ik in dat bed
Een tango dans
Met jouw naakte lichaam.
Langzaam
Opent het roosje in je haar
Zich,
Rekt zich uit naar
Dit vingertopje
Dat het op haar gemunt heeft-
Het beeft
Steeds meer en meer
Als het dichterbij raakt,
Als de afstand groter wordt.
Mag ik dan geen roosje plukken
Uit je haar,
Dat ik ernaar poog te graaien,
Het ontvoerd kan worden
In mijn binnenzak
En mijn hand er mee
Speelt-
Ik die het hebben wil.
Vind je het leuker als ik
Mijn witte bloesem aan
Je jurkje,
Met een windvlaag zo koud
Voor je ogen
Voorbij laat gaan?
Of mag ik gaan
Dromen,
Over heuvels bedwingende sloten,
Hopeloos,
Aantrekkelijk afgestoten
Zodat jouw verschijning zich
Opnieuw in mijn hoofd kan
Nestelen,
Elke keer weer,
Totdat je een vrouwelijke
Mythe
In mijn gedachten vormt-
Terwijl
Ik eigenlijk niet
Van bloemen
Houd,
Terwijl
Er in werkelijkheid
Al iemand jouw roosje
In zijn greep
Houdt.
M.S.
Mag ik je roosje plukken
Uit je haar,
Zodat het mee kan waaien,
Meegevoerd kan worden
Met de wind
die er toch al mee
Speelt-
Het hebben wil.
Vind je het leuker als ik
De witte bloemen op
Je jurkje
Met de zee van blauw
In je ogen op
Laat bloeien?
Of moet ik gaan
Snoeien
Vanaf je boezem,
Roekeloos,
Langzaam zigzagzoevend
Zodat je bloemengewaad
Opnieuw kan groeien-
Alleen maar mooier
Kan worden met
Jou.
Ik zou liever-
Als ik het mocht zeggen,
Je bloemen uittrekken,
Naast je leggen
Met je roosje op een
Zijdezacht kussen
Of nog beter-
Het roosje tussen
Mijn lippen
Als ik in dat bed
Een tango dans
Met jouw naakte lichaam.
Langzaam
Opent het roosje in je haar
Zich,
Rekt zich uit naar
Dit vingertopje
Dat het op haar gemunt heeft-
Het beeft
Steeds meer en meer
Als het dichterbij raakt,
Als de afstand groter wordt.
Mag ik dan geen roosje plukken
Uit je haar,
Dat ik ernaar poog te graaien,
Het ontvoerd kan worden
In mijn binnenzak
En mijn hand er mee
Speelt-
Ik die het hebben wil.
Vind je het leuker als ik
Mijn witte bloesem aan
Je jurkje,
Met een windvlaag zo koud
Voor je ogen
Voorbij laat gaan?
Of mag ik gaan
Dromen,
Over heuvels bedwingende sloten,
Hopeloos,
Aantrekkelijk afgestoten
Zodat jouw verschijning zich
Opnieuw in mijn hoofd kan
Nestelen,
Elke keer weer,
Totdat je een vrouwelijke
Mythe
In mijn gedachten vormt-
Terwijl
Ik eigenlijk niet
Van bloemen
Houd,
Terwijl
Er in werkelijkheid
Al iemand jouw roosje
In zijn greep
Houdt.
M.S.
woensdag 3 augustus 2011
Ballen zonder pegels - deel 20
Eddy Nigma zocht in zijn zakken naar iets om het slot van de deur open te maken. Het duurde lang omdat de regen ervoor zorgde dat zijn kleding aan zijn hand bleven plakken. De rechercheur had er al snel genoeg van en begon een stormram tegen de deur. Ook dat hielp niet. Daarop trok hij zijn Colt en schoot het slot kapot. Hij opende de deur langzaam. De geur van rottend vlees drong zich tussen de steeds groter wordende kier naar buiten. De rechercheur trok snel zijn jas voor zijn neus om niet over zijn nek te gaan. Eenmaal binnen keek hij het halletje rond, om te zien waar hij heen moest. Het zag er rommelig uit. Tegen de muren stonden her en der wat planken en kapotte meubels. Twee fietsen, waarvan er een tegen de andere was gezet, gaven Eddy Nigma de indruk dat er wel gewoond werd in het huis. De plekken met afgebladderde verf op de muren en het plafond gaven juist het tegenovergestelde weer. Rechts van hem was er een ronde trap, waarvan de treden ook al aardig versleten waren. Hij besloot de trap op te gaan. Hoe hoger hij kwam, hoe meer hij stemmen leek te horen van boven.
‘Wie ben je eigenlijk,’ vroeg Eduardo vanaf de achterbank van een oude kever.
‘Floyd,’ antwoordde de gewonde bestuurder.
Hij moest op zijn tanden bijten. De wond in zijn buik begon opnieuw te bloeden. Hij probeerde zich te concentreren op de weg, want hij moest Eduardo veilig aan laten komen.
‘Waar breng je me heen?’
‘Dat zie je wel als we er zijn. Spaar je krachten. Je gaat ze nodig hebben.’
Eduardo zakte onderuit en keek door het raam naar de lucht. Het regende nog steeds. Hij bleef kijken en hield tegelijkertijd een hand op zijn kruis. Door de broek die hij van Floyd had gekregen voelde hij de dikke laag verband zitten. Bij de gedachte aan de oorzaak ervan ging er een rilling over zijn rug.
‘Godverdomme,’ mompelde Floyd.
‘Wat,’ vroeg De Latino.
‘Niets.’
De chauffeur graaide op de stoel naast hem. Toen gooide hij een jas naar achteren.
‘In de binnenzak.’
Eduardo voelde en haalde er toen een hele oude Smith&Wesson revolver uit.
‘Wat moet ik hiermee?’
‘Geloof me. Je zult het nodig hebben. Fuck.’
Floyd kreeg een steek in zijn zij.
‘We zijn er bijna. Je hebt zes kansen. Verspil ze niet.’
Hij trapte hard op de rem. De kever kwam met piepende banden tot stilstand. Floyd draaide zich met een verbeten gezicht om.
‘Sterkte. En als iemand er ooit naar vraagt: geen woord over mij.’
De Latino knikte en krabbelde uit de kever. Hij keek omhoog naar het Slaakhuys en toen naar Floyd achter het stuur. Hij wees naar het gebouw en legde toen zijn hand op zijn wond.
‘Sas, doe normaal,’ zei Nora nog steeds met haar dubbelloops op het hoofd van Blue Eyes gericht, ‘ik heb hem nodig voor mijn ‘Ballen zonder pegels’-project. Je weet toch dat ik echte mensen gebruik voor mijn kunst?’
‘Daar komt niets van in,’ riep Sacha terwijl ze langzaam naar Nora toe liep, ‘dit is mijn speeltje.’
‘Kutwijf. Ik heb alleen maar zijn ballen nodig, meer niet.’
‘Als je dat maar laat.’
‘Eh, dames,’ begon Mickey voorzichtig, ‘er moet toch een vreedzame oplossing zijn voor dit probleem?’
Vanuit zijn ooghoek zag hij het pistool dat Sacha vasthield zijn richting op wijzen. Geschrokken keek hij weer voor zich en sloeg zijn benen over elkaar om zijn edele delen te beschermen. Er werd een schot gelost, dat vlak naast zijn been in de bank verdween.
‘De benen wijd, graag,’ zei Sacha weer met haar pistool gericht op Nora, ‘dan kan Nora hier zien wat voor vlees we in de kuip hebben.’
‘Laat het me er dan ook meteen vanaf halen,’ zei Nora.
Sacha keek haar boos aan.
‘Wat nou? Kijken en niet kopen? Dat is gewoon niet mijn stijl.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Wie ben je eigenlijk,’ vroeg Eduardo vanaf de achterbank van een oude kever.
‘Floyd,’ antwoordde de gewonde bestuurder.
Hij moest op zijn tanden bijten. De wond in zijn buik begon opnieuw te bloeden. Hij probeerde zich te concentreren op de weg, want hij moest Eduardo veilig aan laten komen.
‘Waar breng je me heen?’
‘Dat zie je wel als we er zijn. Spaar je krachten. Je gaat ze nodig hebben.’
Eduardo zakte onderuit en keek door het raam naar de lucht. Het regende nog steeds. Hij bleef kijken en hield tegelijkertijd een hand op zijn kruis. Door de broek die hij van Floyd had gekregen voelde hij de dikke laag verband zitten. Bij de gedachte aan de oorzaak ervan ging er een rilling over zijn rug.
‘Godverdomme,’ mompelde Floyd.
‘Wat,’ vroeg De Latino.
‘Niets.’
De chauffeur graaide op de stoel naast hem. Toen gooide hij een jas naar achteren.
‘In de binnenzak.’
Eduardo voelde en haalde er toen een hele oude Smith&Wesson revolver uit.
‘Wat moet ik hiermee?’
‘Geloof me. Je zult het nodig hebben. Fuck.’
Floyd kreeg een steek in zijn zij.
‘We zijn er bijna. Je hebt zes kansen. Verspil ze niet.’
Hij trapte hard op de rem. De kever kwam met piepende banden tot stilstand. Floyd draaide zich met een verbeten gezicht om.
‘Sterkte. En als iemand er ooit naar vraagt: geen woord over mij.’
De Latino knikte en krabbelde uit de kever. Hij keek omhoog naar het Slaakhuys en toen naar Floyd achter het stuur. Hij wees naar het gebouw en legde toen zijn hand op zijn wond.
‘Sas, doe normaal,’ zei Nora nog steeds met haar dubbelloops op het hoofd van Blue Eyes gericht, ‘ik heb hem nodig voor mijn ‘Ballen zonder pegels’-project. Je weet toch dat ik echte mensen gebruik voor mijn kunst?’
‘Daar komt niets van in,’ riep Sacha terwijl ze langzaam naar Nora toe liep, ‘dit is mijn speeltje.’
‘Kutwijf. Ik heb alleen maar zijn ballen nodig, meer niet.’
‘Als je dat maar laat.’
‘Eh, dames,’ begon Mickey voorzichtig, ‘er moet toch een vreedzame oplossing zijn voor dit probleem?’
Vanuit zijn ooghoek zag hij het pistool dat Sacha vasthield zijn richting op wijzen. Geschrokken keek hij weer voor zich en sloeg zijn benen over elkaar om zijn edele delen te beschermen. Er werd een schot gelost, dat vlak naast zijn been in de bank verdween.
‘De benen wijd, graag,’ zei Sacha weer met haar pistool gericht op Nora, ‘dan kan Nora hier zien wat voor vlees we in de kuip hebben.’
‘Laat het me er dan ook meteen vanaf halen,’ zei Nora.
Sacha keek haar boos aan.
‘Wat nou? Kijken en niet kopen? Dat is gewoon niet mijn stijl.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
donderdag 28 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 19
‘Zo,’ zuchtte Sacha toen ze naast Blue Eyes op de bank neerplofte, ‘daar was ik nou net aan toe. Wat jij?’
Mickey Blue Eyes moest lachen.
‘In mijn hoofd zit ik nog bij die sandwich. Heerlijk!’
Zijn gastvrouw gaf hem plagerig een stomp.
‘Grapjas. Ik ga douchen. Zo terug.’
‘En ik dan?’
‘Jij mag zo. Neem nog wat koffie, of iets. Vermaak jezelf. Dat kun je vast wel.’
De barman keek haar na toen de naakte blondine langs de keuken naar een deur achterin haar huis liep. Hij zakte toen ze weg was, onderuit en begon in te dutten van de lange nacht.
‘LAAT ME LOS!’
‘Meneer, u mag het bed niet uit.’
De Latino werd door vijf paar handen op het bed geduwd. De barman had de slangetjes uit zijn infusen getrokken. De zusters aan het bed probeerden als hij ook maar even stil werd gehouden snel het desbetreffende infuus opnieuw aan te leggen, maar de agressieve bewegingen van de barman verstoorden de goede zorgen van de doktoren keer op keer.
‘Houd hem vast,’ riep de dokter, ‘ik haal een morfineprik!’
‘Is dat niet iets teveel van het goede, dokter,’ vroeg een zuster.
‘Deze situatie vraagt nu eenmaal om grof geschut,’ antwoordde de dokter vanuit de deuropening, ‘of wilde je het tegendeel gaan beweren?’
De zuster schudde nee.
‘Nou dan. Zo terug.’
Een andere zuster kreeg zojuist een schop tegen haar kaak.
‘HOERENKIND! LAAT ME GAAN!’
Op dat moment kwam er een andere dokter binnenlopen met een spuit in zijn hand. Zijn jas hing open, waardoor een oplettend persoon had kunnen zien dat zijn overhemd eronder een grote donkere vlek bevatte. Maar de sensatie was te groot om goed op te letten. Bovendien liep de man in de doktersjas van de dokter die zojuist een spuit ging halen. Half hinkend, maar met grote passen liep hij op het bed af. Eduardo zag alleen maar de spuit en schreeuwde.
‘Stel je niet aan, hierdoor ga je je beter van voelen,’ zei de dokter en stak de spuit in zijn dijbeen. Snel drukte hij de spuit leeg. De vloeistof deed zijn werk onmiddellijk. Eduardo ‘de Latino’ bedaarde, maar bleef bij kennis.
‘Wat was dat?’
‘Geen tijd,’ trok de dokter hem van het bed.
De zuster stonden verbijsterd toe te kijken wat er nu gebeurde.
‘Kom, je moet hier weg.’
Eduardo zakte bijna door zijn benen, maar werd overeind gehouden door de dokter.
‘Hé, wacht eens,’ riep een zuster opeens, ‘jij bent de dokter helemaal niet.’
‘Doorlopen,’ siste de dokter tegen de barman, ‘we hebben wel iets beters te doen dan die zeurkousen.’
‘Goorlap,’ zei de echte dokter, ‘dat flik je me niet nog eens.’
Hij versperde de weg voor de twee mannen, woest snuivend en met een bebloed hoofd.
Eddy Nigma gooide woest de deur van de taxi dicht en stak zijn kraag op. De taxi had hem niet eens in de buurt afgezet, na een aantal beledigingen. De rechercheur moest eens een klacht in gaan dienen, want hij vond die taxichauffeurs altijd zo onbeschoft. Maar er was nu geen tijd meer om daar stil bij te blijven staan. Eddy Nigma begon te lopen richting het Slaakhuys. Na drie stappen was hij al verzopen.
Mickey Blue Eyes werd wakker door een vreemd object dat tegen zijn achterhoofd werd gezet. Hij wilde zich omdraaien om te zien wat het was.
‘Als ik jou was, zou ik niet bewegen,’ zei een vrouwenstem achter hem, ‘anders schiet ik je kroeskop van je romp.’
Langzaam deed hij maar zijn handen omhoog, zoals hij in veel films had gezien.
‘Zeg op,’ vroeg de stem weer, ‘wat doe jij in godsnaam hier?’
De deur van de badkamer vloog open. Sacha stond in de deuropening met een handdoek om en haar pistool op de andere vrouw gericht.
‘Flikker op, Nora,’ riep ze, ‘hij is van mij!’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Mickey Blue Eyes moest lachen.
‘In mijn hoofd zit ik nog bij die sandwich. Heerlijk!’
Zijn gastvrouw gaf hem plagerig een stomp.
‘Grapjas. Ik ga douchen. Zo terug.’
‘En ik dan?’
‘Jij mag zo. Neem nog wat koffie, of iets. Vermaak jezelf. Dat kun je vast wel.’
De barman keek haar na toen de naakte blondine langs de keuken naar een deur achterin haar huis liep. Hij zakte toen ze weg was, onderuit en begon in te dutten van de lange nacht.
‘LAAT ME LOS!’
‘Meneer, u mag het bed niet uit.’
De Latino werd door vijf paar handen op het bed geduwd. De barman had de slangetjes uit zijn infusen getrokken. De zusters aan het bed probeerden als hij ook maar even stil werd gehouden snel het desbetreffende infuus opnieuw aan te leggen, maar de agressieve bewegingen van de barman verstoorden de goede zorgen van de doktoren keer op keer.
‘Houd hem vast,’ riep de dokter, ‘ik haal een morfineprik!’
‘Is dat niet iets teveel van het goede, dokter,’ vroeg een zuster.
‘Deze situatie vraagt nu eenmaal om grof geschut,’ antwoordde de dokter vanuit de deuropening, ‘of wilde je het tegendeel gaan beweren?’
De zuster schudde nee.
‘Nou dan. Zo terug.’
Een andere zuster kreeg zojuist een schop tegen haar kaak.
‘HOERENKIND! LAAT ME GAAN!’
Op dat moment kwam er een andere dokter binnenlopen met een spuit in zijn hand. Zijn jas hing open, waardoor een oplettend persoon had kunnen zien dat zijn overhemd eronder een grote donkere vlek bevatte. Maar de sensatie was te groot om goed op te letten. Bovendien liep de man in de doktersjas van de dokter die zojuist een spuit ging halen. Half hinkend, maar met grote passen liep hij op het bed af. Eduardo zag alleen maar de spuit en schreeuwde.
‘Stel je niet aan, hierdoor ga je je beter van voelen,’ zei de dokter en stak de spuit in zijn dijbeen. Snel drukte hij de spuit leeg. De vloeistof deed zijn werk onmiddellijk. Eduardo ‘de Latino’ bedaarde, maar bleef bij kennis.
‘Wat was dat?’
‘Geen tijd,’ trok de dokter hem van het bed.
De zuster stonden verbijsterd toe te kijken wat er nu gebeurde.
‘Kom, je moet hier weg.’
Eduardo zakte bijna door zijn benen, maar werd overeind gehouden door de dokter.
‘Hé, wacht eens,’ riep een zuster opeens, ‘jij bent de dokter helemaal niet.’
‘Doorlopen,’ siste de dokter tegen de barman, ‘we hebben wel iets beters te doen dan die zeurkousen.’
‘Goorlap,’ zei de echte dokter, ‘dat flik je me niet nog eens.’
Hij versperde de weg voor de twee mannen, woest snuivend en met een bebloed hoofd.
Eddy Nigma gooide woest de deur van de taxi dicht en stak zijn kraag op. De taxi had hem niet eens in de buurt afgezet, na een aantal beledigingen. De rechercheur moest eens een klacht in gaan dienen, want hij vond die taxichauffeurs altijd zo onbeschoft. Maar er was nu geen tijd meer om daar stil bij te blijven staan. Eddy Nigma begon te lopen richting het Slaakhuys. Na drie stappen was hij al verzopen.
Mickey Blue Eyes werd wakker door een vreemd object dat tegen zijn achterhoofd werd gezet. Hij wilde zich omdraaien om te zien wat het was.
‘Als ik jou was, zou ik niet bewegen,’ zei een vrouwenstem achter hem, ‘anders schiet ik je kroeskop van je romp.’
Langzaam deed hij maar zijn handen omhoog, zoals hij in veel films had gezien.
‘Zeg op,’ vroeg de stem weer, ‘wat doe jij in godsnaam hier?’
De deur van de badkamer vloog open. Sacha stond in de deuropening met een handdoek om en haar pistool op de andere vrouw gericht.
‘Flikker op, Nora,’ riep ze, ‘hij is van mij!’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
Writers Block
Dan lukt het je even niet om te schrijven. Dan kun je twee dingen doen: er bij de pakken neer gaan zitten en wachten tot het over gaat. Of, zoals hieronder, forceer je nieuwe inspiratie om die writers block te beschrijven in, wederom zoals hieronder, een gedicht. En dan zit je de volgende dag weer te schrijven aan een nieuw deel van de blognovel op deze blog. Dat terzijde, het gedicht:
Writers Block
Een halfvol glas
In de hand,
Maar een leeghoofd
Die het vast
Houdt.
De houten planken
Van de bank
Waar ik op zit voelen
Koud,
Te koud.
Alsof de kaars
Voor mij
Al opgebrand-
Als ik de kaars
Aan mijn laars
Lap
Door het met een
Volgekrabbeld bierviltje
Bedek,
Het licht in dit donkere
Hoekje
Dovend.
Het viltje schreeuwt
Niets middels
Nietszeggende krullen,
Strepen,
Haken en ogen
Dat die writers block
Moet gaan fietsen-
Ik ben de enige die
Het hoort.
De klanken nog leger
Dan mijn glas
Inmiddels is.
M.S.
Writers Block
Een halfvol glas
In de hand,
Maar een leeghoofd
Die het vast
Houdt.
De houten planken
Van de bank
Waar ik op zit voelen
Koud,
Te koud.
Alsof de kaars
Voor mij
Al opgebrand-
Als ik de kaars
Aan mijn laars
Lap
Door het met een
Volgekrabbeld bierviltje
Bedek,
Het licht in dit donkere
Hoekje
Dovend.
Het viltje schreeuwt
Niets middels
Nietszeggende krullen,
Strepen,
Haken en ogen
Dat die writers block
Moet gaan fietsen-
Ik ben de enige die
Het hoort.
De klanken nog leger
Dan mijn glas
Inmiddels is.
M.S.
Labels:
gedicht,
inspiratie,
nieuw,
poëzie,
schrijven,
writers block
maandag 18 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 18
Achterin de taxi belde de rechercheur naar het bureau, om versterking te vragen. Hij werd niet serieus genomen en de collega aan de andere kant hing lachend op. Eddy Nigma sloeg uit frustratie tegen de bijrijderstoel voor hem.
‘Zeg laat je de boel wel heel,’ reageerde de taxichauffeur fel.
‘Als je doorrijdt,’ antwoordde Nigma, ‘ik heb haast.’
‘Het gaat een stuk sneller als de auto heel blijft. Eikel.’
‘Ja ja. Schiet nou maar op.’
De chauffeur zette de radio harder. Door de auto klonken de klanken van een rockband. Bij de woorden Time is running out begon de rechercheur op zijn nagels te bijten. Buiten begon de lucht in rap tempo dicht te trekken. Ook verschenen de eerste druppels op de ruit. Al snel zag hij niets meer. De taxichauffeur begon zijn vaart te minderen door het slechte zicht, tot groot ongenoegen van Eddy Nigma.
Helena was zojuist aangekomen bij haar huis. Voor het gebouw waar ze woonde, zocht ze in haar tas naar de sleutels. Helemaal onderop in haar tas vond ze de bos ijzer. Snel opende ze de enorme deur en ging naar binnen. Ze was doorweekt. De deur ging weer op slot. Helena liep de trap op terwijl ze haar jas openmaakte. Bij elke stap die ze zette liet ze een spoor van water achter dat de treden glad maakte. Omdat haar jas alle kanten op wapperde, werden ook de treden die ze nog moest nemen ook glad. Een enkele gleed ze uit maar kon zich nog net vasthouden aan de leuning. Ze vervloekte de ronde trap zachtjes, maar liep snel door. Ze wilde een douche nemen, ook om de stank die in het huis hing van zich af te wassen. Het hing er al dagen en werd steeds erger. Op haar verdieping opende Helena de deur en liep tegen een muur van stank aan. Ook rook ze vuurdampen, maar ze was te gefixeerd op het nemen van een douche dat ze besloot het te negeren. Terwijl ze al haar kleren uittrok liep ze naar de douche achterin de kamer. De zuster wist dat ze niet alleen was, maar had geen zin om een gesprek aan te knopen met haar huisgenoot.
Het douchewater deed Helena weer wat opleven. Alle stress van de dag voelde ze van zich afstromen. Haar rust werd abrupt verstoord door het steeds harder wordende gekreun van haar buurvrouw boven haar. Blijkbaar had ze bezoek, maar dat was voor Helena geen reden om zo luidruchtig te doen. Ze probeerde het te negeren en hing haar lange, donkere haar over haar oren in de hoop dat het iets zou schelen. Net toen ze haar rust weer had gevonden en de seksgeluiden van boven iets minder waren geworden, werd de zuster opnieuw gestoord. De deur van de badkamer vloog open. Helena probeerde zichzelf snel te bedekken met haar handen en armen.
‘Schiet eens op,’ hoorde ze haar huisgenoot zeggen, ‘ik heb je zo even nodig.’
‘Kun je niet even kloppen,’ riep Helena zonder goed zicht op de persoon die in de deuropening stond, ‘ik schrik me dood, mens.’
‘Daar is het nog te vroeg voor,’ luidde het antwoord.
‘Waarom moet ik opschieten dan? Ik sta er nog geen vijf minuten onder.’
‘We hebben een klein probleem, vrees ik.’
‘Dokter, hij komt weer bij!’
Eduardo ‘De Latino’ opende langzaam zijn ogen. Om hem heen stonden twee zusters en de dokter. De dokter keek streng, de zusters hoopvol en dankbaar tegelijk.
‘Enig idee waar je bent,’ vroeg de dokter.
‘Nee,’ zei Eduardo.
‘Je bent in het ziekenhuis,’ zei een zuster voor haar beurt.
‘Je bent er slecht aan toe,’ kapte de dokter haar af, ‘gelukkig ben je op tijd hier gebracht. Met flink wat rust kom je er wel weer boven op. Wat is er met je gebeurd?’
De barman begon zich dingen te herinneren. Hij balde met al zijn kracht de vuisten.
‘Nora,’ fluisterde hij, de kaken op elkaar geklemd.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Zeg laat je de boel wel heel,’ reageerde de taxichauffeur fel.
‘Als je doorrijdt,’ antwoordde Nigma, ‘ik heb haast.’
‘Het gaat een stuk sneller als de auto heel blijft. Eikel.’
‘Ja ja. Schiet nou maar op.’
De chauffeur zette de radio harder. Door de auto klonken de klanken van een rockband. Bij de woorden Time is running out begon de rechercheur op zijn nagels te bijten. Buiten begon de lucht in rap tempo dicht te trekken. Ook verschenen de eerste druppels op de ruit. Al snel zag hij niets meer. De taxichauffeur begon zijn vaart te minderen door het slechte zicht, tot groot ongenoegen van Eddy Nigma.
Helena was zojuist aangekomen bij haar huis. Voor het gebouw waar ze woonde, zocht ze in haar tas naar de sleutels. Helemaal onderop in haar tas vond ze de bos ijzer. Snel opende ze de enorme deur en ging naar binnen. Ze was doorweekt. De deur ging weer op slot. Helena liep de trap op terwijl ze haar jas openmaakte. Bij elke stap die ze zette liet ze een spoor van water achter dat de treden glad maakte. Omdat haar jas alle kanten op wapperde, werden ook de treden die ze nog moest nemen ook glad. Een enkele gleed ze uit maar kon zich nog net vasthouden aan de leuning. Ze vervloekte de ronde trap zachtjes, maar liep snel door. Ze wilde een douche nemen, ook om de stank die in het huis hing van zich af te wassen. Het hing er al dagen en werd steeds erger. Op haar verdieping opende Helena de deur en liep tegen een muur van stank aan. Ook rook ze vuurdampen, maar ze was te gefixeerd op het nemen van een douche dat ze besloot het te negeren. Terwijl ze al haar kleren uittrok liep ze naar de douche achterin de kamer. De zuster wist dat ze niet alleen was, maar had geen zin om een gesprek aan te knopen met haar huisgenoot.
Het douchewater deed Helena weer wat opleven. Alle stress van de dag voelde ze van zich afstromen. Haar rust werd abrupt verstoord door het steeds harder wordende gekreun van haar buurvrouw boven haar. Blijkbaar had ze bezoek, maar dat was voor Helena geen reden om zo luidruchtig te doen. Ze probeerde het te negeren en hing haar lange, donkere haar over haar oren in de hoop dat het iets zou schelen. Net toen ze haar rust weer had gevonden en de seksgeluiden van boven iets minder waren geworden, werd de zuster opnieuw gestoord. De deur van de badkamer vloog open. Helena probeerde zichzelf snel te bedekken met haar handen en armen.
‘Schiet eens op,’ hoorde ze haar huisgenoot zeggen, ‘ik heb je zo even nodig.’
‘Kun je niet even kloppen,’ riep Helena zonder goed zicht op de persoon die in de deuropening stond, ‘ik schrik me dood, mens.’
‘Daar is het nog te vroeg voor,’ luidde het antwoord.
‘Waarom moet ik opschieten dan? Ik sta er nog geen vijf minuten onder.’
‘We hebben een klein probleem, vrees ik.’
‘Dokter, hij komt weer bij!’
Eduardo ‘De Latino’ opende langzaam zijn ogen. Om hem heen stonden twee zusters en de dokter. De dokter keek streng, de zusters hoopvol en dankbaar tegelijk.
‘Enig idee waar je bent,’ vroeg de dokter.
‘Nee,’ zei Eduardo.
‘Je bent in het ziekenhuis,’ zei een zuster voor haar beurt.
‘Je bent er slecht aan toe,’ kapte de dokter haar af, ‘gelukkig ben je op tijd hier gebracht. Met flink wat rust kom je er wel weer boven op. Wat is er met je gebeurd?’
De barman begon zich dingen te herinneren. Hij balde met al zijn kracht de vuisten.
‘Nora,’ fluisterde hij, de kaken op elkaar geklemd.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
vrijdag 15 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 17
‘Geen amaretto?’
Mickey Blue Eyes keek een beetje angstig uit zijn ogen. Buiten het zicht hield hij zijn kruis vast.
‘Nee dank je,’ antwoordde hij, ‘alleen koffie is prima. ’
Vanuit de keuken hoorde de barman een kort gegrinnik.
‘Je weet niet wat je mist,’ riep Sacha, ‘maar mijn koffie is ook goed te doen, hoor!’
Het klonk Blue Eyes als muziek in de oren. Hij liet zich weer terug in de bank glijden om wat tot rust te komen. Rustig aan, dacht hij, niet iedere vrouw is op je ballen uit. Hoewel hij het toch bijzonder toevallig vond dat de vrouw bij wie hij nu in huis was hem amaretto aan had geboden, probeerde hij positief te blijven. Dat ging hem op deze bank bijzonder goed lukken. Hij wreef eens over zijn gezicht en luisterde naar het pruttelen van de koffie in de keuken. Toen hij zijn handen weer naast zich legde, kwam Sacha net uit de keuken.
‘Kijk eens, meneer,’ zei ze.
Op het tafeltje voor hem zette de gastvrouw een dienblad met twee kopjes espresso, twee glazen water en twee borden met een rijkelijk belegde sandwich op een dienblad neer op tafel. Mickey Blue Eyes keek vol ongeloof naar het dienblad en vervolgens in de blauwe ogen van Sacha.
‘Is dit niet teveel van het goede,’ vroeg hij.
‘Nauwelijks,’ plofte ze naast hem neer, ‘je bent gastvrouw of niet. Eet smakelijk.’
De barman boog zich voorover en pakte de overgebleven sandwich.
‘Van hetzelfde.’
Hij nam een hap waardoor er een druppel kerriemayonaise uit schoot. Bij het kauwen merkte hij dat er een vleugje sambal door de saus zat. Niet veel, maar het angstzweet brak hem aan alle kanten uit en kneep zijn benen wat bij elkaar.
‘Niet lekker,’ vroeg Sacha.
‘Jawel,’ zei de barman starend naar zijn voedsel, ‘alleen verwachtte ik die sambal niet.’
‘Geeft dat extra beetje,’ slikte de gastvrouw naast hem, ‘pit.’
Eddy Nigma stond op de gang. Zijn telefoon was afgegaan, precies op het moment dat hij een helpende hand moest bieden aan de dokter. Hij zag op het schermpje dat het nummer onbekend was. Er was maar een persoon die hem onbekend belde. Nog geen stap buiten de kamer waar Eduardo ‘De Latino’ in bedwang werd gehouden door het ziekenhuispersoneel nam hij op.
‘Floyd hier,’ klonk het door de telefoon, ‘luister goed. Ik bloed, maar ik leef. Neergeknald vanuit een raam, tegenover Slaakhuys. Slechte schutter. Iemand weet wie ik ben. Niet pluis. Denk dat het jouw pakkie an is. Verrekijker kunnen gebruiken. Schutter is een vrouw. Moet hangen. Zoek het uit, kan iets zijn.’
TUUT. TUUT. TUUT.
Eddy Nigma rende naar de trap en belde een taxi.
‘Wat was dat,’ vroeg Mickey Blue Eyes.
‘Vast mijn huisgenoot,’ zei Sacha terwijl ze over de borstkas van de barman wreef.
‘Het klonk als een pistoolschot.’
Met grote ernst en een klein beetje angst keek hij naar zijn gastvrouw. Mickey probeerde de vrouw weg te duwen, maar zij hield hem tegen en klom op zijn schoot.
‘Ze heeft een spijkerpistool,’ zei ze terwijl ze het shirt van de barman omhoog trok, ‘daarmee stond ze een keer in mijn deuropening omdat de stroom uit was gevallen. Woedend. Ze zal wel met iets nieuws bezig zijn. Net als wij nu gaan doen.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Mickey Blue Eyes keek een beetje angstig uit zijn ogen. Buiten het zicht hield hij zijn kruis vast.
‘Nee dank je,’ antwoordde hij, ‘alleen koffie is prima. ’
Vanuit de keuken hoorde de barman een kort gegrinnik.
‘Je weet niet wat je mist,’ riep Sacha, ‘maar mijn koffie is ook goed te doen, hoor!’
Het klonk Blue Eyes als muziek in de oren. Hij liet zich weer terug in de bank glijden om wat tot rust te komen. Rustig aan, dacht hij, niet iedere vrouw is op je ballen uit. Hoewel hij het toch bijzonder toevallig vond dat de vrouw bij wie hij nu in huis was hem amaretto aan had geboden, probeerde hij positief te blijven. Dat ging hem op deze bank bijzonder goed lukken. Hij wreef eens over zijn gezicht en luisterde naar het pruttelen van de koffie in de keuken. Toen hij zijn handen weer naast zich legde, kwam Sacha net uit de keuken.
‘Kijk eens, meneer,’ zei ze.
Op het tafeltje voor hem zette de gastvrouw een dienblad met twee kopjes espresso, twee glazen water en twee borden met een rijkelijk belegde sandwich op een dienblad neer op tafel. Mickey Blue Eyes keek vol ongeloof naar het dienblad en vervolgens in de blauwe ogen van Sacha.
‘Is dit niet teveel van het goede,’ vroeg hij.
‘Nauwelijks,’ plofte ze naast hem neer, ‘je bent gastvrouw of niet. Eet smakelijk.’
De barman boog zich voorover en pakte de overgebleven sandwich.
‘Van hetzelfde.’
Hij nam een hap waardoor er een druppel kerriemayonaise uit schoot. Bij het kauwen merkte hij dat er een vleugje sambal door de saus zat. Niet veel, maar het angstzweet brak hem aan alle kanten uit en kneep zijn benen wat bij elkaar.
‘Niet lekker,’ vroeg Sacha.
‘Jawel,’ zei de barman starend naar zijn voedsel, ‘alleen verwachtte ik die sambal niet.’
‘Geeft dat extra beetje,’ slikte de gastvrouw naast hem, ‘pit.’
Eddy Nigma stond op de gang. Zijn telefoon was afgegaan, precies op het moment dat hij een helpende hand moest bieden aan de dokter. Hij zag op het schermpje dat het nummer onbekend was. Er was maar een persoon die hem onbekend belde. Nog geen stap buiten de kamer waar Eduardo ‘De Latino’ in bedwang werd gehouden door het ziekenhuispersoneel nam hij op.
‘Floyd hier,’ klonk het door de telefoon, ‘luister goed. Ik bloed, maar ik leef. Neergeknald vanuit een raam, tegenover Slaakhuys. Slechte schutter. Iemand weet wie ik ben. Niet pluis. Denk dat het jouw pakkie an is. Verrekijker kunnen gebruiken. Schutter is een vrouw. Moet hangen. Zoek het uit, kan iets zijn.’
TUUT. TUUT. TUUT.
Eddy Nigma rende naar de trap en belde een taxi.
‘Wat was dat,’ vroeg Mickey Blue Eyes.
‘Vast mijn huisgenoot,’ zei Sacha terwijl ze over de borstkas van de barman wreef.
‘Het klonk als een pistoolschot.’
Met grote ernst en een klein beetje angst keek hij naar zijn gastvrouw. Mickey probeerde de vrouw weg te duwen, maar zij hield hem tegen en klom op zijn schoot.
‘Ze heeft een spijkerpistool,’ zei ze terwijl ze het shirt van de barman omhoog trok, ‘daarmee stond ze een keer in mijn deuropening omdat de stroom uit was gevallen. Woedend. Ze zal wel met iets nieuws bezig zijn. Net als wij nu gaan doen.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 12 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 16
De blonde vrouw opende met haar sleutels de deuren van het Slaakhuys. Er kwam een indringende geur van rottend vlees naar buiten. Mickey Blue Eyes kneep zijn neus dicht.
‘Nog even volhouden,’ zei de blondine, ‘we zijn bijna bij mij paleisje.’
‘Waar komt die stank vandaan,’ vroeg de barman.
‘Mijn huisgenootje,’ antwoordde ze, ‘die is kunstenares. Iets met dode dieren, beweert ze. Als het er net zo uit ziet als dat het ruikt, hoef ik het niet te zien. Hier de trap op.’
Terwijl ze de deur sloot wees ze naar een ronde trap omhoog. Met zijn shirt voor zijn neus begon Mickey Blue Eyes omhoog te lopen. Achter hem hoorde hij de deur op slot gedraaid worden. Dit wordt in ieder geval geen hit and run, dacht de blauwogige barman. De muren waren beklad met graffiti. Sommige pieces en tags namen de hele muur in beslag. Er was weinig muur meer te ontdekken. De barman keek om naar zijn gastvrouw om te zien of hij niet ergens een deur door moest. Zij gebaarde dat ze nog verder naar boven moesten. De geur van rottend vlees begon zich af te wisselen met verbrande kip. Mickey Blue Eyes stond op het punt om over te geven, maar hield zich in.
‘Boven aan de trap gang in en dan de achterste deur links,’ riep de gastvrouw achter de barman.
Hij stak zijn duim op zonder te kijken. De stank in het trappenhuis was niet om te harden. Mickey Blue Eyes ging bijna van zijn graatje.
‘Floyd, je valt weg,’ riep Eddy in zijn telefoon.
‘DE VERBINDING IS DOOR EEN TECHNISCHE STORING VERBROKEN. PROBEERT U…’
De rechercheur hing woest op en begon terug te lopen naar de dokters en zusters. Hij wilde nog eens het gesprek aangaan met Helena, die hem nu steeds bekender voor begon te komen. Was het niet de vrouw met wie hij een wandeling over de Oostzeedijk maakte? De vrouw die omkeerde en vrijwel opgelost leek? Hij moest het zeker weten. Daarnaast had hij beroepsmatig nog een aantal vragen.
‘Ben je er nog steeds,’ vroeg de dokter, ‘moet je geen rapport schrijven of iets?’
‘Waar is Helena,’ negeerde Nigma de opmerking, ‘de zuster?’
‘Die heb ik naar huis gestuurd. Daar hebben we niets meer aan vandaag. Helemaal overstuur. Dus dat is jammer voor jou. Je zult het met mij moeten doen.’
De twee mannen keken elkaar strak aan.
‘Volgens mij moet ik nog een rapport schrijven, bedenk ik me nu.’
De dokter kreeg een glimlach op zijn gezicht.
Er werd gegild vanuit een andere kamer. Eddy Nigma en de dokter keken om. Er kwam een andere zuster hysterisch uit de kamer van Eduardo ‘De Latino’ gerend. De dokter ving haar op en keek haar vragend aan.
‘De patiënt,’ piepte ze, ‘hij… Schuim, trillen. Help, dokter.’
Eddy Nigma rende de kamer in. De zuster had niet overdreven. Eduardo’s ogen bevatten geen pupillen, alleen oogwit. Al zijn spieren waren gespannen en hij trilde zo hard dat het hele bed rammelde. Het klembord aan het voeteneind viel op de grond. De dokter kwam binnen en vloog op het bed af. Op de gang schreeuwde de zuster verder en kwamen er nog twee binnen. De mond van De Latino begon vol te raken met schuim. Wat niet meer paste gleed langs zijn wang naar beneden. Eddy Nigma stond er wat verloren bij.
‘Handen uit de mouwen jij,’ riep de dokter naar hem, ‘houdt hem stil dan kunnen we hem een spuit geven.’
De gastvrouw deed de deur open voor de barman.
‘Na u,’ zei ze.
Mickey Blue Eyes liep langs de blondine de kamer in. In tegenstelling tot de rest van het huis rook het hier fris. Het was ook mooi ingericht. Witte muren, strak interieur. De barman haalde een hand door zijn bos krullen en moest even knipperen. Na de helse trapbeklimming door de stank had hij een net huis zoals dit absoluut niet verwacht. Achter hem werd de deur gesloten. Mickey keek om zich heen.
‘Welkom in mijn paleisje,’ zei de blondine terwijl ze haar jas over een bank gooide, ‘ik ben uw gastvrouw Sacha en ga voor u een overheerlijke sandwich maken. Wilt u misschien in de tussentijd iets drinken? Koffie, thee? Iets sterks?’
Ze liep langs de barman naar de keuken die afgezet werd door een muurtje.
‘Doe maar iets sterks,’ antwoordde Blue Eyes vanaf de bank, ‘dat kan ik nu wel gebruiken.’
‘Bier, wijn, wodka, zeg het maar.’
Sacha leunde met haar ellebogen op het muurtje voorover, om haar gast goed te kunnen horen.
‘Als er maar alcohol in zit.’
‘Ik heb ook een overheerlijke espresso in de aanbieding. Als likeurtje heb ik nog wat Disaronno Amaretto, als je dat lekker vindt.’
Mickey Blue Eyes schoot van schrik omhoog bij het woord amaretto.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Nog even volhouden,’ zei de blondine, ‘we zijn bijna bij mij paleisje.’
‘Waar komt die stank vandaan,’ vroeg de barman.
‘Mijn huisgenootje,’ antwoordde ze, ‘die is kunstenares. Iets met dode dieren, beweert ze. Als het er net zo uit ziet als dat het ruikt, hoef ik het niet te zien. Hier de trap op.’
Terwijl ze de deur sloot wees ze naar een ronde trap omhoog. Met zijn shirt voor zijn neus begon Mickey Blue Eyes omhoog te lopen. Achter hem hoorde hij de deur op slot gedraaid worden. Dit wordt in ieder geval geen hit and run, dacht de blauwogige barman. De muren waren beklad met graffiti. Sommige pieces en tags namen de hele muur in beslag. Er was weinig muur meer te ontdekken. De barman keek om naar zijn gastvrouw om te zien of hij niet ergens een deur door moest. Zij gebaarde dat ze nog verder naar boven moesten. De geur van rottend vlees begon zich af te wisselen met verbrande kip. Mickey Blue Eyes stond op het punt om over te geven, maar hield zich in.
‘Boven aan de trap gang in en dan de achterste deur links,’ riep de gastvrouw achter de barman.
Hij stak zijn duim op zonder te kijken. De stank in het trappenhuis was niet om te harden. Mickey Blue Eyes ging bijna van zijn graatje.
‘Floyd, je valt weg,’ riep Eddy in zijn telefoon.
‘DE VERBINDING IS DOOR EEN TECHNISCHE STORING VERBROKEN. PROBEERT U…’
De rechercheur hing woest op en begon terug te lopen naar de dokters en zusters. Hij wilde nog eens het gesprek aangaan met Helena, die hem nu steeds bekender voor begon te komen. Was het niet de vrouw met wie hij een wandeling over de Oostzeedijk maakte? De vrouw die omkeerde en vrijwel opgelost leek? Hij moest het zeker weten. Daarnaast had hij beroepsmatig nog een aantal vragen.
‘Ben je er nog steeds,’ vroeg de dokter, ‘moet je geen rapport schrijven of iets?’
‘Waar is Helena,’ negeerde Nigma de opmerking, ‘de zuster?’
‘Die heb ik naar huis gestuurd. Daar hebben we niets meer aan vandaag. Helemaal overstuur. Dus dat is jammer voor jou. Je zult het met mij moeten doen.’
De twee mannen keken elkaar strak aan.
‘Volgens mij moet ik nog een rapport schrijven, bedenk ik me nu.’
De dokter kreeg een glimlach op zijn gezicht.
Er werd gegild vanuit een andere kamer. Eddy Nigma en de dokter keken om. Er kwam een andere zuster hysterisch uit de kamer van Eduardo ‘De Latino’ gerend. De dokter ving haar op en keek haar vragend aan.
‘De patiënt,’ piepte ze, ‘hij… Schuim, trillen. Help, dokter.’
Eddy Nigma rende de kamer in. De zuster had niet overdreven. Eduardo’s ogen bevatten geen pupillen, alleen oogwit. Al zijn spieren waren gespannen en hij trilde zo hard dat het hele bed rammelde. Het klembord aan het voeteneind viel op de grond. De dokter kwam binnen en vloog op het bed af. Op de gang schreeuwde de zuster verder en kwamen er nog twee binnen. De mond van De Latino begon vol te raken met schuim. Wat niet meer paste gleed langs zijn wang naar beneden. Eddy Nigma stond er wat verloren bij.
‘Handen uit de mouwen jij,’ riep de dokter naar hem, ‘houdt hem stil dan kunnen we hem een spuit geven.’
De gastvrouw deed de deur open voor de barman.
‘Na u,’ zei ze.
Mickey Blue Eyes liep langs de blondine de kamer in. In tegenstelling tot de rest van het huis rook het hier fris. Het was ook mooi ingericht. Witte muren, strak interieur. De barman haalde een hand door zijn bos krullen en moest even knipperen. Na de helse trapbeklimming door de stank had hij een net huis zoals dit absoluut niet verwacht. Achter hem werd de deur gesloten. Mickey keek om zich heen.
‘Welkom in mijn paleisje,’ zei de blondine terwijl ze haar jas over een bank gooide, ‘ik ben uw gastvrouw Sacha en ga voor u een overheerlijke sandwich maken. Wilt u misschien in de tussentijd iets drinken? Koffie, thee? Iets sterks?’
Ze liep langs de barman naar de keuken die afgezet werd door een muurtje.
‘Doe maar iets sterks,’ antwoordde Blue Eyes vanaf de bank, ‘dat kan ik nu wel gebruiken.’
‘Bier, wijn, wodka, zeg het maar.’
Sacha leunde met haar ellebogen op het muurtje voorover, om haar gast goed te kunnen horen.
‘Als er maar alcohol in zit.’
‘Ik heb ook een overheerlijke espresso in de aanbieding. Als likeurtje heb ik nog wat Disaronno Amaretto, als je dat lekker vindt.’
Mickey Blue Eyes schoot van schrik omhoog bij het woord amaretto.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
maandag 11 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 15
‘Hé wakker worden!’
Eddy Nigma schudde Helena heen en weer. Langzaam deed ze haar ogen open.
‘Wat,’ stamelde ze, ‘wat is er…’
‘Dat kan ik beter aan jou vragen,’ siste de rechercheur, ‘wat de fuck is er gebeurd?’
Helena krabbelde overeind en keek om zich heen. Nu pas besefte ze dat ze was flauwgevallen.
‘Ik,’ begon ze, ‘ik moet zijn flauwgevallen. Eh…’
‘WAT DE FUCK IS ER GEBEURD? ZEG OP! JIJ WAS DE ENIGE…’
De rechercheur werd weggetrokken van de zuster door de dokter.
‘WEL GODVERDOMME,’ zei de dokter luid, ‘ik heb je gewaarschuwd. Je mag dan wel van de politie zijn, maar dit is godverdomme wel een ziekenhuis. Je gedraagt je, of je sodemietert op. Sterker nog, ik donderstraal je eigenhandig naar beneden. Begrepen?’
Eddy Nigma kalmeerde enigszins. De weinige uren slaap begonnen hem nu serieus op te breken.
‘Heb jij dan een goede verklaring voor wat er zojuist is gebeurd,’ vroeg Nigma aan de dokter.
‘Nee,’ zei hij terwijl hij Helena verder omhoog hielp, ‘maar dat is jouw taak. Wij helpen mensen, jij onderzoekt misdaden. Of zie ik dat nu verkeerd?’
Eddy Nigma moest hem gelijk geven.
‘Mag ik de zuster laten zien wat er gebeurd is?’
‘Jongens, waar gaat dit over,’ vroeg Helena lichtelijk gestrest.
De dokter liet haar los.
Helena keek de dokter vragend aan, maar hij ontweek haar blik. Toen keek ze naar de rechercheur die haar de hand reikte. Ze pakte hem en volgde hem naar de kamer waar de laatste nieuwe patiënt was binnen gebracht. Voor de kamer stonden een aantal andere zusters te huilen. Ze hadden gehoord van de gebeurtenis en waren nieuwsgierig geworden. Het was ze tegen gevallen. Een enkele zuster was aan het overgeven in de wc van de kamer. Eddy Nigma sleurde Helena mee de kamer in. Op de achtergrond hoorde ze haar collega overgeven en werd er zelf ook onpasselijk van.
‘Wat moet ik zien,’ vroeg ze aan de rechercheur.
‘Twee dingen,’ antwoordde Eddy Nigma en tilde een kussen van het hoofd van de patiënt. In het voorhoofd van de man zit een klein gaatje. Onder zijn hoofd was het bed roodgekleurd van het bloed. Helena sloeg een hand voor haar mond.
‘En dan nu het tweede bedrijf,’ grapte de rechercheur wat ongemakkelijk.
Hij sloeg de lakens van het lichaam. Onder het kruis van de man lag ook een plas bloed. In het verband zat eenzelfde soort gaatje als in het hoofd. Helena ging zitten op het lege bed ernaast. Ze hield nu twee handen voor haar mond.
‘Dus,’ zei Eddy Nigma, ‘ik vrees dat ik het je opnieuw ga vragen: is hier iemand geweest, en zo ja, wie was dat?’
Helena begon te huilen. Ze probeerde zich iets te herinneren. Er doemde een schim van een blonde vrouw op, maar ze kon niet ontdekken of het een zuster was of een bezoeker. Toen nam de schim een mannelijke vorm aan. Ze raakte ervan in de war. Eddy Nigma wachtte op antwoord. Helena wist het niet meer. Ze vond het bijna onwerkelijk wat er nu gebeurde.
‘Nee,’ snikte ze, ‘ik geloof het niet. Misschien toen ik was flauwgevallen.’
‘Dit is toch fucking ongelofelijk,’ mompelde de rechercheur.
Toen ging zijn telefoon. Hij liep de kamer uit om op te nemen. Het was rumoerig op de gang geworden. De zusters werden hysterisch. De dokter had er zijn handen vol aan om ze te kalmeren. Eddy Nigma besloot verder te lopen om zijn telefoon op te nemen. Helena bleef huilend achter bij het lijk. Niemand had door dat Eduardo ‘De Latino’ happend naar adem wakker was geworden.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Eddy Nigma schudde Helena heen en weer. Langzaam deed ze haar ogen open.
‘Wat,’ stamelde ze, ‘wat is er…’
‘Dat kan ik beter aan jou vragen,’ siste de rechercheur, ‘wat de fuck is er gebeurd?’
Helena krabbelde overeind en keek om zich heen. Nu pas besefte ze dat ze was flauwgevallen.
‘Ik,’ begon ze, ‘ik moet zijn flauwgevallen. Eh…’
‘WAT DE FUCK IS ER GEBEURD? ZEG OP! JIJ WAS DE ENIGE…’
De rechercheur werd weggetrokken van de zuster door de dokter.
‘WEL GODVERDOMME,’ zei de dokter luid, ‘ik heb je gewaarschuwd. Je mag dan wel van de politie zijn, maar dit is godverdomme wel een ziekenhuis. Je gedraagt je, of je sodemietert op. Sterker nog, ik donderstraal je eigenhandig naar beneden. Begrepen?’
Eddy Nigma kalmeerde enigszins. De weinige uren slaap begonnen hem nu serieus op te breken.
‘Heb jij dan een goede verklaring voor wat er zojuist is gebeurd,’ vroeg Nigma aan de dokter.
‘Nee,’ zei hij terwijl hij Helena verder omhoog hielp, ‘maar dat is jouw taak. Wij helpen mensen, jij onderzoekt misdaden. Of zie ik dat nu verkeerd?’
Eddy Nigma moest hem gelijk geven.
‘Mag ik de zuster laten zien wat er gebeurd is?’
‘Jongens, waar gaat dit over,’ vroeg Helena lichtelijk gestrest.
De dokter liet haar los.
Helena keek de dokter vragend aan, maar hij ontweek haar blik. Toen keek ze naar de rechercheur die haar de hand reikte. Ze pakte hem en volgde hem naar de kamer waar de laatste nieuwe patiënt was binnen gebracht. Voor de kamer stonden een aantal andere zusters te huilen. Ze hadden gehoord van de gebeurtenis en waren nieuwsgierig geworden. Het was ze tegen gevallen. Een enkele zuster was aan het overgeven in de wc van de kamer. Eddy Nigma sleurde Helena mee de kamer in. Op de achtergrond hoorde ze haar collega overgeven en werd er zelf ook onpasselijk van.
‘Wat moet ik zien,’ vroeg ze aan de rechercheur.
‘Twee dingen,’ antwoordde Eddy Nigma en tilde een kussen van het hoofd van de patiënt. In het voorhoofd van de man zit een klein gaatje. Onder zijn hoofd was het bed roodgekleurd van het bloed. Helena sloeg een hand voor haar mond.
‘En dan nu het tweede bedrijf,’ grapte de rechercheur wat ongemakkelijk.
Hij sloeg de lakens van het lichaam. Onder het kruis van de man lag ook een plas bloed. In het verband zat eenzelfde soort gaatje als in het hoofd. Helena ging zitten op het lege bed ernaast. Ze hield nu twee handen voor haar mond.
‘Dus,’ zei Eddy Nigma, ‘ik vrees dat ik het je opnieuw ga vragen: is hier iemand geweest, en zo ja, wie was dat?’
Helena begon te huilen. Ze probeerde zich iets te herinneren. Er doemde een schim van een blonde vrouw op, maar ze kon niet ontdekken of het een zuster was of een bezoeker. Toen nam de schim een mannelijke vorm aan. Ze raakte ervan in de war. Eddy Nigma wachtte op antwoord. Helena wist het niet meer. Ze vond het bijna onwerkelijk wat er nu gebeurde.
‘Nee,’ snikte ze, ‘ik geloof het niet. Misschien toen ik was flauwgevallen.’
‘Dit is toch fucking ongelofelijk,’ mompelde de rechercheur.
Toen ging zijn telefoon. Hij liep de kamer uit om op te nemen. Het was rumoerig op de gang geworden. De zusters werden hysterisch. De dokter had er zijn handen vol aan om ze te kalmeren. Eddy Nigma besloot verder te lopen om zijn telefoon op te nemen. Helena bleef huilend achter bij het lijk. Niemand had door dat Eduardo ‘De Latino’ happend naar adem wakker was geworden.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
Ballen zonder pegels - deel 14
Helena hoorde de hakken van de blonde vrouw. Ze was zonder dat Helena het gehoord had een kamer ingelopen. De kamer waar een uur geleden nog een nieuwe patiënt was binnen gereden. De vrouw draaide zich opeens om en keek naar Helena. Dwars door haar heen. Toen knikte ze. Helena lachte schaapachtig en zwaaide. De vrouw met het korte haar zei de zuster gedag en verdween toen richting het trappenhuis. Helena vond het vreemd. Er was juist een hele goede lift, maar de vrouw liep fier de trap af.
De zuster kreeg een opvlieger. Ze had nog niet ontbeten. Snel opende ze haar tas op zoek naar haar flesje water en nam een paar grote slokken. Het had even geholpen maar al snel begon ze het opnieuw warm te krijgen. Helena probeerde te leunen op de balie, maar haar armen voelden net als gekookte spaghetti. Ook haar knieën werden week. Toen werd alles zwart voor haar ogen.
Mickey Blue Eyes liep inwendig vloekend het parkeerterrein voor het ziekenhuis op. Hij kon niet geloven dat de rechercheur hem verdacht zijn collega Eduardo ‘De Latino’ het ziekenhuis in gewerkt zou hebben. Ze waren al jarenlang bevriend. Blue Eyes kon zich ook niet voorstellen dat hij vijanden had gemaakt. Vooral niet onder vrouwen, die Eduardo maar al te graag aandacht schonk. Misschien die Nora, die ook bot tegen Mickey had gedaan. Beledigd wegging. Nee, dat was het ook niet. Ze had hem verkeerd begrepen, meer niet. Toen ging ze weg.
Er stopte een auto voor Mickey’s voeten. De barman schrok en sprong in een katachtige reflex naar achteren. Een knalgele Mini Cooper S cabrio. Achter het stuur zat de kortgeknipte blondine waar zowel Mickey Blue Eyes als de rechercheur Eddy Nigma naar staarden toen ze het ziekenhuis binnenkwam. Ze lachte vriendelijk naar hem.
‘Kan ik je een lift aanbieden,’ vroeg ze.
‘Daar zeg ik geen nee tegen,’ antwoordde de barman.
‘Op een voorwaarde.’
‘En dat is,’ vroeg de barman terwijl hij instapte.
‘Dat we naar mijn huis gaan. Ik heb trek in iets lekkers.’
De deur van de cabrio sloot.
‘Als je doelt op eten, graag,’ zei Mickey Blue Eyes.
De blondine keek hem indringend aan.
‘En wat nou als ik op iets anders doel,’ vroeg ze.
‘Dan moet ik nog steeds eerst iets eten.’
De bestuurder van de knalgele Mini Cooper S cabrio liet de motor ronken en trok op. Vlak voor de uitgang remde ze af.
‘Nog iets,’ zei ze terwijl ze het verkeer in de gaten hield, ‘wil je uit het handschoenenkastje mijn zonnebril pakken?’
De barman knikte en opende het vakje voor hem. Hij pakte de zonnebril en gaf die aan zijn chauffeuse.
‘Dank je,’ knipoogde ze.
Vlak voor Blue Eyes het deurtje weer dicht wilde doen, viel zijn oog op iets anders. De blonde vrouw naast hem had het door dat hij nog iets zag liggen.
‘Een hobby van me, niets om je zorgen om te maken.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
De zuster kreeg een opvlieger. Ze had nog niet ontbeten. Snel opende ze haar tas op zoek naar haar flesje water en nam een paar grote slokken. Het had even geholpen maar al snel begon ze het opnieuw warm te krijgen. Helena probeerde te leunen op de balie, maar haar armen voelden net als gekookte spaghetti. Ook haar knieën werden week. Toen werd alles zwart voor haar ogen.
Mickey Blue Eyes liep inwendig vloekend het parkeerterrein voor het ziekenhuis op. Hij kon niet geloven dat de rechercheur hem verdacht zijn collega Eduardo ‘De Latino’ het ziekenhuis in gewerkt zou hebben. Ze waren al jarenlang bevriend. Blue Eyes kon zich ook niet voorstellen dat hij vijanden had gemaakt. Vooral niet onder vrouwen, die Eduardo maar al te graag aandacht schonk. Misschien die Nora, die ook bot tegen Mickey had gedaan. Beledigd wegging. Nee, dat was het ook niet. Ze had hem verkeerd begrepen, meer niet. Toen ging ze weg.
Er stopte een auto voor Mickey’s voeten. De barman schrok en sprong in een katachtige reflex naar achteren. Een knalgele Mini Cooper S cabrio. Achter het stuur zat de kortgeknipte blondine waar zowel Mickey Blue Eyes als de rechercheur Eddy Nigma naar staarden toen ze het ziekenhuis binnenkwam. Ze lachte vriendelijk naar hem.
‘Kan ik je een lift aanbieden,’ vroeg ze.
‘Daar zeg ik geen nee tegen,’ antwoordde de barman.
‘Op een voorwaarde.’
‘En dat is,’ vroeg de barman terwijl hij instapte.
‘Dat we naar mijn huis gaan. Ik heb trek in iets lekkers.’
De deur van de cabrio sloot.
‘Als je doelt op eten, graag,’ zei Mickey Blue Eyes.
De blondine keek hem indringend aan.
‘En wat nou als ik op iets anders doel,’ vroeg ze.
‘Dan moet ik nog steeds eerst iets eten.’
De bestuurder van de knalgele Mini Cooper S cabrio liet de motor ronken en trok op. Vlak voor de uitgang remde ze af.
‘Nog iets,’ zei ze terwijl ze het verkeer in de gaten hield, ‘wil je uit het handschoenenkastje mijn zonnebril pakken?’
De barman knikte en opende het vakje voor hem. Hij pakte de zonnebril en gaf die aan zijn chauffeuse.
‘Dank je,’ knipoogde ze.
Vlak voor Blue Eyes het deurtje weer dicht wilde doen, viel zijn oog op iets anders. De blonde vrouw naast hem had het door dat hij nog iets zag liggen.
‘Een hobby van me, niets om je zorgen om te maken.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
maandag 4 juli 2011
Ballen zonder pegels - deel 13
Eddy Nigma had zijn handen net gewassen en opende de deur van de wc. Toen hij weer de hoek om kwam lopen zag het oude vrouwtje hem al aankomen. Meteen begon ze een espresso voor de rechercheur te maken. Eddy moest er een beetje om lachen. De vrouw gaf hem lang verborgen moedergevoelens terug. Hij wachtte geduldig op zijn koffie totdat hij werd afgeleid. Vanaf de ingang van het ziekenhuis kwam een sexy vrouw aangelopen. De liftdeuren links van de koffiehoek gingen open. Mickey Blue Eyes kwam er over zijn gezicht wrijvend uit. Toen hij zijn ogen opende zag hij de rechercheur staan bij de koffiehoek. Daar had hij nu helemaal geen zin in en wilde gaan lopen. Maar net toen Mickey naar de uitgang wilde lopen zag hij de vrouw waar Eddy Nigma naar staarde.
De vrouw keek op. Ze zag twee mannen afzonderlijk van elkaar naar haar kijken. Mickey Blue Eyes keek naar het korte jongensachtige kapsel van de vrouw. Eddy Nigma was betoverd door haar blauwe ogen. De vrouw ritste haar bruin leren jasje open. Het hoofd van de barman deinde mee op het ritme van de heupen in de donkerblauwe spijkerbroek. De rechercheur kreeg net zijn kopje espresso aangereikt toen hij het witte topje bewonderde dat de ronde vormen van de bescheiden buste accentueerde. Mickey kreeg rillingen van de knalrode pumps die op de grond tikten. De vrouw stond nu stil en keek de heren om beurten aan zonder te lachen.
‘Af jongens,’ zei ze, ‘dit is een ziekenhuis.’
Eddy Nigma keek naar Mickey Blue Eyes en vice versa.
‘Er is genoeg van mij voor iedereen,’ zei de vrouw met een hese stem, ‘maar nu even niet. Pardon.’
De vrouw liep tussen de mannen door en verdween in de lift.
Mickey Blue Eyes keek weer geïrriteerd en vermoeid naar Eddy Nigma. De rechercheur moest even wegkijken om zijn espresso te pakken. Toen liep hij naar een tafeltje om rustig zijn koffie te drinken. Ook hij was vermoeid door de lange nacht. Een van de velen die hem aan het slopen waren, maar hij wilde niet rusten. Toen hij eindelijk zat en in zijn kopje roerde keek hij terug naar de barman. Hij wees op de stoel naast hem, als teken dat Blue Eyes bij deze uitgenodigd was om erbij te komen zitten. De barman knikte van nee en liep weg. Eddy Nigma stopte zijn hand in zijn binnenzak – zo leek het – en haalde er zijn Colt uit. Hij richtte het pistool op de barman en had zijn vinger op de trekker.
‘Tenzij je ook in een ziekenhuisbed wil liggen met een kogel in je reet, ga je nu zitten,’ zei de rechercheur koeltjes.
Mickey Blue Eyes draaide zich om en keek recht in de loop van het wapen.
‘Serieus,’ zei de barman, ‘in een ziekenhuis?’
‘Wie heeft hier de penning en het pistool? Jij of ik?’
De man met de blauwe ogen liep rustig op het tafeltje af en nam plaats.
‘Dat is al veel beter,’ zei Eddy Nigma, ‘wil je ook een kopje espresso?’
De barman schudde zijn hoofd.
‘Wat moet je van me,’ vroeg hij. Mickey Blue Eyes had nog steeds geen zin om met de man tegenover hem te praten. Hij wilde slapen.
‘Weet jij wat er gebeurt is met je collega?’
Eddy Nigma had besloten meer druk te zetten in de hoop iets te weten te komen.
‘Nou,’ leunde Blue Eyes achterover, ‘ik wil er eigenlijk niets over zeggen. Dat recht heb ik toch?’
‘Dat klopt.’
‘Wat ik wel kan zeggen: ik hoop dat het jou overkomt. Je bent vervelend.’
‘En waarom dan wel?’
Eddy Nigma nam nog een slok van zijn espresso.
‘Omdat jij impliceert dat ik er iets mee te maken heb, maar dat is dus mooi niet zo.’
‘Waarom geef je dan de indruk van wel,’ vroeg de rechercheur.
‘Ik was aan het werk, weet je wel. We stonden met z’n tweeën achter de bar.’
‘Waar was je collega dan toen hij werd aangevallen?’
‘Het magazijn. Mag ik nu gaan? Ik wil slapen.’
Mickey Blue Eyes stond op, maar Eddy Nigma had het idee dat er informatie achter werd gehouden.
‘Ben jij de enige die wist dat hij in het magazijn was?’
‘Misschien,’ haalde Mickey zijn schouders op, ‘weet ik veel. Maakt dat wat uit?’
‘Jazeker,’ zei de rechercheur, ‘want je maakt jezelf verdacht. Als jij de enige bent die wist waar hij was op het moment van de misdaad, kan ik niet uitsluiten dat jij er iets mee te maken hebt.’
‘Bullshit,’ reageerde Blue Eyes fel, ‘het is mijn collega en maat. Die zou ik nooit iets aandoen, zeker niet dit.’
‘Voor mij een vraag, voor jou een weet.’
De barman snoof en wilde weglopen.
‘Bekijk het effe,’ zei hij, ‘ik ga slapen. Idioot.’
Mickey Blue Eyes liep naar de uitgang.
‘Ik zou in de buurt blijven als ik jou was,’ riep Eddy Nigma hem na.
De barman stak zonder om te kijken zijn middelvinger op naar de rechercheur.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
De vrouw keek op. Ze zag twee mannen afzonderlijk van elkaar naar haar kijken. Mickey Blue Eyes keek naar het korte jongensachtige kapsel van de vrouw. Eddy Nigma was betoverd door haar blauwe ogen. De vrouw ritste haar bruin leren jasje open. Het hoofd van de barman deinde mee op het ritme van de heupen in de donkerblauwe spijkerbroek. De rechercheur kreeg net zijn kopje espresso aangereikt toen hij het witte topje bewonderde dat de ronde vormen van de bescheiden buste accentueerde. Mickey kreeg rillingen van de knalrode pumps die op de grond tikten. De vrouw stond nu stil en keek de heren om beurten aan zonder te lachen.
‘Af jongens,’ zei ze, ‘dit is een ziekenhuis.’
Eddy Nigma keek naar Mickey Blue Eyes en vice versa.
‘Er is genoeg van mij voor iedereen,’ zei de vrouw met een hese stem, ‘maar nu even niet. Pardon.’
De vrouw liep tussen de mannen door en verdween in de lift.
Mickey Blue Eyes keek weer geïrriteerd en vermoeid naar Eddy Nigma. De rechercheur moest even wegkijken om zijn espresso te pakken. Toen liep hij naar een tafeltje om rustig zijn koffie te drinken. Ook hij was vermoeid door de lange nacht. Een van de velen die hem aan het slopen waren, maar hij wilde niet rusten. Toen hij eindelijk zat en in zijn kopje roerde keek hij terug naar de barman. Hij wees op de stoel naast hem, als teken dat Blue Eyes bij deze uitgenodigd was om erbij te komen zitten. De barman knikte van nee en liep weg. Eddy Nigma stopte zijn hand in zijn binnenzak – zo leek het – en haalde er zijn Colt uit. Hij richtte het pistool op de barman en had zijn vinger op de trekker.
‘Tenzij je ook in een ziekenhuisbed wil liggen met een kogel in je reet, ga je nu zitten,’ zei de rechercheur koeltjes.
Mickey Blue Eyes draaide zich om en keek recht in de loop van het wapen.
‘Serieus,’ zei de barman, ‘in een ziekenhuis?’
‘Wie heeft hier de penning en het pistool? Jij of ik?’
De man met de blauwe ogen liep rustig op het tafeltje af en nam plaats.
‘Dat is al veel beter,’ zei Eddy Nigma, ‘wil je ook een kopje espresso?’
De barman schudde zijn hoofd.
‘Wat moet je van me,’ vroeg hij. Mickey Blue Eyes had nog steeds geen zin om met de man tegenover hem te praten. Hij wilde slapen.
‘Weet jij wat er gebeurt is met je collega?’
Eddy Nigma had besloten meer druk te zetten in de hoop iets te weten te komen.
‘Nou,’ leunde Blue Eyes achterover, ‘ik wil er eigenlijk niets over zeggen. Dat recht heb ik toch?’
‘Dat klopt.’
‘Wat ik wel kan zeggen: ik hoop dat het jou overkomt. Je bent vervelend.’
‘En waarom dan wel?’
Eddy Nigma nam nog een slok van zijn espresso.
‘Omdat jij impliceert dat ik er iets mee te maken heb, maar dat is dus mooi niet zo.’
‘Waarom geef je dan de indruk van wel,’ vroeg de rechercheur.
‘Ik was aan het werk, weet je wel. We stonden met z’n tweeën achter de bar.’
‘Waar was je collega dan toen hij werd aangevallen?’
‘Het magazijn. Mag ik nu gaan? Ik wil slapen.’
Mickey Blue Eyes stond op, maar Eddy Nigma had het idee dat er informatie achter werd gehouden.
‘Ben jij de enige die wist dat hij in het magazijn was?’
‘Misschien,’ haalde Mickey zijn schouders op, ‘weet ik veel. Maakt dat wat uit?’
‘Jazeker,’ zei de rechercheur, ‘want je maakt jezelf verdacht. Als jij de enige bent die wist waar hij was op het moment van de misdaad, kan ik niet uitsluiten dat jij er iets mee te maken hebt.’
‘Bullshit,’ reageerde Blue Eyes fel, ‘het is mijn collega en maat. Die zou ik nooit iets aandoen, zeker niet dit.’
‘Voor mij een vraag, voor jou een weet.’
De barman snoof en wilde weglopen.
‘Bekijk het effe,’ zei hij, ‘ik ga slapen. Idioot.’
Mickey Blue Eyes liep naar de uitgang.
‘Ik zou in de buurt blijven als ik jou was,’ riep Eddy Nigma hem na.
De barman stak zonder om te kijken zijn middelvinger op naar de rechercheur.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
Ballen zonder pegels - deel 12
‘Wat voor slaapmiddel,’ vroeg Blue Eyes bezorgd.
‘Niets om je druk over te maken,’ antwoordde Helena, ‘dit is gewoon de standaardprocedure. Als je me wilt excuseren. Ik moet mijn ronde doen.’
Helena borg de spuit weer op en hing het klembord weer aan het voeteneind. Toen lachte ze vriendelijk naar Mickey Blue Eyes en liep de kamer uit. Blue Eyes meende haar te herkennen, maar hij kon haar niet plaatsen. Hij kende wel vrouwen die een bril droegen, maar geen van hen werkte in een ziekenhuis. Rustig, zei Mickey tegen zichzelf, ze doet gewoon haar werk. Toen ging de barman naast het bed van zijn collega zitten.
‘Wat de fuck is er gebeurd, gast,’ zei hij zacht.
De rechercheur zat in de koffiehoek van het ziekenhuis een aantal koffie te drinken om wakker te blijven. Maar vooral om helder te blijven. Dit is in de zaak de eerste keer dat er zo weinig tijd zit tussen twee slachtoffers. Eddy vroeg zich af of hij Floyd moest bellen. Misschien wist hij al iets. Eddy Nigma besloot het erop te wagen. Hij zette zijn dubbele espresso op tafel en pakte zijn telefoon.
‘Ben d’r niet,’ klonk het uit zijn telefoon, gevolgd door een piep.
‘Godverdomme.’
Eddy Nigma griste gefrustreerd zijn espresso.
De rechercheur probeerde nog eens te bellen. Weer niets. Hij dronk zijn espresso leeg, bracht het kopje terug naar de koffiestand en bestelde er nog een. Ook vroeg Eddy Nigma waar de toiletten waren.
‘Stukje doorlopen, dan naar rechts en dan aan je linkerhand de tweede deur,’ zei het oude vrouwtje achter de toonbank.
‘Bedankt.’
Eddy Nigma rekende af en begon te lopen.
‘Als je terugkomt, staat je koffie klaar,’ riep het oude vrouwtje van de koffiestand.
Eddy Nigma wuifde een bedankje en ging de hoek om.
Mickey Blue Eyes had het wel gezien op de kamer van zijn collega. ‘De Latino’ zou voorlopig niet wakker worden. De zuster had hem verzekerd dat hij veel moest rusten. Misschien moest hij dat zelf ook maar gaan doen. Dan zou hij morgen weer langskomen. Of de dag erna. Blue Eyes vroeg zich af wat de bezoektijden waren en liep de kamer uit op zoek naar de zuster.
Helena stond aan de balie en had de telefoon aan haar oor. Ze stond bij iemand in de wacht en kon Mickey dus makkelijk te woord staan. Hij vroeg naar de bezoekuren. Voordat de zuster antwoord kon geven, kreeg ze iemand aan de lijn. Mickey Blue Eyes moest even wachten. Ze rommelde wat in een aantal laatjes en gaf de barman uiteindelijk een papiertje met de tijden erop. Mickey Blue Eyes bedankte en liep naar de lift. Helena legde de hoorn neer op het moment dat de liftdeuren sloten. Ze keek naar de barman in de lift. De barman stond zojuist te geeuwen. Tegelijkertijd dacht hij aan de zuster. Ze leek op iemand, maar kon niet bedenken op wie. De vermoeidheid sloeg nu ook bij de barman toe. Het was een lange nacht geweest.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Niets om je druk over te maken,’ antwoordde Helena, ‘dit is gewoon de standaardprocedure. Als je me wilt excuseren. Ik moet mijn ronde doen.’
Helena borg de spuit weer op en hing het klembord weer aan het voeteneind. Toen lachte ze vriendelijk naar Mickey Blue Eyes en liep de kamer uit. Blue Eyes meende haar te herkennen, maar hij kon haar niet plaatsen. Hij kende wel vrouwen die een bril droegen, maar geen van hen werkte in een ziekenhuis. Rustig, zei Mickey tegen zichzelf, ze doet gewoon haar werk. Toen ging de barman naast het bed van zijn collega zitten.
‘Wat de fuck is er gebeurd, gast,’ zei hij zacht.
De rechercheur zat in de koffiehoek van het ziekenhuis een aantal koffie te drinken om wakker te blijven. Maar vooral om helder te blijven. Dit is in de zaak de eerste keer dat er zo weinig tijd zit tussen twee slachtoffers. Eddy vroeg zich af of hij Floyd moest bellen. Misschien wist hij al iets. Eddy Nigma besloot het erop te wagen. Hij zette zijn dubbele espresso op tafel en pakte zijn telefoon.
‘Ben d’r niet,’ klonk het uit zijn telefoon, gevolgd door een piep.
‘Godverdomme.’
Eddy Nigma griste gefrustreerd zijn espresso.
De rechercheur probeerde nog eens te bellen. Weer niets. Hij dronk zijn espresso leeg, bracht het kopje terug naar de koffiestand en bestelde er nog een. Ook vroeg Eddy Nigma waar de toiletten waren.
‘Stukje doorlopen, dan naar rechts en dan aan je linkerhand de tweede deur,’ zei het oude vrouwtje achter de toonbank.
‘Bedankt.’
Eddy Nigma rekende af en begon te lopen.
‘Als je terugkomt, staat je koffie klaar,’ riep het oude vrouwtje van de koffiestand.
Eddy Nigma wuifde een bedankje en ging de hoek om.
Mickey Blue Eyes had het wel gezien op de kamer van zijn collega. ‘De Latino’ zou voorlopig niet wakker worden. De zuster had hem verzekerd dat hij veel moest rusten. Misschien moest hij dat zelf ook maar gaan doen. Dan zou hij morgen weer langskomen. Of de dag erna. Blue Eyes vroeg zich af wat de bezoektijden waren en liep de kamer uit op zoek naar de zuster.
Helena stond aan de balie en had de telefoon aan haar oor. Ze stond bij iemand in de wacht en kon Mickey dus makkelijk te woord staan. Hij vroeg naar de bezoekuren. Voordat de zuster antwoord kon geven, kreeg ze iemand aan de lijn. Mickey Blue Eyes moest even wachten. Ze rommelde wat in een aantal laatjes en gaf de barman uiteindelijk een papiertje met de tijden erop. Mickey Blue Eyes bedankte en liep naar de lift. Helena legde de hoorn neer op het moment dat de liftdeuren sloten. Ze keek naar de barman in de lift. De barman stond zojuist te geeuwen. Tegelijkertijd dacht hij aan de zuster. Ze leek op iemand, maar kon niet bedenken op wie. De vermoeidheid sloeg nu ook bij de barman toe. Het was een lange nacht geweest.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
woensdag 29 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 11
Helena rommelde wat in haar tas. Ze zocht haar brillendoekje, want ze zag door de glazen dat er vetvlekken op zat. Toen ze die gevonden had, deed ze haar bril af en maakte de glazen schoon. Plotseling hoorde ze een bed aan komen rijden met druk pratende mensen. Alweer een nieuw persoon? Het bed met een aantal dokters en assistenten kwam de hoek omzetten. Eddy Nigma liep ernaast en viel de dokter lastig met vragen. Helena zag hem en draaide zich om. Ze herkende hem, maar wilde niet dat hij erachter kwam dat zij een simpele zuster was. Eddy Nigma keek langs de dokters naar de zuster die er stond, maar zag alleen de rug. Hij zou later op haar afstappen of zij misschien iets verdachts gezien had. Toen verdween hij in een kamer na de dokters. Twee kamers verder dan waar Eduardo ‘De Latino’ lag.
Toen Helena opkeek, was er niemand meer op de gang. Ze zette haar bril weer op en besloot eens een kijkje te nemen aan de gewonde die was binnengebracht tijdens haar afwezigheid.
‘Luister eens,’ viel de dokter uit, ‘je werkt me flink op de zenuwen. Als je nou niet snel opdondert, laat ik je eruit zetten door de beveiliging. Ik probeer hier een gewonde man te verzorgen, godverdomme.’
De dokter beet uit frustratie zijn pen kapot.
‘Oké,’ zei Eddy Nigma teleurgesteld, ‘ik ga al. Maar ik kom straks terug. Ik moet weten wat er met hem gebeurd is.’
‘OPROTTEN! NU!’
De dokter verloor zijn zelfbeheersing en gaf de rechercheur een harde duw. Nigma viel met zijn rug tegen de rand van het bed aan dat achter hem stond. Een pijnscheut vloerde hem bijna, maar hij greep het bed. Zwijgend droop hij de kamer uit.
Op de gang keek hij rond. Misschien had de zuster nog iets om de pijn wat te verzachten. Maar ze was nergens te bekennen.
‘Dan maar koffie halen,’ fluisterde Eddy Nigma en schuifelde naar de lift.
Helena pakte het klembord van het voeteneind. Ze las de gegevens terwijl ze naast het bed ging staan.
‘Arm schaap,’ zei ze en legde een hand op het voorhoofd van Eduardo ‘De Latino’, ‘je kon er vast niets aan doen.’
Zijn voorhoofd voelde een beetje klam aan. Daarop liep ze naar de wastafel en maakte een doekje nat.
‘Dus jij bent ook een slachtoffer van die mannenhaatster,’ zei Helena terwijl ze zijn voorhoofd afveegde, ‘dat is wel pech hebben. Misschien heb je het wel verdiend. Misschien ook niet. Je bent blijkbaar gespaard door iemand die haar ballen zonder pegels wil.’
Uit haar borstzakje haalde ze een prik en haalde de dop van de naald.
‘Het is maar goed dat je nu even wat rust krijgt.’
Ze haalde de vochttoevoerbuisje uit zijn infuus.
‘Dat je even niet aan je zere zaakje hoeft te denken.’
Helena zette de spuit in het infuus en haar duim was klaar om te drukken.
‘Weg van je leven. Van alle boosaardige mensen om je heen, die je pijn willen doen.’
Ze liet de spuit los en streelde met een vinger Eduardo’s wang.
‘Hier ga je lekker van dromen,’ fluisterde Helena, ‘en als je wakker wordt. Als je al wakker wordt, dan. Dan wil je niets anders meer.’
Helena zette haar duim weer op de spuit en drukte gelijkmatig.
Op dat moment kwam Mickey Blue Eyes uit de wc.
‘U bent een andere zuster,’ zei hij in de deuropening.
‘Dat klopt,’ zei Helena rustig, ‘u bent een vriend?’
Blue Eyes beaamde dit. Helena haalde de spuit uit het infuus, stopte het vochttoevoerbuisje weer terug en draaide zich langzaam om naar Mickey Blue Eyes. Met de spuit in haar hand schoof ze haar bril omhoog.
‘Ik heb hem even een slaapmiddel toegediend,’ zei ze kalm, ‘dan kan hij lekker uitrusten.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Toen Helena opkeek, was er niemand meer op de gang. Ze zette haar bril weer op en besloot eens een kijkje te nemen aan de gewonde die was binnengebracht tijdens haar afwezigheid.
‘Luister eens,’ viel de dokter uit, ‘je werkt me flink op de zenuwen. Als je nou niet snel opdondert, laat ik je eruit zetten door de beveiliging. Ik probeer hier een gewonde man te verzorgen, godverdomme.’
De dokter beet uit frustratie zijn pen kapot.
‘Oké,’ zei Eddy Nigma teleurgesteld, ‘ik ga al. Maar ik kom straks terug. Ik moet weten wat er met hem gebeurd is.’
‘OPROTTEN! NU!’
De dokter verloor zijn zelfbeheersing en gaf de rechercheur een harde duw. Nigma viel met zijn rug tegen de rand van het bed aan dat achter hem stond. Een pijnscheut vloerde hem bijna, maar hij greep het bed. Zwijgend droop hij de kamer uit.
Op de gang keek hij rond. Misschien had de zuster nog iets om de pijn wat te verzachten. Maar ze was nergens te bekennen.
‘Dan maar koffie halen,’ fluisterde Eddy Nigma en schuifelde naar de lift.
Helena pakte het klembord van het voeteneind. Ze las de gegevens terwijl ze naast het bed ging staan.
‘Arm schaap,’ zei ze en legde een hand op het voorhoofd van Eduardo ‘De Latino’, ‘je kon er vast niets aan doen.’
Zijn voorhoofd voelde een beetje klam aan. Daarop liep ze naar de wastafel en maakte een doekje nat.
‘Dus jij bent ook een slachtoffer van die mannenhaatster,’ zei Helena terwijl ze zijn voorhoofd afveegde, ‘dat is wel pech hebben. Misschien heb je het wel verdiend. Misschien ook niet. Je bent blijkbaar gespaard door iemand die haar ballen zonder pegels wil.’
Uit haar borstzakje haalde ze een prik en haalde de dop van de naald.
‘Het is maar goed dat je nu even wat rust krijgt.’
Ze haalde de vochttoevoerbuisje uit zijn infuus.
‘Dat je even niet aan je zere zaakje hoeft te denken.’
Helena zette de spuit in het infuus en haar duim was klaar om te drukken.
‘Weg van je leven. Van alle boosaardige mensen om je heen, die je pijn willen doen.’
Ze liet de spuit los en streelde met een vinger Eduardo’s wang.
‘Hier ga je lekker van dromen,’ fluisterde Helena, ‘en als je wakker wordt. Als je al wakker wordt, dan. Dan wil je niets anders meer.’
Helena zette haar duim weer op de spuit en drukte gelijkmatig.
Op dat moment kwam Mickey Blue Eyes uit de wc.
‘U bent een andere zuster,’ zei hij in de deuropening.
‘Dat klopt,’ zei Helena rustig, ‘u bent een vriend?’
Blue Eyes beaamde dit. Helena haalde de spuit uit het infuus, stopte het vochttoevoerbuisje weer terug en draaide zich langzaam om naar Mickey Blue Eyes. Met de spuit in haar hand schoof ze haar bril omhoog.
‘Ik heb hem even een slaapmiddel toegediend,’ zei ze kalm, ‘dan kan hij lekker uitrusten.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
Ballen zonder pegels - Deel 10
‘Dus,’ stamelde Blue Eyes, ‘dus hij is. Hij is zijn, ehh. Ballen?’
‘Kijk,’ glunderde de dokter, ‘dat is dus precies wat er niet is gebeurd. Luister. Wij vonden ook een gemengde substantie tussen het bloed. Dat hebben we uiteindelijk kunnen herkennen als twee dingen: het ene is rode peper-‘
‘Rode peper?’
‘Rode peper, ja. En het andere is iets wat men tijgerbalsem noemt. Beiden een goedje wat flink prikt. In een wondje kan dit helse pijnen veroorzaken. En een hele nare infectie, als het niet tijdig behandeld wordt. Zeker op die plek. Als de infectie ernstig wordt, tast het andere delen van het geslachtsorgaan aan en kan het, ehh, zaakje verloren gaan.’
‘Waren jullie op tijd,’ vroeg Blue Eyes terwijl de steek nu een pijnscheut leek te worden in zijn kruis.
‘Het was wel kielekiele,’ grijnsde de dokter breeduit, ‘maar laten we zeggen dat hij met wat antibiotica en veel rust goede hoop kan houden op zijn zwemmers. Mits hij niet overlijdt aan het trauma, natuurlijk. Dat is helaas al eerder gebeurd met andere slachtoffers. Jullie zitten niet bij een bende, of iets?’
‘Nee,’ zei Blue Eyes, ‘we zijn barman.’
De gedachten van de barman waren nog bij het sneetje in de balzak en de prikkende substantie die erop was gesmeerd. Hij werd er onpasselijk van en zakte bijna door zijn knieën.
‘Zo.’
De dokter krabde even aan zijn kin.
‘Dan heb je een wraakzuchtige klant,’ zei de dokter en liep de kamer uit.
Mickey Blue Eyes was op een stoel naast het bed van Eduardo. Zijn hoofd tolde van de informatie en tot overmaat van ramp kon hij het beeld van de aanslag niet uit zijn hoofd krijgen. De barman zag het alleen veel heftiger voor zich. Met een groot kapmes, nee, een dolk. Een vrouw die De Latino onder schot hield terwijl zij dreigde hem te castreren zonder verdoving.
Eddy Nigma nam plaats op een bankje aan het water. Hij dacht na. De zaken die nog open lagen, maar wel met elkaar verbonden waren. De vrouw die hij zojuist had ontmoet. Hij wilde haar nog eens zien, maar ze was zo plotseling verdwenen. En dan was er nog die vrouw bij de taxi. Iets klopte er niet. De rechercheur kon niet weten dat zijn gedachten de juiste waren.
De telefoon van Eddy Nigma trilde hem terug naar de realiteit.
‘Nigma,’ zei hij.
Aan de andere kant sprak een collega van hem gehaast. Eddy had moeite hem te begrijpen.
‘Wat lul je nou? Waar- Oké. Nee, ik kom er aan. Ja. Begrepen. Godver. Ja. Ik ben al onderweg.’
De rechercheur stond op en rende naar de openbare weg. Daar hield hij de eerste de beste auto aan en beval hem naar het ziekenhuis te rijden. Een van de eerdere slachtoffers was in een kritieke toestand geraakt. Als hij overleed, zou er een getuige minder zijn.
‘Hèhè, ben je er eindelijk,’ zei de zuster tegen haar collega die te laat was, je had al een uur geleden moeten beginnen. Waarom neem je de telefoon niet op?’
‘Ik had me verslapen,’ zei de andere zuster, ‘sorry. Ik maakte een lange wandeling vannacht en daarna was ik gesloopt. Ik slaap nogal slecht de laatste tijd.’
‘Helena toch,’ zei de zuster, ‘je moet ook op vaste tijden naar bed gaan. Je bent ook echt onverbeterlijk.’
‘Bespaar me de preek, oké? Nog nieuws?’
‘Er is een nieuwe binnengebracht. Weer het zaakje.’
‘Spannend. Komt er toch nog iemand op voor de vrouwen,’ grapte Helena.
‘Ja,’ zei de zuster met haar tas in de hand, ‘maar dit gaat misschien iets te ver, denk je niet? Ik ga.’
‘Misschien,’ zei Helena terwijl ze haar collega een kus gaf, ‘misschien. Tot vanavond.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Kijk,’ glunderde de dokter, ‘dat is dus precies wat er niet is gebeurd. Luister. Wij vonden ook een gemengde substantie tussen het bloed. Dat hebben we uiteindelijk kunnen herkennen als twee dingen: het ene is rode peper-‘
‘Rode peper?’
‘Rode peper, ja. En het andere is iets wat men tijgerbalsem noemt. Beiden een goedje wat flink prikt. In een wondje kan dit helse pijnen veroorzaken. En een hele nare infectie, als het niet tijdig behandeld wordt. Zeker op die plek. Als de infectie ernstig wordt, tast het andere delen van het geslachtsorgaan aan en kan het, ehh, zaakje verloren gaan.’
‘Waren jullie op tijd,’ vroeg Blue Eyes terwijl de steek nu een pijnscheut leek te worden in zijn kruis.
‘Het was wel kielekiele,’ grijnsde de dokter breeduit, ‘maar laten we zeggen dat hij met wat antibiotica en veel rust goede hoop kan houden op zijn zwemmers. Mits hij niet overlijdt aan het trauma, natuurlijk. Dat is helaas al eerder gebeurd met andere slachtoffers. Jullie zitten niet bij een bende, of iets?’
‘Nee,’ zei Blue Eyes, ‘we zijn barman.’
De gedachten van de barman waren nog bij het sneetje in de balzak en de prikkende substantie die erop was gesmeerd. Hij werd er onpasselijk van en zakte bijna door zijn knieën.
‘Zo.’
De dokter krabde even aan zijn kin.
‘Dan heb je een wraakzuchtige klant,’ zei de dokter en liep de kamer uit.
Mickey Blue Eyes was op een stoel naast het bed van Eduardo. Zijn hoofd tolde van de informatie en tot overmaat van ramp kon hij het beeld van de aanslag niet uit zijn hoofd krijgen. De barman zag het alleen veel heftiger voor zich. Met een groot kapmes, nee, een dolk. Een vrouw die De Latino onder schot hield terwijl zij dreigde hem te castreren zonder verdoving.
Eddy Nigma nam plaats op een bankje aan het water. Hij dacht na. De zaken die nog open lagen, maar wel met elkaar verbonden waren. De vrouw die hij zojuist had ontmoet. Hij wilde haar nog eens zien, maar ze was zo plotseling verdwenen. En dan was er nog die vrouw bij de taxi. Iets klopte er niet. De rechercheur kon niet weten dat zijn gedachten de juiste waren.
De telefoon van Eddy Nigma trilde hem terug naar de realiteit.
‘Nigma,’ zei hij.
Aan de andere kant sprak een collega van hem gehaast. Eddy had moeite hem te begrijpen.
‘Wat lul je nou? Waar- Oké. Nee, ik kom er aan. Ja. Begrepen. Godver. Ja. Ik ben al onderweg.’
De rechercheur stond op en rende naar de openbare weg. Daar hield hij de eerste de beste auto aan en beval hem naar het ziekenhuis te rijden. Een van de eerdere slachtoffers was in een kritieke toestand geraakt. Als hij overleed, zou er een getuige minder zijn.
‘Hèhè, ben je er eindelijk,’ zei de zuster tegen haar collega die te laat was, je had al een uur geleden moeten beginnen. Waarom neem je de telefoon niet op?’
‘Ik had me verslapen,’ zei de andere zuster, ‘sorry. Ik maakte een lange wandeling vannacht en daarna was ik gesloopt. Ik slaap nogal slecht de laatste tijd.’
‘Helena toch,’ zei de zuster, ‘je moet ook op vaste tijden naar bed gaan. Je bent ook echt onverbeterlijk.’
‘Bespaar me de preek, oké? Nog nieuws?’
‘Er is een nieuwe binnengebracht. Weer het zaakje.’
‘Spannend. Komt er toch nog iemand op voor de vrouwen,’ grapte Helena.
‘Ja,’ zei de zuster met haar tas in de hand, ‘maar dit gaat misschien iets te ver, denk je niet? Ik ga.’
‘Misschien,’ zei Helena terwijl ze haar collega een kus gaf, ‘misschien. Tot vanavond.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 28 juni 2011
Avondje wodka
Gisteravond was het in de Witte Aap weer eens Extra White Monday. Een Russian Edition, wat betekent dat de wodka rijkelijk vloeit en goedkoop is. Na een aantal omzwervingen belandde ondergetekende schrijver er ook en dronk er twee. Niets aan de hand. Bekenden, leuke gesprekken (waaronder een over de cultuurbezuinigingen) en de tijd die rustig doortikt. Na vijf keer geroepen te hebben dat je naar huis gaat, ben je nog steeds niet weg.
Zodra iedereen wel zo'n beetje ergens anders heen is gegaan, begin je een fietstochtje naar huis. Niets aan de hand. Totdat je 's ochtends wakker wordt en ziet dat je deur openstaat. Niet op een kier, maar wagenwijd. Je doet altijd je deur dicht. Maar je weet het neit zeker, want eenmaal in bed viel je weg in comateuze toestand. Je ontwaakt zonder hevige kater, maar bent aardig gebroken. Dus neem je een douche en denk je aan de andere slachtoffers van de wodka-avond. Dan denk je aan wodkagriep. Ik denk dan, om de echte wodkaslachtoffers een hart onder de riem te steken, aan het volgende gedicht dat ik vorig jaar schreef:
Wodkagriep
Ik heb de wodkagriep,
Griepte er geniepig in-
Dat laatste glas gisteravond
Viel niet goed,
Er sneakte een griepje
Alsof een slechte sneak preview
Van een non-favoriete movie-
Moevuh met die vertiefde
Katerbeat,
Alsof er nog niet genoeg zweet
Koud mijn rug overliep.
Ik heb een wodkagriepje
Maar zie je,
Gister danste de wodka een polka
Met mijn hoofd, duizelende stampvoetklanken
In mijn schedel gehaakt,
Vermakelijk misselijkmakend pas hoorbaar
Tot vanochtend, iets met half twaalf,
Toen de pot begon te klagen
Over het braaksel
Dat mij misselijk maakte.
Ik heb nog wodkagriep,
Zag mijn bed slechter dan de wonderlijke Stevie,
De televisie aangelaten voor de kreunharmonieën
Van sexy Anna, Charlotte en Sophie-
Zware maag plezierde wodkaterig,
Plaagt me vaker met borrelaardige vaardigheden,
Mij slaperig achtergelaten
In die donzen achtbaan
Als verlaten aap en ziek
Dat dit mens raakt!
Ik heb de wodkagriep.
Dus belde ik dokter Huppelepuppie
Voor een remedie
Maar die had ‘ie niet-
Dus ik zeg:
‘Wat een kwakzalverij,
Wat bent u een tyfuslijer’
Waarop karma onmiddellijk terugslaat
Met knallende hoofdpijn-
Komende twee dagen verschijn
Ik als de Onzichtbare Man,
Want deze jongen is vanaf nu
Wodkaziek.
M.S.
Zodra iedereen wel zo'n beetje ergens anders heen is gegaan, begin je een fietstochtje naar huis. Niets aan de hand. Totdat je 's ochtends wakker wordt en ziet dat je deur openstaat. Niet op een kier, maar wagenwijd. Je doet altijd je deur dicht. Maar je weet het neit zeker, want eenmaal in bed viel je weg in comateuze toestand. Je ontwaakt zonder hevige kater, maar bent aardig gebroken. Dus neem je een douche en denk je aan de andere slachtoffers van de wodka-avond. Dan denk je aan wodkagriep. Ik denk dan, om de echte wodkaslachtoffers een hart onder de riem te steken, aan het volgende gedicht dat ik vorig jaar schreef:
Wodkagriep
Ik heb de wodkagriep,
Griepte er geniepig in-
Dat laatste glas gisteravond
Viel niet goed,
Er sneakte een griepje
Alsof een slechte sneak preview
Van een non-favoriete movie-
Moevuh met die vertiefde
Katerbeat,
Alsof er nog niet genoeg zweet
Koud mijn rug overliep.
Ik heb een wodkagriepje
Maar zie je,
Gister danste de wodka een polka
Met mijn hoofd, duizelende stampvoetklanken
In mijn schedel gehaakt,
Vermakelijk misselijkmakend pas hoorbaar
Tot vanochtend, iets met half twaalf,
Toen de pot begon te klagen
Over het braaksel
Dat mij misselijk maakte.
Ik heb nog wodkagriep,
Zag mijn bed slechter dan de wonderlijke Stevie,
De televisie aangelaten voor de kreunharmonieën
Van sexy Anna, Charlotte en Sophie-
Zware maag plezierde wodkaterig,
Plaagt me vaker met borrelaardige vaardigheden,
Mij slaperig achtergelaten
In die donzen achtbaan
Als verlaten aap en ziek
Dat dit mens raakt!
Ik heb de wodkagriep.
Dus belde ik dokter Huppelepuppie
Voor een remedie
Maar die had ‘ie niet-
Dus ik zeg:
‘Wat een kwakzalverij,
Wat bent u een tyfuslijer’
Waarop karma onmiddellijk terugslaat
Met knallende hoofdpijn-
Komende twee dagen verschijn
Ik als de Onzichtbare Man,
Want deze jongen is vanaf nu
Wodkaziek.
M.S.
Labels:
avonden,
bar,
De Witte Aap,
gedicht,
Miguel Santos,
nieuw,
poëzie,
Rotterdam,
wodka
maandag 27 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 9
Eduardo ‘De Latino’ was ondertussen in het ziekenhuis aangekomen en onderzocht. Mickey Blue Eyes was met de ambulancebroeders meegereden en zat te wachten op een dokter die hem kon vertellen wat er met zijn collega gebeurd was. In gedachten ging hij de avond nog eens na. Hij stopte bij Nora, die naar zijn weten de hele avond aan de bar een amaretto heeft zitten drinken. Vervolgens kregen zij een woordenwisseling en ging zij ervandoor. Daarna stuurde Blue Eyes de portier naar het magazijn om te kijken waar zijn partner in crime bleef. Toen voltrok zich deze ramp die Mickey Blue Eyes en Eduardo ‘De Latino’ in het ziekenhuis deed belanden. Waar zijn die dokters als je ze nodig hebt, dacht Blue Eyes.
‘Meneer?’
Een kleine, volslanke zuster tikte Mickey Blue Eyes op de schouder.
‘Meneer,’ zei ze, ‘u kunt uw vriend bezoeken. De dokter is nog in de kamer en zal u op de hoogte brengen.’
De zuster keek in de blauwe ogen van de wachtende barman. Ze zag dankbaarheid.
‘Dankje,’ antwoordde Mickey en stond op.
‘Deze kant op, meneer.’
Eddy Nigma en Helena hadden de Oostzeedijk verlaten en liepen nu in de richting van de Kralingse Plas. Het begon langzaam weer licht te worden, maar het tweetal had hier geen aandacht voor. Zwijgend liepen ze verder. Hun gedachten ergens anders en tegelijkertijd in het hier en nu. Zowel de rechercheur als de bebrilde vrouw maakten op andere dagen eenzelfde wandeling in hun eentje. Toen zij bijna bij de Kralingse Plas waren aanbeland stopte Helena opeens.
‘Eigenlijk moet ik weer terug,’ zei Helena, ‘ik heb een lange dag voor de boeg.
‘Dat kan,’ antwoordde Nigma.
Er viel een ongemakkelijke stilte.
‘Ga je niet vragen wat ik doe?’
Ze sloeg haar armen over elkaar.
Eddy Nigma schudde zijn hoofd.
‘Ik heb besloten even een pauze te nemen van mijn werk. Wat rust te nemen. Om na te denken, begrijp je?’
Helena glimlachte.
‘Dan kom ik je de volgende keer wel weer tegen, meneer de politieman.’
‘Wie weet,’ zei de rechercheur, ‘wie weet.’
De twee namen afscheid. Eddy Nigma vervolgde zijn weg richting de Kralingse Plas en Helena keerde weer om. De rechercheur bedacht zich enige tijd later en draaide zich om. Maar Helena was al aan de horizon verdwenen. Jammer, dacht hij, ik had haar graag nog eens willen zien. Toen liep hij verder.
De dokter stond naast het bed van Eduardo, die zojuist een slaapmiddel toegediend had gekregen. Mickey Blue Eyes kwam net binnen toen de dokter wat op een klembord aan het krabbelen. De barman slikte even toen hij zijn collega er zo hulpeloos bij zag liggen. De dokter keek op van zijn klembord.
‘Hij bijt niet, hoor,’ grapte de dokter.
Blue Eyes kon er niet om lachen.
‘Weet u wat er met hem gebeurd is?’
‘Je stelt de verkeerde vraag,’ zei de dokter terwijl hij het klembord aan het voeteneind hing, ‘je moet vragen: wat is er niet met hem gebeurd?’
De dokter grinnikte even toen hij de vragende blik van Mickey Blue Eyes zag.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou,’ kuchte de dokter, ‘het leek erger dan het is door al dat bloed.’
‘Maar er was gewoon heel veel bloed. Dat is toch ernstig, of niet dan?’
Blue Eyes keek de dokter boos aan.
‘Niet helemaal.’
De dokter kuchte kort.
‘Er was een sneetje in de balzak gemaakt. En we vonden alcohol in het bloed van deze man, waardoor het bloed er sneller uitliep.’
De woorden van de dokter bezorgden de barman een steek in zijn kruis.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Meneer?’
Een kleine, volslanke zuster tikte Mickey Blue Eyes op de schouder.
‘Meneer,’ zei ze, ‘u kunt uw vriend bezoeken. De dokter is nog in de kamer en zal u op de hoogte brengen.’
De zuster keek in de blauwe ogen van de wachtende barman. Ze zag dankbaarheid.
‘Dankje,’ antwoordde Mickey en stond op.
‘Deze kant op, meneer.’
Eddy Nigma en Helena hadden de Oostzeedijk verlaten en liepen nu in de richting van de Kralingse Plas. Het begon langzaam weer licht te worden, maar het tweetal had hier geen aandacht voor. Zwijgend liepen ze verder. Hun gedachten ergens anders en tegelijkertijd in het hier en nu. Zowel de rechercheur als de bebrilde vrouw maakten op andere dagen eenzelfde wandeling in hun eentje. Toen zij bijna bij de Kralingse Plas waren aanbeland stopte Helena opeens.
‘Eigenlijk moet ik weer terug,’ zei Helena, ‘ik heb een lange dag voor de boeg.
‘Dat kan,’ antwoordde Nigma.
Er viel een ongemakkelijke stilte.
‘Ga je niet vragen wat ik doe?’
Ze sloeg haar armen over elkaar.
Eddy Nigma schudde zijn hoofd.
‘Ik heb besloten even een pauze te nemen van mijn werk. Wat rust te nemen. Om na te denken, begrijp je?’
Helena glimlachte.
‘Dan kom ik je de volgende keer wel weer tegen, meneer de politieman.’
‘Wie weet,’ zei de rechercheur, ‘wie weet.’
De twee namen afscheid. Eddy Nigma vervolgde zijn weg richting de Kralingse Plas en Helena keerde weer om. De rechercheur bedacht zich enige tijd later en draaide zich om. Maar Helena was al aan de horizon verdwenen. Jammer, dacht hij, ik had haar graag nog eens willen zien. Toen liep hij verder.
De dokter stond naast het bed van Eduardo, die zojuist een slaapmiddel toegediend had gekregen. Mickey Blue Eyes kwam net binnen toen de dokter wat op een klembord aan het krabbelen. De barman slikte even toen hij zijn collega er zo hulpeloos bij zag liggen. De dokter keek op van zijn klembord.
‘Hij bijt niet, hoor,’ grapte de dokter.
Blue Eyes kon er niet om lachen.
‘Weet u wat er met hem gebeurd is?’
‘Je stelt de verkeerde vraag,’ zei de dokter terwijl hij het klembord aan het voeteneind hing, ‘je moet vragen: wat is er niet met hem gebeurd?’
De dokter grinnikte even toen hij de vragende blik van Mickey Blue Eyes zag.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou,’ kuchte de dokter, ‘het leek erger dan het is door al dat bloed.’
‘Maar er was gewoon heel veel bloed. Dat is toch ernstig, of niet dan?’
Blue Eyes keek de dokter boos aan.
‘Niet helemaal.’
De dokter kuchte kort.
‘Er was een sneetje in de balzak gemaakt. En we vonden alcohol in het bloed van deze man, waardoor het bloed er sneller uitliep.’
De woorden van de dokter bezorgden de barman een steek in zijn kruis.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
donderdag 23 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 8
De rechercheur stapte de taxi in en beval de chauffeur om gewoon een stuk te gaan rijden. Maakte niet uit waarheen. Toen dacht hij na over de woorden van zijn informant. Hij had helemaal geen vrouw. Alleen een scharrel die hij eens per maand zag. Een mooie vrouw, maar niet geschikt voor een relatie. Bovendien stond Eddy’s hoofd daar ook niet naar sinds hij bij de lange arm der wet zat. Zijn hoofd duizelde sindsdien, omdat hij op deze zaak zat. Waar steeds een ander slachtoffer bijkwam.
‘Chauffeur,’ zei hij opeens, ‘breng me naar Oostplein.’
De chauffeur knikte.
Eddy liep wel vaker over de Oostzeedijk. Het hielp hem nadenken. Nu hij nieuwe stof tot nadenken had, was hij daar ook wel aan toe. Op het bureau maakten zijn collega’s hem belachelijk. Kijk, wezen ze zijn kant dan op, daar loopt detective ‘Never Ending Story’. Iedereen lachte hard, dus had hij al een tijdje geleden geroepen dat hij tot de oplossing niet meer op het bureau zou komen. De respons was wederom gelach.
Eddy Nigma stapte op een leeg Oostplein uit en betaalde de chauffeur. Aan de overkant, bij het gemaal zag hij een vrouw roken. Zo van een afstandje meende hij dat het de vrouw was die naar hem had gelachen voordat ze een taxi instapte op de Witte de Witthstraat. Misschien moest hij haar aanspreken, dacht Eddy. Hij pakte een Chesterfield uit zijn pakje. Daar bleek ook zijn aansteker in te zitten.
‘Ik word verstrooid,’ fluisterde Eddy tegen zichzelf.
Aan de overkant had de vrouw hem nu ook gezien. Ze zwaaide, maar een beetje terughoudend. Alsof ze niet zeker was of ze naar bekende zwaaide.
Eddy zwaaide terug, waarop de vrouw rustig zijn kant op begon te lopen. De rechercheur deed hetzelfde. Halverwege ontmoetten de twee elkaar. Zij droeg een trainingspak en een donkerpaars brilletje. Haar bruine haar zat in een paardenstaart. Dit is niet dezelfde vrouw, dacht Eddy.
‘Oh,’ zei de vrouw, ‘maar ik ken jou eigenlijk niet.’
‘Ik dacht precies hetzelfde,’ zei Eddy Nigma.
De vrouw stak haar hand uit.
‘Helena,’ zei ze.
‘Aangenaam,’ zei Eddy Nigma.
Even was Helena verward.
‘Heb je zelf nog een naam, vreemdeling?’
De rechercheur schoot in de lach.
‘Sorry,’ zei hij tenslotte, ‘veel aan mijn hoofd. Eddy, aangenaam.’
Helena nam een diepe hijs van haar sigaret. Toen gooide ze hem op de grond en drukte hem met haar schoen uit.
‘Wat brengt jou hier,’ vroeg de rechercheur aan de niet onknappe vrouw tegenover hem, ‘als ik vragen mag.’
‘Dat mag,’ zei Helena, ‘ik kon niet slapen.’
Eddy Nigma knikte en piekte zijn sigaret weg.
‘Zullen we een stukje lopen,’ vroeg de rechercheur verlegen, ‘de Oostzeedijk over?’
‘Geef me een reden om dat te doen,’ zei Helena.
Ze bekeek hem eens van top tot teen.
‘Je bent toch geen verkrachter, hè?’
Eddy Nigma liet zijn politiepasje zien.
‘Niet bepaald.’
‘Nou,’ zei Helena terwijl ze het pasje teruggaf, ‘dan kan mij in ieder geval niets meer overkomen.’
‘Zullen we dan maar? Ik kom meestal tot rust als ik over de Oostzeedijk loop.’
‘Wie weet helpt het bij mij ook,’ flirtte Helena en gaf hem een arm.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Chauffeur,’ zei hij opeens, ‘breng me naar Oostplein.’
De chauffeur knikte.
Eddy liep wel vaker over de Oostzeedijk. Het hielp hem nadenken. Nu hij nieuwe stof tot nadenken had, was hij daar ook wel aan toe. Op het bureau maakten zijn collega’s hem belachelijk. Kijk, wezen ze zijn kant dan op, daar loopt detective ‘Never Ending Story’. Iedereen lachte hard, dus had hij al een tijdje geleden geroepen dat hij tot de oplossing niet meer op het bureau zou komen. De respons was wederom gelach.
Eddy Nigma stapte op een leeg Oostplein uit en betaalde de chauffeur. Aan de overkant, bij het gemaal zag hij een vrouw roken. Zo van een afstandje meende hij dat het de vrouw was die naar hem had gelachen voordat ze een taxi instapte op de Witte de Witthstraat. Misschien moest hij haar aanspreken, dacht Eddy. Hij pakte een Chesterfield uit zijn pakje. Daar bleek ook zijn aansteker in te zitten.
‘Ik word verstrooid,’ fluisterde Eddy tegen zichzelf.
Aan de overkant had de vrouw hem nu ook gezien. Ze zwaaide, maar een beetje terughoudend. Alsof ze niet zeker was of ze naar bekende zwaaide.
Eddy zwaaide terug, waarop de vrouw rustig zijn kant op begon te lopen. De rechercheur deed hetzelfde. Halverwege ontmoetten de twee elkaar. Zij droeg een trainingspak en een donkerpaars brilletje. Haar bruine haar zat in een paardenstaart. Dit is niet dezelfde vrouw, dacht Eddy.
‘Oh,’ zei de vrouw, ‘maar ik ken jou eigenlijk niet.’
‘Ik dacht precies hetzelfde,’ zei Eddy Nigma.
De vrouw stak haar hand uit.
‘Helena,’ zei ze.
‘Aangenaam,’ zei Eddy Nigma.
Even was Helena verward.
‘Heb je zelf nog een naam, vreemdeling?’
De rechercheur schoot in de lach.
‘Sorry,’ zei hij tenslotte, ‘veel aan mijn hoofd. Eddy, aangenaam.’
Helena nam een diepe hijs van haar sigaret. Toen gooide ze hem op de grond en drukte hem met haar schoen uit.
‘Wat brengt jou hier,’ vroeg de rechercheur aan de niet onknappe vrouw tegenover hem, ‘als ik vragen mag.’
‘Dat mag,’ zei Helena, ‘ik kon niet slapen.’
Eddy Nigma knikte en piekte zijn sigaret weg.
‘Zullen we een stukje lopen,’ vroeg de rechercheur verlegen, ‘de Oostzeedijk over?’
‘Geef me een reden om dat te doen,’ zei Helena.
Ze bekeek hem eens van top tot teen.
‘Je bent toch geen verkrachter, hè?’
Eddy Nigma liet zijn politiepasje zien.
‘Niet bepaald.’
‘Nou,’ zei Helena terwijl ze het pasje teruggaf, ‘dan kan mij in ieder geval niets meer overkomen.’
‘Zullen we dan maar? Ik kom meestal tot rust als ik over de Oostzeedijk loop.’
‘Wie weet helpt het bij mij ook,’ flirtte Helena en gaf hem een arm.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 21 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 7
Eddy Nigma pakte zijn mobiel en begon te bellen. Tegelijkertijd dacht hij aan de mooie vrouw die in de taxi sprong en zo verleidelijk naar hem had gelachen. Eddy had gezwaaid, maar zij was al verdwenen in de taxi. Ook dacht hij aan de zaken die hij maar niet op wist te lossen. Mannen die verminkt waren in hun kruis. Deze barman bleek een nieuw slachtoffer in de reeks geweldplegingen, sommigen met dodelijke afloop. Een enkeling had een dusdanig slechte gezondheid, dat de grote hoeveelheid pijn door de verminking hem een hartaanval had bezorgd. Dit keer was de nog jonge rechercheur er tijdig bij en deed, gewapend met zijn mobieltje, er alles aan om dit slachtoffer in ieder geval levend in een ziekenhuis te krijgen.
Eduardo ‘De Latino’ werd onder het toeziend oog van zijn collega Mickey Blue Eyes de ambulance ingedragen. Hij was door de ambulancebroeders gedrogeerd om rustig te worden. Eddy Nigma bekeek het tafereel van een afstandje. Tussen lippen had hij een nieuwe sigaret, maar was zijn aansteker kwijt. Terwijl hij in zijn zakken zocht, dacht hij na over zijn nieuwste aanwinst. Een waar hij helemaal niet blij was. Zoals het er nu naar uitzag, zou het weinig verschil maken. Geen sporen, geen getuigen. Zelfs de slachtoffers wisten niet wat hen overkomen was. Ook de dader was hun ontglipt.
Er klikt een Zippo open.
‘Vuur?’
Nigma haalt zijn krullen uit zijn gezicht en neemt een hijs. Naast hem stond zijn vaste informant.
‘Floyd,’ zei Nigma, ‘wat brengt jou hier?’
Floyd nam een slok uit zijn veldfles.
‘Hetzelfde als jij, neem ik aan.’
Floyd was een potig ventje. Een dikke buik, eeuwige stoppelbaard en een veldfles vol Jim Bean’s whisky. Toch was hij van alles dat zich in de straten afspeelde op de hoogte. Nigma had nooit begrepen hoe hij dat voor elkaar speelde. Zeker gezien zijn drinkgedrag.
‘Heb je iets gehoord?’
Floyd stak een vanillesigaartje op.
‘Niet meer dan de vorige keer,’ pufte hij, ‘ik blijf er wel bij dat het een vrouw geweest moet zijn.’
‘Fijn. Dat helpt echt.’
Eddy Nigma wilde weg, maar had geen idee waarheen. Dus bleef hij staan toen de ambulance wegreed.
‘Kom op, Eddy,’ begon Floyd, ‘ik houd mijn ogen en oren open. Dat weet je zelf ook. En je weet dat deze gebeurtenissen specifiek gericht zijn tegen mannen. Of heb je stiekem een vrouwelijk slachtoffer ergens verstopt?’
De informant van de rechercheur lachte zijn specifieke lachje. Kort, hard en spottend.
‘Nee. Tenzij jij me iets op te biechten hebt.’
Floyd grijnsde breed.
‘Helaas,’ zei hij, ‘het enige slachtoffer dat ik verstop zit in mijn binnenzak. Die slurp ik zo vaak ik kan leeg.’
Lachend haalde hij zijn veldfles weer tevoorschijn. Hij nam een grote slok en toen was de fles leeg.
‘Ai,’ zei hij, ‘het wordt tijd voor nieuwe voorraden. Ik ga mijn best doen, meneer de rechercheur. Maar eerst moet ik dit varkentje eens wassen. Tabee.’
De veldfles verdween weer in de binnenzak van zijn versleten colbert. Eddy Nigma was het zat en gooide zijn peuk op straat. Hij hield een taxi aan en opende de deur.
‘Hé Eddy,’ hoorde hij Floyd roepen, ‘breng eens wat tijd door met je vrouwtje! Ontspan een beetje!’
Lachend draaide Floyd zich om en begon weg te lopen.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Eduardo ‘De Latino’ werd onder het toeziend oog van zijn collega Mickey Blue Eyes de ambulance ingedragen. Hij was door de ambulancebroeders gedrogeerd om rustig te worden. Eddy Nigma bekeek het tafereel van een afstandje. Tussen lippen had hij een nieuwe sigaret, maar was zijn aansteker kwijt. Terwijl hij in zijn zakken zocht, dacht hij na over zijn nieuwste aanwinst. Een waar hij helemaal niet blij was. Zoals het er nu naar uitzag, zou het weinig verschil maken. Geen sporen, geen getuigen. Zelfs de slachtoffers wisten niet wat hen overkomen was. Ook de dader was hun ontglipt.
Er klikt een Zippo open.
‘Vuur?’
Nigma haalt zijn krullen uit zijn gezicht en neemt een hijs. Naast hem stond zijn vaste informant.
‘Floyd,’ zei Nigma, ‘wat brengt jou hier?’
Floyd nam een slok uit zijn veldfles.
‘Hetzelfde als jij, neem ik aan.’
Floyd was een potig ventje. Een dikke buik, eeuwige stoppelbaard en een veldfles vol Jim Bean’s whisky. Toch was hij van alles dat zich in de straten afspeelde op de hoogte. Nigma had nooit begrepen hoe hij dat voor elkaar speelde. Zeker gezien zijn drinkgedrag.
‘Heb je iets gehoord?’
Floyd stak een vanillesigaartje op.
‘Niet meer dan de vorige keer,’ pufte hij, ‘ik blijf er wel bij dat het een vrouw geweest moet zijn.’
‘Fijn. Dat helpt echt.’
Eddy Nigma wilde weg, maar had geen idee waarheen. Dus bleef hij staan toen de ambulance wegreed.
‘Kom op, Eddy,’ begon Floyd, ‘ik houd mijn ogen en oren open. Dat weet je zelf ook. En je weet dat deze gebeurtenissen specifiek gericht zijn tegen mannen. Of heb je stiekem een vrouwelijk slachtoffer ergens verstopt?’
De informant van de rechercheur lachte zijn specifieke lachje. Kort, hard en spottend.
‘Nee. Tenzij jij me iets op te biechten hebt.’
Floyd grijnsde breed.
‘Helaas,’ zei hij, ‘het enige slachtoffer dat ik verstop zit in mijn binnenzak. Die slurp ik zo vaak ik kan leeg.’
Lachend haalde hij zijn veldfles weer tevoorschijn. Hij nam een grote slok en toen was de fles leeg.
‘Ai,’ zei hij, ‘het wordt tijd voor nieuwe voorraden. Ik ga mijn best doen, meneer de rechercheur. Maar eerst moet ik dit varkentje eens wassen. Tabee.’
De veldfles verdween weer in de binnenzak van zijn versleten colbert. Eddy Nigma was het zat en gooide zijn peuk op straat. Hij hield een taxi aan en opende de deur.
‘Hé Eddy,’ hoorde hij Floyd roepen, ‘breng eens wat tijd door met je vrouwtje! Ontspan een beetje!’
Lachend draaide Floyd zich om en begon weg te lopen.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
zondag 19 juni 2011
Gedicht 19 juni
19 juni 2011, zondag(avond)
Het regent-
Bakken uit de hemel,
Lege straatjes in de binnenstad,
Ook hemelsbreed
Gezien.
Het ruikt naar
Natte hond,
Gemengd
Met vers gemaaid gras.
Als de man achter
De bar
Mij een biertje tapt,
Denk ik aan
Blauwe lucht
Onder een wolkendeken
Van regen,
Die de Maas
In slaap huilt.
Morgen is het
Maandag, denkt ze,
Morgen is het
Alweer maandag,
En ik heb niet eens
Paradepaardjes
Geteld.
Morgen is het weer
Maandag, denkt ze,
Morgen regent het met
Bakken uit de hemel-
Morgen regent het een
Blauwe maandag.
Met bakken uit de hemel.
M.S.
Foto: Nico Plat
Labels:
gedicht,
Miguel Santos,
nieuw,
poëzie,
Rotterdam
Standbeeld
Donderdagavond zat ik bij de prijsuitreiking van de C. Buddingh'-prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut 2010. De prijs ging naar de jongste genomineerde Lieke Marsman. Bij deze alsnog van harte. Inderdaad, prachtige poëzie. Als je dit leest: je staat op mijn verlanglijstje.
Tijdens diezelfde uitreiking dwaalden soms mijn gedachten af, naar het standbeeld van de bedelaar op de Nieuwe Binnenweg. Tussen Stalles en Rotown. Je hebt het wel eens gezien, aangeraakt wellicht. Of gedacht dat het een straatartiest was. Dat laatste had ik ook wel eens. Afijn, mijn gedachten dwaalden daar dus heen. En een paar zinnen uit een nummer van Marco Borsato. Dat resulteerde in het volgende gedicht.
Standbeeld
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Maar ik kan niet
Door mijn knieën
Ze zouden simpelweg
Breken.
Mijn stem,
Vastgebeiteld in steen
En standvastig
Ben ik vastgenageld
Aan de straat.
Mijn handen
Poseren
Een smeekbede,
Een vraag om een
Aalmoes.
‘En ik zou je willen smeken’
Maar het spreken
Lukt niet,
Het lukt niet
Om me uit te drukken
In zwijmelzinnen
Noch zoete woordjes
Noch een behoorlijk
Rotterdams accent.
Hier sta ik altijd-
De vent,
Van wie sommige passanten
Denken
Dat ik echt-
Echter,
Voorbeeldig vervul ik mijn rol van
Standbeeld.
‘Je op mijn knieën’
Willen voorliegen
Dat ik hier niet
Zomaar sta,
Maar fierfrisfruitig
Een rol vervul:
Ook ik ben Rotterdammer.
Stilstaan doe ik het langst,
Zelfs zo lang
Dat jij bang wordt
Een witte illusie
Te zien
Bewegen,
Verregenen.
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Om me leven
Te geven-
Geef mij een beetje
Van jouw leven,
Ook al ben ik versteend,
Vergroeid
Met de Nieuwe Binnenweg
Maar niet van hout.
Gozer,
Ik word geen dag ouder.
Ik ben net zo oud
Als toen,
Op de dag van mijn geboorte,
Van mijn ‘coming out’
Als standbeeld.
En ik zou zo graag willen
Dat ik eens voor je
Kon zingen:
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
En dat mijn stem dan in je
Hoofd
Blijft zitten,
En dat jij me dan
Met rust laat.
Want jij gaat
Weer verder,
Loopt maar door-
Ik ben je standbeeld voor
Onderweg.
M.S.
Tijdens diezelfde uitreiking dwaalden soms mijn gedachten af, naar het standbeeld van de bedelaar op de Nieuwe Binnenweg. Tussen Stalles en Rotown. Je hebt het wel eens gezien, aangeraakt wellicht. Of gedacht dat het een straatartiest was. Dat laatste had ik ook wel eens. Afijn, mijn gedachten dwaalden daar dus heen. En een paar zinnen uit een nummer van Marco Borsato. Dat resulteerde in het volgende gedicht.
Standbeeld
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Maar ik kan niet
Door mijn knieën
Ze zouden simpelweg
Breken.
Mijn stem,
Vastgebeiteld in steen
En standvastig
Ben ik vastgenageld
Aan de straat.
Mijn handen
Poseren
Een smeekbede,
Een vraag om een
Aalmoes.
‘En ik zou je willen smeken’
Maar het spreken
Lukt niet,
Het lukt niet
Om me uit te drukken
In zwijmelzinnen
Noch zoete woordjes
Noch een behoorlijk
Rotterdams accent.
Hier sta ik altijd-
De vent,
Van wie sommige passanten
Denken
Dat ik echt-
Echter,
Voorbeeldig vervul ik mijn rol van
Standbeeld.
‘Je op mijn knieën’
Willen voorliegen
Dat ik hier niet
Zomaar sta,
Maar fierfrisfruitig
Een rol vervul:
Ook ik ben Rotterdammer.
Stilstaan doe ik het langst,
Zelfs zo lang
Dat jij bang wordt
Een witte illusie
Te zien
Bewegen,
Verregenen.
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Om me leven
Te geven-
Geef mij een beetje
Van jouw leven,
Ook al ben ik versteend,
Vergroeid
Met de Nieuwe Binnenweg
Maar niet van hout.
Gozer,
Ik word geen dag ouder.
Ik ben net zo oud
Als toen,
Op de dag van mijn geboorte,
Van mijn ‘coming out’
Als standbeeld.
En ik zou zo graag willen
Dat ik eens voor je
Kon zingen:
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
En dat mijn stem dan in je
Hoofd
Blijft zitten,
En dat jij me dan
Met rust laat.
Want jij gaat
Weer verder,
Loopt maar door-
Ik ben je standbeeld voor
Onderweg.
M.S.
Labels:
C. Buddingh'-prijs,
gedicht,
Lieke Marsman,
Miguel Santos,
nieuw,
Nieuwe Binnenweg,
poëzie,
Rotterdam
vrijdag 17 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 6
‘Ambulance,’ rochelde Eduardo nu, ‘help. Pijn.’
De portier rende naar boven en beval Mickey Blue Eyes om iedereen te ontruimen. En een ambulance te bellen. De muziek werd uitgegooid en de mensen naar buiten gestuurd wegens een ernstig ongeval. Sommige mensen raakten in paniek, anderen bleven rustig staan omdat ze dachten dat het een grap was. Tot het licht aanging. Toen druppelden mensen langzaam naar buiten. De portier riep nog of er een dokter in de zaal was. Maar die was er niet. Mickey Blue Eyes maakte haast om mensen de deur uit te trappen. Op vriendelijke wijze, dat wel. Buiten lette niemand op de taxi waar Nora in was gestapt. Die was zojuist vertrokken toen de mensen uit de bar kwamen zetten. Binnen was Mickey nu ook blootgesteld aan het beeld van gewonde collega en was naar de wc gevlucht om over te geven, met zijn kruis in zijn handen.
Een man in een donkere colbert had zojuist een sigaret aangestoken toen hij een ernaast gelegen bar uitgelopen was. De man was nog helder want hij had een lange dag achter de rug. Een vermoeiende dag, die zijn hersens had uitgeput. Toen hij net een beetje tot rust was gekomen en zijn eerste hijsen van een nieuwe sigaret had geïnhaleerd, merkte hij de menigte mensen voor de bar van Eduardo en Mickey Blue Eyes op. Aan een van de mensen had hij gevraagd wat er aan de hand was.
‘Er is iets ernstigs gebeurd binnen,’ werd hem verteld, ‘toen moesten we naar buiten.’
‘Wat voor ernstigs,’ vroeg hij nog.
Niemand wist het, dus ging hij naar binnen.
Mickey Blue Eyes stond zojuist achter de bar te bellen. De eigenaar moest hierheen komen.
‘Hé, we zijn gesloten! U mag hier niet…’
De man hield een pasje omhoog.
‘Eddy Nigma,’ zei hij, ‘ik ben van de recherche. Wat is er gebeurd?’
Blue Eyes griste het pasje met trillende handen.
‘Een ongeval. Mijn collega, hij is gewond maar buiten westen. En die verdomde ambulance schiet maar niet op.’
‘Laat zien.’
Mickey Blue Eyes leidde de rechercheur naar het magazijn. De geur van bloed was gaan overheersen in het magazijn en penetreerde de reukvermogens van de heren. De portier had inmiddels een theedoek vol bloed in zijn handen. Eduardo had een nieuwe gekregen, maar kon weinig uitbrengen.
‘Pijn,’ kermde De Latino, ‘zoveel pijn.’
‘Rechercheur Nigma. Kun je vertellen wat er gebeurd is?’
Eduardo begon zelfs te huilen.
De portier greep Nigma bij de schouder.
‘Luister smeris,’ zei hij fel, ‘we willen geen pottenkijkers. Dus of je regelt dat hier als de sodemieter een ambulance voor de deur staat of ik donderstraal je de tent uit.’
‘Rustig aan, vriend,’ kalmeerde Eddy Nigma de portier, ‘ik ga wel even een belletje plegen. Dit is vanaf nu een crime scene. Die ambulance komt eraan.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
De portier rende naar boven en beval Mickey Blue Eyes om iedereen te ontruimen. En een ambulance te bellen. De muziek werd uitgegooid en de mensen naar buiten gestuurd wegens een ernstig ongeval. Sommige mensen raakten in paniek, anderen bleven rustig staan omdat ze dachten dat het een grap was. Tot het licht aanging. Toen druppelden mensen langzaam naar buiten. De portier riep nog of er een dokter in de zaal was. Maar die was er niet. Mickey Blue Eyes maakte haast om mensen de deur uit te trappen. Op vriendelijke wijze, dat wel. Buiten lette niemand op de taxi waar Nora in was gestapt. Die was zojuist vertrokken toen de mensen uit de bar kwamen zetten. Binnen was Mickey nu ook blootgesteld aan het beeld van gewonde collega en was naar de wc gevlucht om over te geven, met zijn kruis in zijn handen.
Een man in een donkere colbert had zojuist een sigaret aangestoken toen hij een ernaast gelegen bar uitgelopen was. De man was nog helder want hij had een lange dag achter de rug. Een vermoeiende dag, die zijn hersens had uitgeput. Toen hij net een beetje tot rust was gekomen en zijn eerste hijsen van een nieuwe sigaret had geïnhaleerd, merkte hij de menigte mensen voor de bar van Eduardo en Mickey Blue Eyes op. Aan een van de mensen had hij gevraagd wat er aan de hand was.
‘Er is iets ernstigs gebeurd binnen,’ werd hem verteld, ‘toen moesten we naar buiten.’
‘Wat voor ernstigs,’ vroeg hij nog.
Niemand wist het, dus ging hij naar binnen.
Mickey Blue Eyes stond zojuist achter de bar te bellen. De eigenaar moest hierheen komen.
‘Hé, we zijn gesloten! U mag hier niet…’
De man hield een pasje omhoog.
‘Eddy Nigma,’ zei hij, ‘ik ben van de recherche. Wat is er gebeurd?’
Blue Eyes griste het pasje met trillende handen.
‘Een ongeval. Mijn collega, hij is gewond maar buiten westen. En die verdomde ambulance schiet maar niet op.’
‘Laat zien.’
Mickey Blue Eyes leidde de rechercheur naar het magazijn. De geur van bloed was gaan overheersen in het magazijn en penetreerde de reukvermogens van de heren. De portier had inmiddels een theedoek vol bloed in zijn handen. Eduardo had een nieuwe gekregen, maar kon weinig uitbrengen.
‘Pijn,’ kermde De Latino, ‘zoveel pijn.’
‘Rechercheur Nigma. Kun je vertellen wat er gebeurd is?’
Eduardo begon zelfs te huilen.
De portier greep Nigma bij de schouder.
‘Luister smeris,’ zei hij fel, ‘we willen geen pottenkijkers. Dus of je regelt dat hier als de sodemieter een ambulance voor de deur staat of ik donderstraal je de tent uit.’
‘Rustig aan, vriend,’ kalmeerde Eddy Nigma de portier, ‘ik ga wel even een belletje plegen. Dit is vanaf nu een crime scene. Die ambulance komt eraan.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 14 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 5
Mickey Blue Eyes keek hoe de lastige klant buiten stennis begon te schoppen en zag Nora niet opnieuw plaatsnemen aan de bar. Uit haar tas haalde ze een flesje handgel om haar handen mee schoon te maken. Ze hield niet zo van de zeep op toiletten, als die al aanwezig was. Bijna geroutineerd wreef ze het goedje over haar handen en tussen haar vingers. Met een onschuldige blik op Blue Eyes gericht, waste ze haar handen in onschuld. Grondig, alsof ze smetvrees had.
Toen de lastige man buiten was afgedropen, keek Mickey de zaak weer rond. Hij zag dezelfde mensen aan de bar zitten. Pratend, discussiërend. Sommige vrouwen keken regelmatig naar de blauwogige barman, in de hoop dat hij ze nog eens zijn aandacht schonk. Maar dit keer verloren ze het van Nora.
‘Wil je nog een refill,’ vroeg Blue Eyes toen hij Nora haar laatste slok Disaronno amaretto zag nemen.
Nora pakte een ijsblokje uit het glas en liet het langs haar roodgestifte lippen glijden terwijl ze Mickey Blue Eyes strak aankeek.
‘Dat hangt ervan af,’ antwoordde ze, ‘hoe dronken wil je dat ik word?’
De femme fatale aan Mickey’s bar liet het ijsblokje tussen haar lippen glijden. Ze zoog eraan.
‘Niet,’ flapte de barman eruit, ‘ik houd niet zo van dronken vrouwen.’
‘Waar houdt meneer de barman dan wel van?’
Weer verdween het ijsblokje tussen haar lippen. Mickey slikte even.
‘Van een plaspauze,’ zei Mickey, stiekem opgewonden, ‘maar ik moet even wachten op mijn collega. Of heb jij hem ergens verstopt?’
Nora ging rechtop zitten en keek Mickey Blue Eyes streng aan.
‘Waar zie je me voor aan,’ zei ze ietwat beledigd, ‘als een ordinaire mannenverzamelaarster?’
‘Nou, ehh..’
‘Luister eens, blauwoog. Ik ben even naar de wc geweest en toen ik terug kwam was hij er nog steeds niet. In de tussentijd heb ik hem niet gezien. Dus ik stel voor dat ik afreken, dan kun jij je collega gaan zoeken.’
‘Sorry,’ begon Mickey, ‘zo bedoelde ik het niet.’
Nora lachte geforceerd vriendelijk en gaf hem een briefje van twintig. Mickey Blue Eyes overhandigde haar het wisselgeld, waarop Nora van de barkruk gleed en richting de uitgang liep. Daar wenste ze de portier een goede avond en liep richting de taxi die zojuist voor de bar was komen te staan. De portier liep naar Mickey Blue Eyes om te vragen waar zijn collega was. Het terras stond vol met glazen.
‘Hij ging de biertap verwisselen in het magazijn, maar hij is nog steeds niet terug.’
‘Ik ga wel even kijken of hij niet in slaap is gevallen,’ grapte de portier.
De portier liep naar beneden en zag dat de deur van het magazijn niet op slot was. Hij is nog hier, dacht hij. In het magazijn brandde nog licht en was het opgeruimd.
‘Hallo,’ riep de portier nadat hij de deur achter zich had dicht gedaan, ‘Eduardo, lig je te slapen?’
‘Hier,’ rochelde Eduardo.
Achter een aantal kratjes frisdrank zat De Latino op de grond, met zijn benen wijd. Ertussen was zijn broek doordrenkt met bloed, dat zich inmiddels had verspreid over de grond. De barman lag half bewusteloos tegen het lege biervat aan dat hij had verwisseld. Zijn handen zaten in zijn broek, waar hij met zijn laatste krachten het bloeden probeerde te stoppen.
‘Wat de fuck,’ fluisterde de portier.
Hij moest een paar keer knipperen voor hij geloofde wat hij zag.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Toen de lastige man buiten was afgedropen, keek Mickey de zaak weer rond. Hij zag dezelfde mensen aan de bar zitten. Pratend, discussiërend. Sommige vrouwen keken regelmatig naar de blauwogige barman, in de hoop dat hij ze nog eens zijn aandacht schonk. Maar dit keer verloren ze het van Nora.
‘Wil je nog een refill,’ vroeg Blue Eyes toen hij Nora haar laatste slok Disaronno amaretto zag nemen.
Nora pakte een ijsblokje uit het glas en liet het langs haar roodgestifte lippen glijden terwijl ze Mickey Blue Eyes strak aankeek.
‘Dat hangt ervan af,’ antwoordde ze, ‘hoe dronken wil je dat ik word?’
De femme fatale aan Mickey’s bar liet het ijsblokje tussen haar lippen glijden. Ze zoog eraan.
‘Niet,’ flapte de barman eruit, ‘ik houd niet zo van dronken vrouwen.’
‘Waar houdt meneer de barman dan wel van?’
Weer verdween het ijsblokje tussen haar lippen. Mickey slikte even.
‘Van een plaspauze,’ zei Mickey, stiekem opgewonden, ‘maar ik moet even wachten op mijn collega. Of heb jij hem ergens verstopt?’
Nora ging rechtop zitten en keek Mickey Blue Eyes streng aan.
‘Waar zie je me voor aan,’ zei ze ietwat beledigd, ‘als een ordinaire mannenverzamelaarster?’
‘Nou, ehh..’
‘Luister eens, blauwoog. Ik ben even naar de wc geweest en toen ik terug kwam was hij er nog steeds niet. In de tussentijd heb ik hem niet gezien. Dus ik stel voor dat ik afreken, dan kun jij je collega gaan zoeken.’
‘Sorry,’ begon Mickey, ‘zo bedoelde ik het niet.’
Nora lachte geforceerd vriendelijk en gaf hem een briefje van twintig. Mickey Blue Eyes overhandigde haar het wisselgeld, waarop Nora van de barkruk gleed en richting de uitgang liep. Daar wenste ze de portier een goede avond en liep richting de taxi die zojuist voor de bar was komen te staan. De portier liep naar Mickey Blue Eyes om te vragen waar zijn collega was. Het terras stond vol met glazen.
‘Hij ging de biertap verwisselen in het magazijn, maar hij is nog steeds niet terug.’
‘Ik ga wel even kijken of hij niet in slaap is gevallen,’ grapte de portier.
De portier liep naar beneden en zag dat de deur van het magazijn niet op slot was. Hij is nog hier, dacht hij. In het magazijn brandde nog licht en was het opgeruimd.
‘Hallo,’ riep de portier nadat hij de deur achter zich had dicht gedaan, ‘Eduardo, lig je te slapen?’
‘Hier,’ rochelde Eduardo.
Achter een aantal kratjes frisdrank zat De Latino op de grond, met zijn benen wijd. Ertussen was zijn broek doordrenkt met bloed, dat zich inmiddels had verspreid over de grond. De barman lag half bewusteloos tegen het lege biervat aan dat hij had verwisseld. Zijn handen zaten in zijn broek, waar hij met zijn laatste krachten het bloeden probeerde te stoppen.
‘Wat de fuck,’ fluisterde de portier.
Hij moest een paar keer knipperen voor hij geloofde wat hij zag.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
Abonneren op:
Posts (Atom)