Helena rommelde wat in haar tas. Ze zocht haar brillendoekje, want ze zag door de glazen dat er vetvlekken op zat. Toen ze die gevonden had, deed ze haar bril af en maakte de glazen schoon. Plotseling hoorde ze een bed aan komen rijden met druk pratende mensen. Alweer een nieuw persoon? Het bed met een aantal dokters en assistenten kwam de hoek omzetten. Eddy Nigma liep ernaast en viel de dokter lastig met vragen. Helena zag hem en draaide zich om. Ze herkende hem, maar wilde niet dat hij erachter kwam dat zij een simpele zuster was. Eddy Nigma keek langs de dokters naar de zuster die er stond, maar zag alleen de rug. Hij zou later op haar afstappen of zij misschien iets verdachts gezien had. Toen verdween hij in een kamer na de dokters. Twee kamers verder dan waar Eduardo ‘De Latino’ lag.
Toen Helena opkeek, was er niemand meer op de gang. Ze zette haar bril weer op en besloot eens een kijkje te nemen aan de gewonde die was binnengebracht tijdens haar afwezigheid.
‘Luister eens,’ viel de dokter uit, ‘je werkt me flink op de zenuwen. Als je nou niet snel opdondert, laat ik je eruit zetten door de beveiliging. Ik probeer hier een gewonde man te verzorgen, godverdomme.’
De dokter beet uit frustratie zijn pen kapot.
‘Oké,’ zei Eddy Nigma teleurgesteld, ‘ik ga al. Maar ik kom straks terug. Ik moet weten wat er met hem gebeurd is.’
‘OPROTTEN! NU!’
De dokter verloor zijn zelfbeheersing en gaf de rechercheur een harde duw. Nigma viel met zijn rug tegen de rand van het bed aan dat achter hem stond. Een pijnscheut vloerde hem bijna, maar hij greep het bed. Zwijgend droop hij de kamer uit.
Op de gang keek hij rond. Misschien had de zuster nog iets om de pijn wat te verzachten. Maar ze was nergens te bekennen.
‘Dan maar koffie halen,’ fluisterde Eddy Nigma en schuifelde naar de lift.
Helena pakte het klembord van het voeteneind. Ze las de gegevens terwijl ze naast het bed ging staan.
‘Arm schaap,’ zei ze en legde een hand op het voorhoofd van Eduardo ‘De Latino’, ‘je kon er vast niets aan doen.’
Zijn voorhoofd voelde een beetje klam aan. Daarop liep ze naar de wastafel en maakte een doekje nat.
‘Dus jij bent ook een slachtoffer van die mannenhaatster,’ zei Helena terwijl ze zijn voorhoofd afveegde, ‘dat is wel pech hebben. Misschien heb je het wel verdiend. Misschien ook niet. Je bent blijkbaar gespaard door iemand die haar ballen zonder pegels wil.’
Uit haar borstzakje haalde ze een prik en haalde de dop van de naald.
‘Het is maar goed dat je nu even wat rust krijgt.’
Ze haalde de vochttoevoerbuisje uit zijn infuus.
‘Dat je even niet aan je zere zaakje hoeft te denken.’
Helena zette de spuit in het infuus en haar duim was klaar om te drukken.
‘Weg van je leven. Van alle boosaardige mensen om je heen, die je pijn willen doen.’
Ze liet de spuit los en streelde met een vinger Eduardo’s wang.
‘Hier ga je lekker van dromen,’ fluisterde Helena, ‘en als je wakker wordt. Als je al wakker wordt, dan. Dan wil je niets anders meer.’
Helena zette haar duim weer op de spuit en drukte gelijkmatig.
Op dat moment kwam Mickey Blue Eyes uit de wc.
‘U bent een andere zuster,’ zei hij in de deuropening.
‘Dat klopt,’ zei Helena rustig, ‘u bent een vriend?’
Blue Eyes beaamde dit. Helena haalde de spuit uit het infuus, stopte het vochttoevoerbuisje weer terug en draaide zich langzaam om naar Mickey Blue Eyes. Met de spuit in haar hand schoof ze haar bril omhoog.
‘Ik heb hem even een slaapmiddel toegediend,’ zei ze kalm, ‘dan kan hij lekker uitrusten.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
woensdag 29 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 10
‘Dus,’ stamelde Blue Eyes, ‘dus hij is. Hij is zijn, ehh. Ballen?’
‘Kijk,’ glunderde de dokter, ‘dat is dus precies wat er niet is gebeurd. Luister. Wij vonden ook een gemengde substantie tussen het bloed. Dat hebben we uiteindelijk kunnen herkennen als twee dingen: het ene is rode peper-‘
‘Rode peper?’
‘Rode peper, ja. En het andere is iets wat men tijgerbalsem noemt. Beiden een goedje wat flink prikt. In een wondje kan dit helse pijnen veroorzaken. En een hele nare infectie, als het niet tijdig behandeld wordt. Zeker op die plek. Als de infectie ernstig wordt, tast het andere delen van het geslachtsorgaan aan en kan het, ehh, zaakje verloren gaan.’
‘Waren jullie op tijd,’ vroeg Blue Eyes terwijl de steek nu een pijnscheut leek te worden in zijn kruis.
‘Het was wel kielekiele,’ grijnsde de dokter breeduit, ‘maar laten we zeggen dat hij met wat antibiotica en veel rust goede hoop kan houden op zijn zwemmers. Mits hij niet overlijdt aan het trauma, natuurlijk. Dat is helaas al eerder gebeurd met andere slachtoffers. Jullie zitten niet bij een bende, of iets?’
‘Nee,’ zei Blue Eyes, ‘we zijn barman.’
De gedachten van de barman waren nog bij het sneetje in de balzak en de prikkende substantie die erop was gesmeerd. Hij werd er onpasselijk van en zakte bijna door zijn knieën.
‘Zo.’
De dokter krabde even aan zijn kin.
‘Dan heb je een wraakzuchtige klant,’ zei de dokter en liep de kamer uit.
Mickey Blue Eyes was op een stoel naast het bed van Eduardo. Zijn hoofd tolde van de informatie en tot overmaat van ramp kon hij het beeld van de aanslag niet uit zijn hoofd krijgen. De barman zag het alleen veel heftiger voor zich. Met een groot kapmes, nee, een dolk. Een vrouw die De Latino onder schot hield terwijl zij dreigde hem te castreren zonder verdoving.
Eddy Nigma nam plaats op een bankje aan het water. Hij dacht na. De zaken die nog open lagen, maar wel met elkaar verbonden waren. De vrouw die hij zojuist had ontmoet. Hij wilde haar nog eens zien, maar ze was zo plotseling verdwenen. En dan was er nog die vrouw bij de taxi. Iets klopte er niet. De rechercheur kon niet weten dat zijn gedachten de juiste waren.
De telefoon van Eddy Nigma trilde hem terug naar de realiteit.
‘Nigma,’ zei hij.
Aan de andere kant sprak een collega van hem gehaast. Eddy had moeite hem te begrijpen.
‘Wat lul je nou? Waar- Oké. Nee, ik kom er aan. Ja. Begrepen. Godver. Ja. Ik ben al onderweg.’
De rechercheur stond op en rende naar de openbare weg. Daar hield hij de eerste de beste auto aan en beval hem naar het ziekenhuis te rijden. Een van de eerdere slachtoffers was in een kritieke toestand geraakt. Als hij overleed, zou er een getuige minder zijn.
‘Hèhè, ben je er eindelijk,’ zei de zuster tegen haar collega die te laat was, je had al een uur geleden moeten beginnen. Waarom neem je de telefoon niet op?’
‘Ik had me verslapen,’ zei de andere zuster, ‘sorry. Ik maakte een lange wandeling vannacht en daarna was ik gesloopt. Ik slaap nogal slecht de laatste tijd.’
‘Helena toch,’ zei de zuster, ‘je moet ook op vaste tijden naar bed gaan. Je bent ook echt onverbeterlijk.’
‘Bespaar me de preek, oké? Nog nieuws?’
‘Er is een nieuwe binnengebracht. Weer het zaakje.’
‘Spannend. Komt er toch nog iemand op voor de vrouwen,’ grapte Helena.
‘Ja,’ zei de zuster met haar tas in de hand, ‘maar dit gaat misschien iets te ver, denk je niet? Ik ga.’
‘Misschien,’ zei Helena terwijl ze haar collega een kus gaf, ‘misschien. Tot vanavond.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Kijk,’ glunderde de dokter, ‘dat is dus precies wat er niet is gebeurd. Luister. Wij vonden ook een gemengde substantie tussen het bloed. Dat hebben we uiteindelijk kunnen herkennen als twee dingen: het ene is rode peper-‘
‘Rode peper?’
‘Rode peper, ja. En het andere is iets wat men tijgerbalsem noemt. Beiden een goedje wat flink prikt. In een wondje kan dit helse pijnen veroorzaken. En een hele nare infectie, als het niet tijdig behandeld wordt. Zeker op die plek. Als de infectie ernstig wordt, tast het andere delen van het geslachtsorgaan aan en kan het, ehh, zaakje verloren gaan.’
‘Waren jullie op tijd,’ vroeg Blue Eyes terwijl de steek nu een pijnscheut leek te worden in zijn kruis.
‘Het was wel kielekiele,’ grijnsde de dokter breeduit, ‘maar laten we zeggen dat hij met wat antibiotica en veel rust goede hoop kan houden op zijn zwemmers. Mits hij niet overlijdt aan het trauma, natuurlijk. Dat is helaas al eerder gebeurd met andere slachtoffers. Jullie zitten niet bij een bende, of iets?’
‘Nee,’ zei Blue Eyes, ‘we zijn barman.’
De gedachten van de barman waren nog bij het sneetje in de balzak en de prikkende substantie die erop was gesmeerd. Hij werd er onpasselijk van en zakte bijna door zijn knieën.
‘Zo.’
De dokter krabde even aan zijn kin.
‘Dan heb je een wraakzuchtige klant,’ zei de dokter en liep de kamer uit.
Mickey Blue Eyes was op een stoel naast het bed van Eduardo. Zijn hoofd tolde van de informatie en tot overmaat van ramp kon hij het beeld van de aanslag niet uit zijn hoofd krijgen. De barman zag het alleen veel heftiger voor zich. Met een groot kapmes, nee, een dolk. Een vrouw die De Latino onder schot hield terwijl zij dreigde hem te castreren zonder verdoving.
Eddy Nigma nam plaats op een bankje aan het water. Hij dacht na. De zaken die nog open lagen, maar wel met elkaar verbonden waren. De vrouw die hij zojuist had ontmoet. Hij wilde haar nog eens zien, maar ze was zo plotseling verdwenen. En dan was er nog die vrouw bij de taxi. Iets klopte er niet. De rechercheur kon niet weten dat zijn gedachten de juiste waren.
De telefoon van Eddy Nigma trilde hem terug naar de realiteit.
‘Nigma,’ zei hij.
Aan de andere kant sprak een collega van hem gehaast. Eddy had moeite hem te begrijpen.
‘Wat lul je nou? Waar- Oké. Nee, ik kom er aan. Ja. Begrepen. Godver. Ja. Ik ben al onderweg.’
De rechercheur stond op en rende naar de openbare weg. Daar hield hij de eerste de beste auto aan en beval hem naar het ziekenhuis te rijden. Een van de eerdere slachtoffers was in een kritieke toestand geraakt. Als hij overleed, zou er een getuige minder zijn.
‘Hèhè, ben je er eindelijk,’ zei de zuster tegen haar collega die te laat was, je had al een uur geleden moeten beginnen. Waarom neem je de telefoon niet op?’
‘Ik had me verslapen,’ zei de andere zuster, ‘sorry. Ik maakte een lange wandeling vannacht en daarna was ik gesloopt. Ik slaap nogal slecht de laatste tijd.’
‘Helena toch,’ zei de zuster, ‘je moet ook op vaste tijden naar bed gaan. Je bent ook echt onverbeterlijk.’
‘Bespaar me de preek, oké? Nog nieuws?’
‘Er is een nieuwe binnengebracht. Weer het zaakje.’
‘Spannend. Komt er toch nog iemand op voor de vrouwen,’ grapte Helena.
‘Ja,’ zei de zuster met haar tas in de hand, ‘maar dit gaat misschien iets te ver, denk je niet? Ik ga.’
‘Misschien,’ zei Helena terwijl ze haar collega een kus gaf, ‘misschien. Tot vanavond.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 28 juni 2011
Avondje wodka
Gisteravond was het in de Witte Aap weer eens Extra White Monday. Een Russian Edition, wat betekent dat de wodka rijkelijk vloeit en goedkoop is. Na een aantal omzwervingen belandde ondergetekende schrijver er ook en dronk er twee. Niets aan de hand. Bekenden, leuke gesprekken (waaronder een over de cultuurbezuinigingen) en de tijd die rustig doortikt. Na vijf keer geroepen te hebben dat je naar huis gaat, ben je nog steeds niet weg.
Zodra iedereen wel zo'n beetje ergens anders heen is gegaan, begin je een fietstochtje naar huis. Niets aan de hand. Totdat je 's ochtends wakker wordt en ziet dat je deur openstaat. Niet op een kier, maar wagenwijd. Je doet altijd je deur dicht. Maar je weet het neit zeker, want eenmaal in bed viel je weg in comateuze toestand. Je ontwaakt zonder hevige kater, maar bent aardig gebroken. Dus neem je een douche en denk je aan de andere slachtoffers van de wodka-avond. Dan denk je aan wodkagriep. Ik denk dan, om de echte wodkaslachtoffers een hart onder de riem te steken, aan het volgende gedicht dat ik vorig jaar schreef:
Wodkagriep
Ik heb de wodkagriep,
Griepte er geniepig in-
Dat laatste glas gisteravond
Viel niet goed,
Er sneakte een griepje
Alsof een slechte sneak preview
Van een non-favoriete movie-
Moevuh met die vertiefde
Katerbeat,
Alsof er nog niet genoeg zweet
Koud mijn rug overliep.
Ik heb een wodkagriepje
Maar zie je,
Gister danste de wodka een polka
Met mijn hoofd, duizelende stampvoetklanken
In mijn schedel gehaakt,
Vermakelijk misselijkmakend pas hoorbaar
Tot vanochtend, iets met half twaalf,
Toen de pot begon te klagen
Over het braaksel
Dat mij misselijk maakte.
Ik heb nog wodkagriep,
Zag mijn bed slechter dan de wonderlijke Stevie,
De televisie aangelaten voor de kreunharmonieën
Van sexy Anna, Charlotte en Sophie-
Zware maag plezierde wodkaterig,
Plaagt me vaker met borrelaardige vaardigheden,
Mij slaperig achtergelaten
In die donzen achtbaan
Als verlaten aap en ziek
Dat dit mens raakt!
Ik heb de wodkagriep.
Dus belde ik dokter Huppelepuppie
Voor een remedie
Maar die had ‘ie niet-
Dus ik zeg:
‘Wat een kwakzalverij,
Wat bent u een tyfuslijer’
Waarop karma onmiddellijk terugslaat
Met knallende hoofdpijn-
Komende twee dagen verschijn
Ik als de Onzichtbare Man,
Want deze jongen is vanaf nu
Wodkaziek.
M.S.
Zodra iedereen wel zo'n beetje ergens anders heen is gegaan, begin je een fietstochtje naar huis. Niets aan de hand. Totdat je 's ochtends wakker wordt en ziet dat je deur openstaat. Niet op een kier, maar wagenwijd. Je doet altijd je deur dicht. Maar je weet het neit zeker, want eenmaal in bed viel je weg in comateuze toestand. Je ontwaakt zonder hevige kater, maar bent aardig gebroken. Dus neem je een douche en denk je aan de andere slachtoffers van de wodka-avond. Dan denk je aan wodkagriep. Ik denk dan, om de echte wodkaslachtoffers een hart onder de riem te steken, aan het volgende gedicht dat ik vorig jaar schreef:
Wodkagriep
Ik heb de wodkagriep,
Griepte er geniepig in-
Dat laatste glas gisteravond
Viel niet goed,
Er sneakte een griepje
Alsof een slechte sneak preview
Van een non-favoriete movie-
Moevuh met die vertiefde
Katerbeat,
Alsof er nog niet genoeg zweet
Koud mijn rug overliep.
Ik heb een wodkagriepje
Maar zie je,
Gister danste de wodka een polka
Met mijn hoofd, duizelende stampvoetklanken
In mijn schedel gehaakt,
Vermakelijk misselijkmakend pas hoorbaar
Tot vanochtend, iets met half twaalf,
Toen de pot begon te klagen
Over het braaksel
Dat mij misselijk maakte.
Ik heb nog wodkagriep,
Zag mijn bed slechter dan de wonderlijke Stevie,
De televisie aangelaten voor de kreunharmonieën
Van sexy Anna, Charlotte en Sophie-
Zware maag plezierde wodkaterig,
Plaagt me vaker met borrelaardige vaardigheden,
Mij slaperig achtergelaten
In die donzen achtbaan
Als verlaten aap en ziek
Dat dit mens raakt!
Ik heb de wodkagriep.
Dus belde ik dokter Huppelepuppie
Voor een remedie
Maar die had ‘ie niet-
Dus ik zeg:
‘Wat een kwakzalverij,
Wat bent u een tyfuslijer’
Waarop karma onmiddellijk terugslaat
Met knallende hoofdpijn-
Komende twee dagen verschijn
Ik als de Onzichtbare Man,
Want deze jongen is vanaf nu
Wodkaziek.
M.S.
Labels:
avonden,
bar,
De Witte Aap,
gedicht,
Miguel Santos,
nieuw,
poëzie,
Rotterdam,
wodka
maandag 27 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 9
Eduardo ‘De Latino’ was ondertussen in het ziekenhuis aangekomen en onderzocht. Mickey Blue Eyes was met de ambulancebroeders meegereden en zat te wachten op een dokter die hem kon vertellen wat er met zijn collega gebeurd was. In gedachten ging hij de avond nog eens na. Hij stopte bij Nora, die naar zijn weten de hele avond aan de bar een amaretto heeft zitten drinken. Vervolgens kregen zij een woordenwisseling en ging zij ervandoor. Daarna stuurde Blue Eyes de portier naar het magazijn om te kijken waar zijn partner in crime bleef. Toen voltrok zich deze ramp die Mickey Blue Eyes en Eduardo ‘De Latino’ in het ziekenhuis deed belanden. Waar zijn die dokters als je ze nodig hebt, dacht Blue Eyes.
‘Meneer?’
Een kleine, volslanke zuster tikte Mickey Blue Eyes op de schouder.
‘Meneer,’ zei ze, ‘u kunt uw vriend bezoeken. De dokter is nog in de kamer en zal u op de hoogte brengen.’
De zuster keek in de blauwe ogen van de wachtende barman. Ze zag dankbaarheid.
‘Dankje,’ antwoordde Mickey en stond op.
‘Deze kant op, meneer.’
Eddy Nigma en Helena hadden de Oostzeedijk verlaten en liepen nu in de richting van de Kralingse Plas. Het begon langzaam weer licht te worden, maar het tweetal had hier geen aandacht voor. Zwijgend liepen ze verder. Hun gedachten ergens anders en tegelijkertijd in het hier en nu. Zowel de rechercheur als de bebrilde vrouw maakten op andere dagen eenzelfde wandeling in hun eentje. Toen zij bijna bij de Kralingse Plas waren aanbeland stopte Helena opeens.
‘Eigenlijk moet ik weer terug,’ zei Helena, ‘ik heb een lange dag voor de boeg.
‘Dat kan,’ antwoordde Nigma.
Er viel een ongemakkelijke stilte.
‘Ga je niet vragen wat ik doe?’
Ze sloeg haar armen over elkaar.
Eddy Nigma schudde zijn hoofd.
‘Ik heb besloten even een pauze te nemen van mijn werk. Wat rust te nemen. Om na te denken, begrijp je?’
Helena glimlachte.
‘Dan kom ik je de volgende keer wel weer tegen, meneer de politieman.’
‘Wie weet,’ zei de rechercheur, ‘wie weet.’
De twee namen afscheid. Eddy Nigma vervolgde zijn weg richting de Kralingse Plas en Helena keerde weer om. De rechercheur bedacht zich enige tijd later en draaide zich om. Maar Helena was al aan de horizon verdwenen. Jammer, dacht hij, ik had haar graag nog eens willen zien. Toen liep hij verder.
De dokter stond naast het bed van Eduardo, die zojuist een slaapmiddel toegediend had gekregen. Mickey Blue Eyes kwam net binnen toen de dokter wat op een klembord aan het krabbelen. De barman slikte even toen hij zijn collega er zo hulpeloos bij zag liggen. De dokter keek op van zijn klembord.
‘Hij bijt niet, hoor,’ grapte de dokter.
Blue Eyes kon er niet om lachen.
‘Weet u wat er met hem gebeurd is?’
‘Je stelt de verkeerde vraag,’ zei de dokter terwijl hij het klembord aan het voeteneind hing, ‘je moet vragen: wat is er niet met hem gebeurd?’
De dokter grinnikte even toen hij de vragende blik van Mickey Blue Eyes zag.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou,’ kuchte de dokter, ‘het leek erger dan het is door al dat bloed.’
‘Maar er was gewoon heel veel bloed. Dat is toch ernstig, of niet dan?’
Blue Eyes keek de dokter boos aan.
‘Niet helemaal.’
De dokter kuchte kort.
‘Er was een sneetje in de balzak gemaakt. En we vonden alcohol in het bloed van deze man, waardoor het bloed er sneller uitliep.’
De woorden van de dokter bezorgden de barman een steek in zijn kruis.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Meneer?’
Een kleine, volslanke zuster tikte Mickey Blue Eyes op de schouder.
‘Meneer,’ zei ze, ‘u kunt uw vriend bezoeken. De dokter is nog in de kamer en zal u op de hoogte brengen.’
De zuster keek in de blauwe ogen van de wachtende barman. Ze zag dankbaarheid.
‘Dankje,’ antwoordde Mickey en stond op.
‘Deze kant op, meneer.’
Eddy Nigma en Helena hadden de Oostzeedijk verlaten en liepen nu in de richting van de Kralingse Plas. Het begon langzaam weer licht te worden, maar het tweetal had hier geen aandacht voor. Zwijgend liepen ze verder. Hun gedachten ergens anders en tegelijkertijd in het hier en nu. Zowel de rechercheur als de bebrilde vrouw maakten op andere dagen eenzelfde wandeling in hun eentje. Toen zij bijna bij de Kralingse Plas waren aanbeland stopte Helena opeens.
‘Eigenlijk moet ik weer terug,’ zei Helena, ‘ik heb een lange dag voor de boeg.
‘Dat kan,’ antwoordde Nigma.
Er viel een ongemakkelijke stilte.
‘Ga je niet vragen wat ik doe?’
Ze sloeg haar armen over elkaar.
Eddy Nigma schudde zijn hoofd.
‘Ik heb besloten even een pauze te nemen van mijn werk. Wat rust te nemen. Om na te denken, begrijp je?’
Helena glimlachte.
‘Dan kom ik je de volgende keer wel weer tegen, meneer de politieman.’
‘Wie weet,’ zei de rechercheur, ‘wie weet.’
De twee namen afscheid. Eddy Nigma vervolgde zijn weg richting de Kralingse Plas en Helena keerde weer om. De rechercheur bedacht zich enige tijd later en draaide zich om. Maar Helena was al aan de horizon verdwenen. Jammer, dacht hij, ik had haar graag nog eens willen zien. Toen liep hij verder.
De dokter stond naast het bed van Eduardo, die zojuist een slaapmiddel toegediend had gekregen. Mickey Blue Eyes kwam net binnen toen de dokter wat op een klembord aan het krabbelen. De barman slikte even toen hij zijn collega er zo hulpeloos bij zag liggen. De dokter keek op van zijn klembord.
‘Hij bijt niet, hoor,’ grapte de dokter.
Blue Eyes kon er niet om lachen.
‘Weet u wat er met hem gebeurd is?’
‘Je stelt de verkeerde vraag,’ zei de dokter terwijl hij het klembord aan het voeteneind hing, ‘je moet vragen: wat is er niet met hem gebeurd?’
De dokter grinnikte even toen hij de vragende blik van Mickey Blue Eyes zag.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou,’ kuchte de dokter, ‘het leek erger dan het is door al dat bloed.’
‘Maar er was gewoon heel veel bloed. Dat is toch ernstig, of niet dan?’
Blue Eyes keek de dokter boos aan.
‘Niet helemaal.’
De dokter kuchte kort.
‘Er was een sneetje in de balzak gemaakt. En we vonden alcohol in het bloed van deze man, waardoor het bloed er sneller uitliep.’
De woorden van de dokter bezorgden de barman een steek in zijn kruis.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
donderdag 23 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 8
De rechercheur stapte de taxi in en beval de chauffeur om gewoon een stuk te gaan rijden. Maakte niet uit waarheen. Toen dacht hij na over de woorden van zijn informant. Hij had helemaal geen vrouw. Alleen een scharrel die hij eens per maand zag. Een mooie vrouw, maar niet geschikt voor een relatie. Bovendien stond Eddy’s hoofd daar ook niet naar sinds hij bij de lange arm der wet zat. Zijn hoofd duizelde sindsdien, omdat hij op deze zaak zat. Waar steeds een ander slachtoffer bijkwam.
‘Chauffeur,’ zei hij opeens, ‘breng me naar Oostplein.’
De chauffeur knikte.
Eddy liep wel vaker over de Oostzeedijk. Het hielp hem nadenken. Nu hij nieuwe stof tot nadenken had, was hij daar ook wel aan toe. Op het bureau maakten zijn collega’s hem belachelijk. Kijk, wezen ze zijn kant dan op, daar loopt detective ‘Never Ending Story’. Iedereen lachte hard, dus had hij al een tijdje geleden geroepen dat hij tot de oplossing niet meer op het bureau zou komen. De respons was wederom gelach.
Eddy Nigma stapte op een leeg Oostplein uit en betaalde de chauffeur. Aan de overkant, bij het gemaal zag hij een vrouw roken. Zo van een afstandje meende hij dat het de vrouw was die naar hem had gelachen voordat ze een taxi instapte op de Witte de Witthstraat. Misschien moest hij haar aanspreken, dacht Eddy. Hij pakte een Chesterfield uit zijn pakje. Daar bleek ook zijn aansteker in te zitten.
‘Ik word verstrooid,’ fluisterde Eddy tegen zichzelf.
Aan de overkant had de vrouw hem nu ook gezien. Ze zwaaide, maar een beetje terughoudend. Alsof ze niet zeker was of ze naar bekende zwaaide.
Eddy zwaaide terug, waarop de vrouw rustig zijn kant op begon te lopen. De rechercheur deed hetzelfde. Halverwege ontmoetten de twee elkaar. Zij droeg een trainingspak en een donkerpaars brilletje. Haar bruine haar zat in een paardenstaart. Dit is niet dezelfde vrouw, dacht Eddy.
‘Oh,’ zei de vrouw, ‘maar ik ken jou eigenlijk niet.’
‘Ik dacht precies hetzelfde,’ zei Eddy Nigma.
De vrouw stak haar hand uit.
‘Helena,’ zei ze.
‘Aangenaam,’ zei Eddy Nigma.
Even was Helena verward.
‘Heb je zelf nog een naam, vreemdeling?’
De rechercheur schoot in de lach.
‘Sorry,’ zei hij tenslotte, ‘veel aan mijn hoofd. Eddy, aangenaam.’
Helena nam een diepe hijs van haar sigaret. Toen gooide ze hem op de grond en drukte hem met haar schoen uit.
‘Wat brengt jou hier,’ vroeg de rechercheur aan de niet onknappe vrouw tegenover hem, ‘als ik vragen mag.’
‘Dat mag,’ zei Helena, ‘ik kon niet slapen.’
Eddy Nigma knikte en piekte zijn sigaret weg.
‘Zullen we een stukje lopen,’ vroeg de rechercheur verlegen, ‘de Oostzeedijk over?’
‘Geef me een reden om dat te doen,’ zei Helena.
Ze bekeek hem eens van top tot teen.
‘Je bent toch geen verkrachter, hè?’
Eddy Nigma liet zijn politiepasje zien.
‘Niet bepaald.’
‘Nou,’ zei Helena terwijl ze het pasje teruggaf, ‘dan kan mij in ieder geval niets meer overkomen.’
‘Zullen we dan maar? Ik kom meestal tot rust als ik over de Oostzeedijk loop.’
‘Wie weet helpt het bij mij ook,’ flirtte Helena en gaf hem een arm.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Chauffeur,’ zei hij opeens, ‘breng me naar Oostplein.’
De chauffeur knikte.
Eddy liep wel vaker over de Oostzeedijk. Het hielp hem nadenken. Nu hij nieuwe stof tot nadenken had, was hij daar ook wel aan toe. Op het bureau maakten zijn collega’s hem belachelijk. Kijk, wezen ze zijn kant dan op, daar loopt detective ‘Never Ending Story’. Iedereen lachte hard, dus had hij al een tijdje geleden geroepen dat hij tot de oplossing niet meer op het bureau zou komen. De respons was wederom gelach.
Eddy Nigma stapte op een leeg Oostplein uit en betaalde de chauffeur. Aan de overkant, bij het gemaal zag hij een vrouw roken. Zo van een afstandje meende hij dat het de vrouw was die naar hem had gelachen voordat ze een taxi instapte op de Witte de Witthstraat. Misschien moest hij haar aanspreken, dacht Eddy. Hij pakte een Chesterfield uit zijn pakje. Daar bleek ook zijn aansteker in te zitten.
‘Ik word verstrooid,’ fluisterde Eddy tegen zichzelf.
Aan de overkant had de vrouw hem nu ook gezien. Ze zwaaide, maar een beetje terughoudend. Alsof ze niet zeker was of ze naar bekende zwaaide.
Eddy zwaaide terug, waarop de vrouw rustig zijn kant op begon te lopen. De rechercheur deed hetzelfde. Halverwege ontmoetten de twee elkaar. Zij droeg een trainingspak en een donkerpaars brilletje. Haar bruine haar zat in een paardenstaart. Dit is niet dezelfde vrouw, dacht Eddy.
‘Oh,’ zei de vrouw, ‘maar ik ken jou eigenlijk niet.’
‘Ik dacht precies hetzelfde,’ zei Eddy Nigma.
De vrouw stak haar hand uit.
‘Helena,’ zei ze.
‘Aangenaam,’ zei Eddy Nigma.
Even was Helena verward.
‘Heb je zelf nog een naam, vreemdeling?’
De rechercheur schoot in de lach.
‘Sorry,’ zei hij tenslotte, ‘veel aan mijn hoofd. Eddy, aangenaam.’
Helena nam een diepe hijs van haar sigaret. Toen gooide ze hem op de grond en drukte hem met haar schoen uit.
‘Wat brengt jou hier,’ vroeg de rechercheur aan de niet onknappe vrouw tegenover hem, ‘als ik vragen mag.’
‘Dat mag,’ zei Helena, ‘ik kon niet slapen.’
Eddy Nigma knikte en piekte zijn sigaret weg.
‘Zullen we een stukje lopen,’ vroeg de rechercheur verlegen, ‘de Oostzeedijk over?’
‘Geef me een reden om dat te doen,’ zei Helena.
Ze bekeek hem eens van top tot teen.
‘Je bent toch geen verkrachter, hè?’
Eddy Nigma liet zijn politiepasje zien.
‘Niet bepaald.’
‘Nou,’ zei Helena terwijl ze het pasje teruggaf, ‘dan kan mij in ieder geval niets meer overkomen.’
‘Zullen we dan maar? Ik kom meestal tot rust als ik over de Oostzeedijk loop.’
‘Wie weet helpt het bij mij ook,’ flirtte Helena en gaf hem een arm.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 21 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 7
Eddy Nigma pakte zijn mobiel en begon te bellen. Tegelijkertijd dacht hij aan de mooie vrouw die in de taxi sprong en zo verleidelijk naar hem had gelachen. Eddy had gezwaaid, maar zij was al verdwenen in de taxi. Ook dacht hij aan de zaken die hij maar niet op wist te lossen. Mannen die verminkt waren in hun kruis. Deze barman bleek een nieuw slachtoffer in de reeks geweldplegingen, sommigen met dodelijke afloop. Een enkeling had een dusdanig slechte gezondheid, dat de grote hoeveelheid pijn door de verminking hem een hartaanval had bezorgd. Dit keer was de nog jonge rechercheur er tijdig bij en deed, gewapend met zijn mobieltje, er alles aan om dit slachtoffer in ieder geval levend in een ziekenhuis te krijgen.
Eduardo ‘De Latino’ werd onder het toeziend oog van zijn collega Mickey Blue Eyes de ambulance ingedragen. Hij was door de ambulancebroeders gedrogeerd om rustig te worden. Eddy Nigma bekeek het tafereel van een afstandje. Tussen lippen had hij een nieuwe sigaret, maar was zijn aansteker kwijt. Terwijl hij in zijn zakken zocht, dacht hij na over zijn nieuwste aanwinst. Een waar hij helemaal niet blij was. Zoals het er nu naar uitzag, zou het weinig verschil maken. Geen sporen, geen getuigen. Zelfs de slachtoffers wisten niet wat hen overkomen was. Ook de dader was hun ontglipt.
Er klikt een Zippo open.
‘Vuur?’
Nigma haalt zijn krullen uit zijn gezicht en neemt een hijs. Naast hem stond zijn vaste informant.
‘Floyd,’ zei Nigma, ‘wat brengt jou hier?’
Floyd nam een slok uit zijn veldfles.
‘Hetzelfde als jij, neem ik aan.’
Floyd was een potig ventje. Een dikke buik, eeuwige stoppelbaard en een veldfles vol Jim Bean’s whisky. Toch was hij van alles dat zich in de straten afspeelde op de hoogte. Nigma had nooit begrepen hoe hij dat voor elkaar speelde. Zeker gezien zijn drinkgedrag.
‘Heb je iets gehoord?’
Floyd stak een vanillesigaartje op.
‘Niet meer dan de vorige keer,’ pufte hij, ‘ik blijf er wel bij dat het een vrouw geweest moet zijn.’
‘Fijn. Dat helpt echt.’
Eddy Nigma wilde weg, maar had geen idee waarheen. Dus bleef hij staan toen de ambulance wegreed.
‘Kom op, Eddy,’ begon Floyd, ‘ik houd mijn ogen en oren open. Dat weet je zelf ook. En je weet dat deze gebeurtenissen specifiek gericht zijn tegen mannen. Of heb je stiekem een vrouwelijk slachtoffer ergens verstopt?’
De informant van de rechercheur lachte zijn specifieke lachje. Kort, hard en spottend.
‘Nee. Tenzij jij me iets op te biechten hebt.’
Floyd grijnsde breed.
‘Helaas,’ zei hij, ‘het enige slachtoffer dat ik verstop zit in mijn binnenzak. Die slurp ik zo vaak ik kan leeg.’
Lachend haalde hij zijn veldfles weer tevoorschijn. Hij nam een grote slok en toen was de fles leeg.
‘Ai,’ zei hij, ‘het wordt tijd voor nieuwe voorraden. Ik ga mijn best doen, meneer de rechercheur. Maar eerst moet ik dit varkentje eens wassen. Tabee.’
De veldfles verdween weer in de binnenzak van zijn versleten colbert. Eddy Nigma was het zat en gooide zijn peuk op straat. Hij hield een taxi aan en opende de deur.
‘Hé Eddy,’ hoorde hij Floyd roepen, ‘breng eens wat tijd door met je vrouwtje! Ontspan een beetje!’
Lachend draaide Floyd zich om en begon weg te lopen.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Eduardo ‘De Latino’ werd onder het toeziend oog van zijn collega Mickey Blue Eyes de ambulance ingedragen. Hij was door de ambulancebroeders gedrogeerd om rustig te worden. Eddy Nigma bekeek het tafereel van een afstandje. Tussen lippen had hij een nieuwe sigaret, maar was zijn aansteker kwijt. Terwijl hij in zijn zakken zocht, dacht hij na over zijn nieuwste aanwinst. Een waar hij helemaal niet blij was. Zoals het er nu naar uitzag, zou het weinig verschil maken. Geen sporen, geen getuigen. Zelfs de slachtoffers wisten niet wat hen overkomen was. Ook de dader was hun ontglipt.
Er klikt een Zippo open.
‘Vuur?’
Nigma haalt zijn krullen uit zijn gezicht en neemt een hijs. Naast hem stond zijn vaste informant.
‘Floyd,’ zei Nigma, ‘wat brengt jou hier?’
Floyd nam een slok uit zijn veldfles.
‘Hetzelfde als jij, neem ik aan.’
Floyd was een potig ventje. Een dikke buik, eeuwige stoppelbaard en een veldfles vol Jim Bean’s whisky. Toch was hij van alles dat zich in de straten afspeelde op de hoogte. Nigma had nooit begrepen hoe hij dat voor elkaar speelde. Zeker gezien zijn drinkgedrag.
‘Heb je iets gehoord?’
Floyd stak een vanillesigaartje op.
‘Niet meer dan de vorige keer,’ pufte hij, ‘ik blijf er wel bij dat het een vrouw geweest moet zijn.’
‘Fijn. Dat helpt echt.’
Eddy Nigma wilde weg, maar had geen idee waarheen. Dus bleef hij staan toen de ambulance wegreed.
‘Kom op, Eddy,’ begon Floyd, ‘ik houd mijn ogen en oren open. Dat weet je zelf ook. En je weet dat deze gebeurtenissen specifiek gericht zijn tegen mannen. Of heb je stiekem een vrouwelijk slachtoffer ergens verstopt?’
De informant van de rechercheur lachte zijn specifieke lachje. Kort, hard en spottend.
‘Nee. Tenzij jij me iets op te biechten hebt.’
Floyd grijnsde breed.
‘Helaas,’ zei hij, ‘het enige slachtoffer dat ik verstop zit in mijn binnenzak. Die slurp ik zo vaak ik kan leeg.’
Lachend haalde hij zijn veldfles weer tevoorschijn. Hij nam een grote slok en toen was de fles leeg.
‘Ai,’ zei hij, ‘het wordt tijd voor nieuwe voorraden. Ik ga mijn best doen, meneer de rechercheur. Maar eerst moet ik dit varkentje eens wassen. Tabee.’
De veldfles verdween weer in de binnenzak van zijn versleten colbert. Eddy Nigma was het zat en gooide zijn peuk op straat. Hij hield een taxi aan en opende de deur.
‘Hé Eddy,’ hoorde hij Floyd roepen, ‘breng eens wat tijd door met je vrouwtje! Ontspan een beetje!’
Lachend draaide Floyd zich om en begon weg te lopen.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
zondag 19 juni 2011
Gedicht 19 juni
19 juni 2011, zondag(avond)
Het regent-
Bakken uit de hemel,
Lege straatjes in de binnenstad,
Ook hemelsbreed
Gezien.
Het ruikt naar
Natte hond,
Gemengd
Met vers gemaaid gras.
Als de man achter
De bar
Mij een biertje tapt,
Denk ik aan
Blauwe lucht
Onder een wolkendeken
Van regen,
Die de Maas
In slaap huilt.
Morgen is het
Maandag, denkt ze,
Morgen is het
Alweer maandag,
En ik heb niet eens
Paradepaardjes
Geteld.
Morgen is het weer
Maandag, denkt ze,
Morgen regent het met
Bakken uit de hemel-
Morgen regent het een
Blauwe maandag.
Met bakken uit de hemel.
M.S.
Foto: Nico Plat
Labels:
gedicht,
Miguel Santos,
nieuw,
poëzie,
Rotterdam
Standbeeld
Donderdagavond zat ik bij de prijsuitreiking van de C. Buddingh'-prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut 2010. De prijs ging naar de jongste genomineerde Lieke Marsman. Bij deze alsnog van harte. Inderdaad, prachtige poëzie. Als je dit leest: je staat op mijn verlanglijstje.
Tijdens diezelfde uitreiking dwaalden soms mijn gedachten af, naar het standbeeld van de bedelaar op de Nieuwe Binnenweg. Tussen Stalles en Rotown. Je hebt het wel eens gezien, aangeraakt wellicht. Of gedacht dat het een straatartiest was. Dat laatste had ik ook wel eens. Afijn, mijn gedachten dwaalden daar dus heen. En een paar zinnen uit een nummer van Marco Borsato. Dat resulteerde in het volgende gedicht.
Standbeeld
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Maar ik kan niet
Door mijn knieën
Ze zouden simpelweg
Breken.
Mijn stem,
Vastgebeiteld in steen
En standvastig
Ben ik vastgenageld
Aan de straat.
Mijn handen
Poseren
Een smeekbede,
Een vraag om een
Aalmoes.
‘En ik zou je willen smeken’
Maar het spreken
Lukt niet,
Het lukt niet
Om me uit te drukken
In zwijmelzinnen
Noch zoete woordjes
Noch een behoorlijk
Rotterdams accent.
Hier sta ik altijd-
De vent,
Van wie sommige passanten
Denken
Dat ik echt-
Echter,
Voorbeeldig vervul ik mijn rol van
Standbeeld.
‘Je op mijn knieën’
Willen voorliegen
Dat ik hier niet
Zomaar sta,
Maar fierfrisfruitig
Een rol vervul:
Ook ik ben Rotterdammer.
Stilstaan doe ik het langst,
Zelfs zo lang
Dat jij bang wordt
Een witte illusie
Te zien
Bewegen,
Verregenen.
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Om me leven
Te geven-
Geef mij een beetje
Van jouw leven,
Ook al ben ik versteend,
Vergroeid
Met de Nieuwe Binnenweg
Maar niet van hout.
Gozer,
Ik word geen dag ouder.
Ik ben net zo oud
Als toen,
Op de dag van mijn geboorte,
Van mijn ‘coming out’
Als standbeeld.
En ik zou zo graag willen
Dat ik eens voor je
Kon zingen:
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
En dat mijn stem dan in je
Hoofd
Blijft zitten,
En dat jij me dan
Met rust laat.
Want jij gaat
Weer verder,
Loopt maar door-
Ik ben je standbeeld voor
Onderweg.
M.S.
Tijdens diezelfde uitreiking dwaalden soms mijn gedachten af, naar het standbeeld van de bedelaar op de Nieuwe Binnenweg. Tussen Stalles en Rotown. Je hebt het wel eens gezien, aangeraakt wellicht. Of gedacht dat het een straatartiest was. Dat laatste had ik ook wel eens. Afijn, mijn gedachten dwaalden daar dus heen. En een paar zinnen uit een nummer van Marco Borsato. Dat resulteerde in het volgende gedicht.
Standbeeld
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Maar ik kan niet
Door mijn knieën
Ze zouden simpelweg
Breken.
Mijn stem,
Vastgebeiteld in steen
En standvastig
Ben ik vastgenageld
Aan de straat.
Mijn handen
Poseren
Een smeekbede,
Een vraag om een
Aalmoes.
‘En ik zou je willen smeken’
Maar het spreken
Lukt niet,
Het lukt niet
Om me uit te drukken
In zwijmelzinnen
Noch zoete woordjes
Noch een behoorlijk
Rotterdams accent.
Hier sta ik altijd-
De vent,
Van wie sommige passanten
Denken
Dat ik echt-
Echter,
Voorbeeldig vervul ik mijn rol van
Standbeeld.
‘Je op mijn knieën’
Willen voorliegen
Dat ik hier niet
Zomaar sta,
Maar fierfrisfruitig
Een rol vervul:
Ook ik ben Rotterdammer.
Stilstaan doe ik het langst,
Zelfs zo lang
Dat jij bang wordt
Een witte illusie
Te zien
Bewegen,
Verregenen.
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
Om me leven
Te geven-
Geef mij een beetje
Van jouw leven,
Ook al ben ik versteend,
Vergroeid
Met de Nieuwe Binnenweg
Maar niet van hout.
Gozer,
Ik word geen dag ouder.
Ik ben net zo oud
Als toen,
Op de dag van mijn geboorte,
Van mijn ‘coming out’
Als standbeeld.
En ik zou zo graag willen
Dat ik eens voor je
Kon zingen:
‘En ik zou je willen smeken,
Je op mijn knieën
Willen smeken’
En dat mijn stem dan in je
Hoofd
Blijft zitten,
En dat jij me dan
Met rust laat.
Want jij gaat
Weer verder,
Loopt maar door-
Ik ben je standbeeld voor
Onderweg.
M.S.
Labels:
C. Buddingh'-prijs,
gedicht,
Lieke Marsman,
Miguel Santos,
nieuw,
Nieuwe Binnenweg,
poëzie,
Rotterdam
vrijdag 17 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 6
‘Ambulance,’ rochelde Eduardo nu, ‘help. Pijn.’
De portier rende naar boven en beval Mickey Blue Eyes om iedereen te ontruimen. En een ambulance te bellen. De muziek werd uitgegooid en de mensen naar buiten gestuurd wegens een ernstig ongeval. Sommige mensen raakten in paniek, anderen bleven rustig staan omdat ze dachten dat het een grap was. Tot het licht aanging. Toen druppelden mensen langzaam naar buiten. De portier riep nog of er een dokter in de zaal was. Maar die was er niet. Mickey Blue Eyes maakte haast om mensen de deur uit te trappen. Op vriendelijke wijze, dat wel. Buiten lette niemand op de taxi waar Nora in was gestapt. Die was zojuist vertrokken toen de mensen uit de bar kwamen zetten. Binnen was Mickey nu ook blootgesteld aan het beeld van gewonde collega en was naar de wc gevlucht om over te geven, met zijn kruis in zijn handen.
Een man in een donkere colbert had zojuist een sigaret aangestoken toen hij een ernaast gelegen bar uitgelopen was. De man was nog helder want hij had een lange dag achter de rug. Een vermoeiende dag, die zijn hersens had uitgeput. Toen hij net een beetje tot rust was gekomen en zijn eerste hijsen van een nieuwe sigaret had geïnhaleerd, merkte hij de menigte mensen voor de bar van Eduardo en Mickey Blue Eyes op. Aan een van de mensen had hij gevraagd wat er aan de hand was.
‘Er is iets ernstigs gebeurd binnen,’ werd hem verteld, ‘toen moesten we naar buiten.’
‘Wat voor ernstigs,’ vroeg hij nog.
Niemand wist het, dus ging hij naar binnen.
Mickey Blue Eyes stond zojuist achter de bar te bellen. De eigenaar moest hierheen komen.
‘Hé, we zijn gesloten! U mag hier niet…’
De man hield een pasje omhoog.
‘Eddy Nigma,’ zei hij, ‘ik ben van de recherche. Wat is er gebeurd?’
Blue Eyes griste het pasje met trillende handen.
‘Een ongeval. Mijn collega, hij is gewond maar buiten westen. En die verdomde ambulance schiet maar niet op.’
‘Laat zien.’
Mickey Blue Eyes leidde de rechercheur naar het magazijn. De geur van bloed was gaan overheersen in het magazijn en penetreerde de reukvermogens van de heren. De portier had inmiddels een theedoek vol bloed in zijn handen. Eduardo had een nieuwe gekregen, maar kon weinig uitbrengen.
‘Pijn,’ kermde De Latino, ‘zoveel pijn.’
‘Rechercheur Nigma. Kun je vertellen wat er gebeurd is?’
Eduardo begon zelfs te huilen.
De portier greep Nigma bij de schouder.
‘Luister smeris,’ zei hij fel, ‘we willen geen pottenkijkers. Dus of je regelt dat hier als de sodemieter een ambulance voor de deur staat of ik donderstraal je de tent uit.’
‘Rustig aan, vriend,’ kalmeerde Eddy Nigma de portier, ‘ik ga wel even een belletje plegen. Dit is vanaf nu een crime scene. Die ambulance komt eraan.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
De portier rende naar boven en beval Mickey Blue Eyes om iedereen te ontruimen. En een ambulance te bellen. De muziek werd uitgegooid en de mensen naar buiten gestuurd wegens een ernstig ongeval. Sommige mensen raakten in paniek, anderen bleven rustig staan omdat ze dachten dat het een grap was. Tot het licht aanging. Toen druppelden mensen langzaam naar buiten. De portier riep nog of er een dokter in de zaal was. Maar die was er niet. Mickey Blue Eyes maakte haast om mensen de deur uit te trappen. Op vriendelijke wijze, dat wel. Buiten lette niemand op de taxi waar Nora in was gestapt. Die was zojuist vertrokken toen de mensen uit de bar kwamen zetten. Binnen was Mickey nu ook blootgesteld aan het beeld van gewonde collega en was naar de wc gevlucht om over te geven, met zijn kruis in zijn handen.
Een man in een donkere colbert had zojuist een sigaret aangestoken toen hij een ernaast gelegen bar uitgelopen was. De man was nog helder want hij had een lange dag achter de rug. Een vermoeiende dag, die zijn hersens had uitgeput. Toen hij net een beetje tot rust was gekomen en zijn eerste hijsen van een nieuwe sigaret had geïnhaleerd, merkte hij de menigte mensen voor de bar van Eduardo en Mickey Blue Eyes op. Aan een van de mensen had hij gevraagd wat er aan de hand was.
‘Er is iets ernstigs gebeurd binnen,’ werd hem verteld, ‘toen moesten we naar buiten.’
‘Wat voor ernstigs,’ vroeg hij nog.
Niemand wist het, dus ging hij naar binnen.
Mickey Blue Eyes stond zojuist achter de bar te bellen. De eigenaar moest hierheen komen.
‘Hé, we zijn gesloten! U mag hier niet…’
De man hield een pasje omhoog.
‘Eddy Nigma,’ zei hij, ‘ik ben van de recherche. Wat is er gebeurd?’
Blue Eyes griste het pasje met trillende handen.
‘Een ongeval. Mijn collega, hij is gewond maar buiten westen. En die verdomde ambulance schiet maar niet op.’
‘Laat zien.’
Mickey Blue Eyes leidde de rechercheur naar het magazijn. De geur van bloed was gaan overheersen in het magazijn en penetreerde de reukvermogens van de heren. De portier had inmiddels een theedoek vol bloed in zijn handen. Eduardo had een nieuwe gekregen, maar kon weinig uitbrengen.
‘Pijn,’ kermde De Latino, ‘zoveel pijn.’
‘Rechercheur Nigma. Kun je vertellen wat er gebeurd is?’
Eduardo begon zelfs te huilen.
De portier greep Nigma bij de schouder.
‘Luister smeris,’ zei hij fel, ‘we willen geen pottenkijkers. Dus of je regelt dat hier als de sodemieter een ambulance voor de deur staat of ik donderstraal je de tent uit.’
‘Rustig aan, vriend,’ kalmeerde Eddy Nigma de portier, ‘ik ga wel even een belletje plegen. Dit is vanaf nu een crime scene. Die ambulance komt eraan.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
dinsdag 14 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 5
Mickey Blue Eyes keek hoe de lastige klant buiten stennis begon te schoppen en zag Nora niet opnieuw plaatsnemen aan de bar. Uit haar tas haalde ze een flesje handgel om haar handen mee schoon te maken. Ze hield niet zo van de zeep op toiletten, als die al aanwezig was. Bijna geroutineerd wreef ze het goedje over haar handen en tussen haar vingers. Met een onschuldige blik op Blue Eyes gericht, waste ze haar handen in onschuld. Grondig, alsof ze smetvrees had.
Toen de lastige man buiten was afgedropen, keek Mickey de zaak weer rond. Hij zag dezelfde mensen aan de bar zitten. Pratend, discussiërend. Sommige vrouwen keken regelmatig naar de blauwogige barman, in de hoop dat hij ze nog eens zijn aandacht schonk. Maar dit keer verloren ze het van Nora.
‘Wil je nog een refill,’ vroeg Blue Eyes toen hij Nora haar laatste slok Disaronno amaretto zag nemen.
Nora pakte een ijsblokje uit het glas en liet het langs haar roodgestifte lippen glijden terwijl ze Mickey Blue Eyes strak aankeek.
‘Dat hangt ervan af,’ antwoordde ze, ‘hoe dronken wil je dat ik word?’
De femme fatale aan Mickey’s bar liet het ijsblokje tussen haar lippen glijden. Ze zoog eraan.
‘Niet,’ flapte de barman eruit, ‘ik houd niet zo van dronken vrouwen.’
‘Waar houdt meneer de barman dan wel van?’
Weer verdween het ijsblokje tussen haar lippen. Mickey slikte even.
‘Van een plaspauze,’ zei Mickey, stiekem opgewonden, ‘maar ik moet even wachten op mijn collega. Of heb jij hem ergens verstopt?’
Nora ging rechtop zitten en keek Mickey Blue Eyes streng aan.
‘Waar zie je me voor aan,’ zei ze ietwat beledigd, ‘als een ordinaire mannenverzamelaarster?’
‘Nou, ehh..’
‘Luister eens, blauwoog. Ik ben even naar de wc geweest en toen ik terug kwam was hij er nog steeds niet. In de tussentijd heb ik hem niet gezien. Dus ik stel voor dat ik afreken, dan kun jij je collega gaan zoeken.’
‘Sorry,’ begon Mickey, ‘zo bedoelde ik het niet.’
Nora lachte geforceerd vriendelijk en gaf hem een briefje van twintig. Mickey Blue Eyes overhandigde haar het wisselgeld, waarop Nora van de barkruk gleed en richting de uitgang liep. Daar wenste ze de portier een goede avond en liep richting de taxi die zojuist voor de bar was komen te staan. De portier liep naar Mickey Blue Eyes om te vragen waar zijn collega was. Het terras stond vol met glazen.
‘Hij ging de biertap verwisselen in het magazijn, maar hij is nog steeds niet terug.’
‘Ik ga wel even kijken of hij niet in slaap is gevallen,’ grapte de portier.
De portier liep naar beneden en zag dat de deur van het magazijn niet op slot was. Hij is nog hier, dacht hij. In het magazijn brandde nog licht en was het opgeruimd.
‘Hallo,’ riep de portier nadat hij de deur achter zich had dicht gedaan, ‘Eduardo, lig je te slapen?’
‘Hier,’ rochelde Eduardo.
Achter een aantal kratjes frisdrank zat De Latino op de grond, met zijn benen wijd. Ertussen was zijn broek doordrenkt met bloed, dat zich inmiddels had verspreid over de grond. De barman lag half bewusteloos tegen het lege biervat aan dat hij had verwisseld. Zijn handen zaten in zijn broek, waar hij met zijn laatste krachten het bloeden probeerde te stoppen.
‘Wat de fuck,’ fluisterde de portier.
Hij moest een paar keer knipperen voor hij geloofde wat hij zag.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Toen de lastige man buiten was afgedropen, keek Mickey de zaak weer rond. Hij zag dezelfde mensen aan de bar zitten. Pratend, discussiërend. Sommige vrouwen keken regelmatig naar de blauwogige barman, in de hoop dat hij ze nog eens zijn aandacht schonk. Maar dit keer verloren ze het van Nora.
‘Wil je nog een refill,’ vroeg Blue Eyes toen hij Nora haar laatste slok Disaronno amaretto zag nemen.
Nora pakte een ijsblokje uit het glas en liet het langs haar roodgestifte lippen glijden terwijl ze Mickey Blue Eyes strak aankeek.
‘Dat hangt ervan af,’ antwoordde ze, ‘hoe dronken wil je dat ik word?’
De femme fatale aan Mickey’s bar liet het ijsblokje tussen haar lippen glijden. Ze zoog eraan.
‘Niet,’ flapte de barman eruit, ‘ik houd niet zo van dronken vrouwen.’
‘Waar houdt meneer de barman dan wel van?’
Weer verdween het ijsblokje tussen haar lippen. Mickey slikte even.
‘Van een plaspauze,’ zei Mickey, stiekem opgewonden, ‘maar ik moet even wachten op mijn collega. Of heb jij hem ergens verstopt?’
Nora ging rechtop zitten en keek Mickey Blue Eyes streng aan.
‘Waar zie je me voor aan,’ zei ze ietwat beledigd, ‘als een ordinaire mannenverzamelaarster?’
‘Nou, ehh..’
‘Luister eens, blauwoog. Ik ben even naar de wc geweest en toen ik terug kwam was hij er nog steeds niet. In de tussentijd heb ik hem niet gezien. Dus ik stel voor dat ik afreken, dan kun jij je collega gaan zoeken.’
‘Sorry,’ begon Mickey, ‘zo bedoelde ik het niet.’
Nora lachte geforceerd vriendelijk en gaf hem een briefje van twintig. Mickey Blue Eyes overhandigde haar het wisselgeld, waarop Nora van de barkruk gleed en richting de uitgang liep. Daar wenste ze de portier een goede avond en liep richting de taxi die zojuist voor de bar was komen te staan. De portier liep naar Mickey Blue Eyes om te vragen waar zijn collega was. Het terras stond vol met glazen.
‘Hij ging de biertap verwisselen in het magazijn, maar hij is nog steeds niet terug.’
‘Ik ga wel even kijken of hij niet in slaap is gevallen,’ grapte de portier.
De portier liep naar beneden en zag dat de deur van het magazijn niet op slot was. Hij is nog hier, dacht hij. In het magazijn brandde nog licht en was het opgeruimd.
‘Hallo,’ riep de portier nadat hij de deur achter zich had dicht gedaan, ‘Eduardo, lig je te slapen?’
‘Hier,’ rochelde Eduardo.
Achter een aantal kratjes frisdrank zat De Latino op de grond, met zijn benen wijd. Ertussen was zijn broek doordrenkt met bloed, dat zich inmiddels had verspreid over de grond. De barman lag half bewusteloos tegen het lege biervat aan dat hij had verwisseld. Zijn handen zaten in zijn broek, waar hij met zijn laatste krachten het bloeden probeerde te stoppen.
‘Wat de fuck,’ fluisterde de portier.
Hij moest een paar keer knipperen voor hij geloofde wat hij zag.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
zaterdag 11 juni 2011
Ballen zonder pegels - deel 4
Hij verstijfde en liet zijn broek los. Het kledingstuk viel op de grond. Nora kwam zo dichtbij dat Eduardo haar warme adem over zijn lippen voelde gaan. Nora’s volle borsten drukten zich tegen zijn borstkas. Zijn erectie was nu niet meer te onderdrukken. Hun lippen raakten elkaar en met haar lippen dwong ze de zijne wat te openen. Haar tong glipte net zo makkelijk naar binnen als haar warme hand de onderbroek van Eduardo binnendrong. Haar hand was nat en warm tegelijk.
Amaretto, dacht De Latino, ze smaakt naar amaretto.
De smaak drong diep door tot in zijn zenuwen en wondt hem op.
Nora had de barman in zijn greep, buiten het zicht van zijn partner in crime Mickey Blue Eyes. Daar was ze zich ten volle van bewust. En de barman was als was in haar handen, zijn ballen in het bijzonder. Eduardo was in ecstase, hij kon zijn genot niet op en vergat alles om zich heen. Tot hij iets scherps voelde in zijn broek. Iets kouds. Toen schoot er een pijnscheut door zijn hele lichaam, die zich mengde met zijn opwinding. De Latino opende zijn ogen en keek in de donkere pretoogjes van Nora.
Ondertussen had Mickey Blue Eyes een dronken man aan de bar. Het tafereel werd door de portier Steve, die tevens de rol van gastheer vervulde, op een afstandje gade geslagen.
‘Luister. Vriend,’ begon de dronken man, ‘ik wil gewoon nog een whisky bestellen. Ja??’
Jezus, dacht Blue Eyes, hij valt zo echt om.
De man ging op de verhoging staan onder de barrand.
‘Hallo! Hallo? Ik heb. Geld. Kijk maar. Bam! Jongen. Zie je dit? Ik wil een Jack. Kijk eens, vijftig euries.’
‘Ja, daar gaat het niet om.’
Mickey Blue Eyes zuchtte en vloekte inwendig.
‘Luister vriend,’ begon hij op kalme doch dringende wijze, ‘ik denk dat je genoeg gedronken hebt.’
De barman vroeg zich af waar zijn partner in crime was gebleven. Zijn aanwezigheid was nu wenselijk, aangezien de man voor de bar nauwelijks meer recht op zijn benen kon staan.
‘Jij bent een slechte. Barman. Jij,’ bracht de man met moeite uit, ‘slechte barman. Betalende. Klanten behandel je. Ik wil nu whisky.’
De man sloeg met zijn vuist vol geldbriefjes op de bar. Dat bleek de cue voor de portier om over te gaan tot actie en de man vriendelijk te verzoeken de bar te verlaten.
Eduardo had geschreeuwd, maar zijn schreeuw werd door niemand gehoord. Nora had hem een stuk wc-papier in de mond gestopt op het moment dat hij begon te gillen van de pijn. Op het papier zat een vloeistof die hem moest verdoven, maar de pijn die hij voelde was zo hevig dat hij erdoor bij bewustzijn bleef. Voor zover dat mogelijk was. Hij probeerde zich te concentreren op Nora, maar het lukte hem nauwelijks. Zijn zicht begon te vervagen en zag alleen contouren van haar. Hij hoorde haar nog iets zeggen. Met moeite kon hij haar laatste zin nog horen.
‘Als je me wilt excuseren,’ zei Nora terwijl ze iets dicht klikte, ‘ik heb nog een verse amaretto besteld.’
Terwijl Nora de ruimte uitliep werd het zwart voor de ogen van Eduardo ‘De Latino’.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Amaretto, dacht De Latino, ze smaakt naar amaretto.
De smaak drong diep door tot in zijn zenuwen en wondt hem op.
Nora had de barman in zijn greep, buiten het zicht van zijn partner in crime Mickey Blue Eyes. Daar was ze zich ten volle van bewust. En de barman was als was in haar handen, zijn ballen in het bijzonder. Eduardo was in ecstase, hij kon zijn genot niet op en vergat alles om zich heen. Tot hij iets scherps voelde in zijn broek. Iets kouds. Toen schoot er een pijnscheut door zijn hele lichaam, die zich mengde met zijn opwinding. De Latino opende zijn ogen en keek in de donkere pretoogjes van Nora.
Ondertussen had Mickey Blue Eyes een dronken man aan de bar. Het tafereel werd door de portier Steve, die tevens de rol van gastheer vervulde, op een afstandje gade geslagen.
‘Luister. Vriend,’ begon de dronken man, ‘ik wil gewoon nog een whisky bestellen. Ja??’
Jezus, dacht Blue Eyes, hij valt zo echt om.
De man ging op de verhoging staan onder de barrand.
‘Hallo! Hallo? Ik heb. Geld. Kijk maar. Bam! Jongen. Zie je dit? Ik wil een Jack. Kijk eens, vijftig euries.’
‘Ja, daar gaat het niet om.’
Mickey Blue Eyes zuchtte en vloekte inwendig.
‘Luister vriend,’ begon hij op kalme doch dringende wijze, ‘ik denk dat je genoeg gedronken hebt.’
De barman vroeg zich af waar zijn partner in crime was gebleven. Zijn aanwezigheid was nu wenselijk, aangezien de man voor de bar nauwelijks meer recht op zijn benen kon staan.
‘Jij bent een slechte. Barman. Jij,’ bracht de man met moeite uit, ‘slechte barman. Betalende. Klanten behandel je. Ik wil nu whisky.’
De man sloeg met zijn vuist vol geldbriefjes op de bar. Dat bleek de cue voor de portier om over te gaan tot actie en de man vriendelijk te verzoeken de bar te verlaten.
Eduardo had geschreeuwd, maar zijn schreeuw werd door niemand gehoord. Nora had hem een stuk wc-papier in de mond gestopt op het moment dat hij begon te gillen van de pijn. Op het papier zat een vloeistof die hem moest verdoven, maar de pijn die hij voelde was zo hevig dat hij erdoor bij bewustzijn bleef. Voor zover dat mogelijk was. Hij probeerde zich te concentreren op Nora, maar het lukte hem nauwelijks. Zijn zicht begon te vervagen en zag alleen contouren van haar. Hij hoorde haar nog iets zeggen. Met moeite kon hij haar laatste zin nog horen.
‘Als je me wilt excuseren,’ zei Nora terwijl ze iets dicht klikte, ‘ik heb nog een verse amaretto besteld.’
Terwijl Nora de ruimte uitliep werd het zwart voor de ogen van Eduardo ‘De Latino’.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
woensdag 8 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 3
De andere vrouwen aan de bar haalden opgelucht adem. Hun voornaamste concurrente had het dus niet gemunt op hun barman, Eduardo ‘De Latino’, dachten ze. Nora keek ze toen stuk voor stuk glimlachend aan en hief haar glas. Ze proostten op de barmannen, die beiden aangesneld kwamen om met de dames te proosten met een fluitje.
‘Waar proosten we op,’ vroeg Mickey Blue Eyes.
‘Op grande cojones, natuurlijk,’ antwoordde Nora en knipoogde.
De twee barmannen keken elkaar een seconde aan en klinkten toen met de glazen. Zowel De Latino als Blue Eyes wist niet wat ze met deze vrouw aan moesten. Zat ze nu wel of niet achter hen aan? En wat moesten ze met die andere vrouwen aan hun bar? Ze namen tegelijkertijd een slok, maar voelden de ogen van Nora op hun rusten. Alsof deze toast niet het laatste is wat zij van hen verlangden. Vooral Eduardo ‘De Latino’ begon te zweten. Geïntrigeerd, maar ook een beetje angstig. Zoals elke latin lover vreest voor zijn ballen, vreesde hij ook dat er iets mee kon gebeuren. Hij moest geconcentreerd blijven. Blue Eyes was alweer bezig met het helpen van andere mensen, in het bijzonder de dames die hij eerder al zijn aandacht schonk. Eduardo keek Nora nog een keer aan. Ze keek heel brutaal terug en glimlachte erbij. De Latino voelde nu een erectie beginnen, maar mocht er niet aan toegeven. Dus verlegde hij zo goed en zo kwaad als het kon zijn aandacht naar de andere vrouwen. Dorstige mannen. De tap die ophield met het spuiten van bier.
‘Ik ga even de tap verwisselen,’ riep Eduardo naar Mickey, ‘ik ben zo terug.’
Uit de speakers klonk heel hard Room 5. Oliver Cheatham zong aanstekelijk Make love and listen to the Music. Mickey Blue Eyes ging door met het verstrekken van drank aan de wannabe alcoholisten aan de bar. Nora haalde een klein flesje handgel uit haar tas en maakte haar handen ermee schoon. Toen dronk ze haar amaretto in een teug leeg. Ze hief het glas en gebaarde naar Blue Eyes dat ze een refill wilde. Mickey gehoorzaamde onmiddellijk. Nora wierp hem dankbaar een handkus toe, stond op en ging naar het damestoilet. De deur ervan bevond zich naast de deur naar het magazijn, waar Eduardo de biertap aan het verwisselen was.
De Latino deed er veel langer over dan gepland. Hij moest even bijkomen van het brutale flirtgeweld van Nora. De meeste vrouwen die om zijn aandacht ‘vochten’ waren geen partij voor zijn charmes. Deze Nora leek wel van een andere planeet te komen. Een planeet waar vrouwen ongevoelig waren voor mannelijke charmes. Toch zag Eduardo ‘De Latino’ er wel een uitdaging in. Wat zou die overwinning mierzoet smaken als hij haar kon veroveren. In gedachten zag hij het al helemaal voor zich, hoe hij haar zou ophitsen. Hoe zij haar nagels diep in zijn rug zou zetten van genot. Hij voelde zich opgewonden worden en keek of er niemand aankwam. Toen liet hij een hand in zijn broek glijden en dacht aan de borsten van Nora. Hij stelde zich voor dat ze ontbloot werden door zijn handen, die haar jurkje aan stukken had gescheurd. Zo zakte Eduardo even weg in zijn fantasie en had niet door dat er iemand was binnengekomen.
‘Ahum.’
Verschrikt keek Eduardo op en begon zijn broek weer vast te maken. Het was Nora.
Shit, dacht De Latino. Ik had de deur op slot moeten doen.
‘Zal ik meneer de barman even een handje helpen,’ vroeg ze terwijl ze heupwiegend op hem af liep.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Waar proosten we op,’ vroeg Mickey Blue Eyes.
‘Op grande cojones, natuurlijk,’ antwoordde Nora en knipoogde.
De twee barmannen keken elkaar een seconde aan en klinkten toen met de glazen. Zowel De Latino als Blue Eyes wist niet wat ze met deze vrouw aan moesten. Zat ze nu wel of niet achter hen aan? En wat moesten ze met die andere vrouwen aan hun bar? Ze namen tegelijkertijd een slok, maar voelden de ogen van Nora op hun rusten. Alsof deze toast niet het laatste is wat zij van hen verlangden. Vooral Eduardo ‘De Latino’ begon te zweten. Geïntrigeerd, maar ook een beetje angstig. Zoals elke latin lover vreest voor zijn ballen, vreesde hij ook dat er iets mee kon gebeuren. Hij moest geconcentreerd blijven. Blue Eyes was alweer bezig met het helpen van andere mensen, in het bijzonder de dames die hij eerder al zijn aandacht schonk. Eduardo keek Nora nog een keer aan. Ze keek heel brutaal terug en glimlachte erbij. De Latino voelde nu een erectie beginnen, maar mocht er niet aan toegeven. Dus verlegde hij zo goed en zo kwaad als het kon zijn aandacht naar de andere vrouwen. Dorstige mannen. De tap die ophield met het spuiten van bier.
‘Ik ga even de tap verwisselen,’ riep Eduardo naar Mickey, ‘ik ben zo terug.’
Uit de speakers klonk heel hard Room 5. Oliver Cheatham zong aanstekelijk Make love and listen to the Music. Mickey Blue Eyes ging door met het verstrekken van drank aan de wannabe alcoholisten aan de bar. Nora haalde een klein flesje handgel uit haar tas en maakte haar handen ermee schoon. Toen dronk ze haar amaretto in een teug leeg. Ze hief het glas en gebaarde naar Blue Eyes dat ze een refill wilde. Mickey gehoorzaamde onmiddellijk. Nora wierp hem dankbaar een handkus toe, stond op en ging naar het damestoilet. De deur ervan bevond zich naast de deur naar het magazijn, waar Eduardo de biertap aan het verwisselen was.
De Latino deed er veel langer over dan gepland. Hij moest even bijkomen van het brutale flirtgeweld van Nora. De meeste vrouwen die om zijn aandacht ‘vochten’ waren geen partij voor zijn charmes. Deze Nora leek wel van een andere planeet te komen. Een planeet waar vrouwen ongevoelig waren voor mannelijke charmes. Toch zag Eduardo ‘De Latino’ er wel een uitdaging in. Wat zou die overwinning mierzoet smaken als hij haar kon veroveren. In gedachten zag hij het al helemaal voor zich, hoe hij haar zou ophitsen. Hoe zij haar nagels diep in zijn rug zou zetten van genot. Hij voelde zich opgewonden worden en keek of er niemand aankwam. Toen liet hij een hand in zijn broek glijden en dacht aan de borsten van Nora. Hij stelde zich voor dat ze ontbloot werden door zijn handen, die haar jurkje aan stukken had gescheurd. Zo zakte Eduardo even weg in zijn fantasie en had niet door dat er iemand was binnengekomen.
‘Ahum.’
Verschrikt keek Eduardo op en begon zijn broek weer vast te maken. Het was Nora.
Shit, dacht De Latino. Ik had de deur op slot moeten doen.
‘Zal ik meneer de barman even een handje helpen,’ vroeg ze terwijl ze heupwiegend op hem af liep.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
zondag 5 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 2
De muziek verhulde de stilte voor een minuut, die voor Eduardo wel eeuwig leek te duren. Ondanks het feit dat er een bar zat tussen hem en de vrouw en er geen enkel fysiek contact was geweest, voelde hij dat deze mooie, jonge vrouw, deze femme fatale, zijn ballen in haar greep had. De Latino voelde zich licht geïntimideerd door deze onverwachtse vrouwelijke versie van zichzelf. Meedogenloos kneep ze zachtjes in zijn balzak. De Latino was voor het eerst even van slag en tegelijkertijd diep onder de indruk van een vrouw aan zijn bar.
‘Mijn tong wil Disaronno, meneer de barman. Ze wordt een beetje ongeduldig.’
‘Rustig aan, hoor,’ probeerde De Latino ontspannen over te komen, ‘ik wilde even checken of je nog wel aan het opletten was.’
Zijn blik sprong op en neer, van haar ogen naar het decolleté en weer terug. De vrouw ging weer normaal zitten op haar barkruk. Om haar heen kwamen een drietal mannen staan die haar aandacht wilden. Zij bleef kijken naar de barman die er een show van maakte om haar glas in te schenken.
‘Ik ben nog scherper dan een mes,’ fluisterde ze en begon haar portemonnee te zoeken in haar portemonnee.
De Latino zette haar een Disaronno voor. De vrouw keek eerst naar het glas, toen naar Eduardo.
‘Een amaretto zonder ijs,’ vertrouwde hij haar toe.
De vrouw keek hem even met samengeknepen aan.
‘Heb je een moment? Dan kan ik even mijn portemonnee zoeken.’
‘Voor mooie vrouwen heb ik altijd tijd,’ knipoogde de barman.
‘Maar je geeft ze geen gratis drankje? Foei.’
Eduardo had een seconde bedenktijd nodig, waarop de vrouw haar portemonnee uit haar tas haalde. De mannen die zich eerder om haar heen hadden verzameld, dropen af. Ze wisten dat ze geen kans maakten.
‘Je hebt je nog niet eens voorgesteld,’ antwoordde De Latino tenslotte.
De lippen van de vrouw trokken zich los van elkaar. Haar mondhoeken krulden zich omhoog tot een glimlach.
‘Heb ik dat niet gedaan?’
Eduardo schudde zijn hoofd. De andere vrouwen aan de bar volgden het tafereel met eksterogen. Gespannen.
‘Wat onbeleefd van me,’ kirde de vrouw en stak een slap handje uit.
De Latino boog zich voorover en gaf haar een handkus. Hij voelde hoe zacht haar huid was en verlangde onmiddellijk naar meer.
‘Nora,’ zei ze met zwoele stem.
‘Aangenaam,’ antwoordde Eduardo, ‘ik ben uw barman Eduardo.’
‘Stiekem wist ik dat al. Ik heb zo mijn bronnen, zie je. Dat terzijde, meneer de charmeur, waar blijven mijn ijsblokjes?’
Eduardo schrok even. Zijn balzak kromp ineen bij de gedachte dat deze vrouw daadwerkelijk zijn ingevroren ballen in haar amaretto wilde.
‘Ik was in de veronderstelling dat je geen ijsblokjes wilde,’ stamelde hij.
‘Ik zei dat ik jouw ijsblokjes wilde in mijn – dit is wel Disaronno amaretto, niet? – drankje wilde. Maar ik zie aan je angstige blik dat je nog niet zover bent, dus als je twee normale ijsblokjes hebt.’
De Latino pakte zwijgend twee ijsblokjes en rekende af met Nora.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
‘Mijn tong wil Disaronno, meneer de barman. Ze wordt een beetje ongeduldig.’
‘Rustig aan, hoor,’ probeerde De Latino ontspannen over te komen, ‘ik wilde even checken of je nog wel aan het opletten was.’
Zijn blik sprong op en neer, van haar ogen naar het decolleté en weer terug. De vrouw ging weer normaal zitten op haar barkruk. Om haar heen kwamen een drietal mannen staan die haar aandacht wilden. Zij bleef kijken naar de barman die er een show van maakte om haar glas in te schenken.
‘Ik ben nog scherper dan een mes,’ fluisterde ze en begon haar portemonnee te zoeken in haar portemonnee.
De Latino zette haar een Disaronno voor. De vrouw keek eerst naar het glas, toen naar Eduardo.
‘Een amaretto zonder ijs,’ vertrouwde hij haar toe.
De vrouw keek hem even met samengeknepen aan.
‘Heb je een moment? Dan kan ik even mijn portemonnee zoeken.’
‘Voor mooie vrouwen heb ik altijd tijd,’ knipoogde de barman.
‘Maar je geeft ze geen gratis drankje? Foei.’
Eduardo had een seconde bedenktijd nodig, waarop de vrouw haar portemonnee uit haar tas haalde. De mannen die zich eerder om haar heen hadden verzameld, dropen af. Ze wisten dat ze geen kans maakten.
‘Je hebt je nog niet eens voorgesteld,’ antwoordde De Latino tenslotte.
De lippen van de vrouw trokken zich los van elkaar. Haar mondhoeken krulden zich omhoog tot een glimlach.
‘Heb ik dat niet gedaan?’
Eduardo schudde zijn hoofd. De andere vrouwen aan de bar volgden het tafereel met eksterogen. Gespannen.
‘Wat onbeleefd van me,’ kirde de vrouw en stak een slap handje uit.
De Latino boog zich voorover en gaf haar een handkus. Hij voelde hoe zacht haar huid was en verlangde onmiddellijk naar meer.
‘Nora,’ zei ze met zwoele stem.
‘Aangenaam,’ antwoordde Eduardo, ‘ik ben uw barman Eduardo.’
‘Stiekem wist ik dat al. Ik heb zo mijn bronnen, zie je. Dat terzijde, meneer de charmeur, waar blijven mijn ijsblokjes?’
Eduardo schrok even. Zijn balzak kromp ineen bij de gedachte dat deze vrouw daadwerkelijk zijn ingevroren ballen in haar amaretto wilde.
‘Ik was in de veronderstelling dat je geen ijsblokjes wilde,’ stamelde hij.
‘Ik zei dat ik jouw ijsblokjes wilde in mijn – dit is wel Disaronno amaretto, niet? – drankje wilde. Maar ik zie aan je angstige blik dat je nog niet zover bent, dus als je twee normale ijsblokjes hebt.’
De Latino pakte zwijgend twee ijsblokjes en rekende af met Nora.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
vrijdag 3 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 1
Het was een avond zoals er al velen geweest waren. Niets gaf een hint dat de avond een andere wending zou krijgen. De vaste klanten waren aanwezig. Toevallige passanten die dorstig waren vulden het terras. Naborrelend horecapersoneel wachtten geduldig op hun bestelling aan de bar. Onder het mom van de gebruikelijke grappen, grollen vloeide het bier jolig uit de tap de glazen in. De wijn zuchtte zoete woordjes richting de vrouwen als ze eenmaal uit de fles was. Iedereen veranderde in een minnaar van de nacht, hongerig naar een metgezel. Zij die dat niet waren dronken om te vergeten. Ze dronken om de avond te redden. Of simpelweg omdat ze niet beter wisten.
Op zo’n avond waren de op elkaar ingespeelde barmannen Eduardo ‘De Latino’ en Mickey ‘Blue Eyes’ ingezet. Vanachter hun bar swingden ze door de bestelling heen, over de gehele bar. Dan stond Eduardo links en zette Mickey een ander muziekje op. Later wisselden zij van plek, om uiteindelijk hun originele plek weer in te nemen. Zowel De Latino als Blue Eyes had een select groepje vrouwen aan de bar zitten. De vrouwen smachtten naar de aandacht van hun barman die zij om beurten ontvingen. De Latino was meedogenloos en gaf elke vrouw die aan zijn bardeel stond een vleugje hoop. Hoop op meer dan een minuut, zonder daadwerkelijk een favoriet aan te wijzen. Blue Eyes deed het tegenovergestelde. Twee vrouwen aan de bar, een brunette en een exotische schone, werden op hun wenken bediend en geëntertaind. Het enige wat zij hoefden te doen is te blijven zitten en mooi zijn. Natuurlijk waren er andere kapers op de kust, die hun uiterste best deden om de aandacht af te leiden van de barman naar zichzelf. Zowel De Latino als Blue Eyes gaf hen daartoe de ruimte in de wetenschap dat zij de aandacht op elk willekeurig moment weer terug konden eisen.
Een van die mannen kreeg vijf minuten de tijd. Met knipogen en zwaaien poogde hij de aandacht te trekken van de brunette in de buurt van Mickey Blue Eyes. De barman liet het gaan en begon andere dorstige mannen te voorzien van meer bier. Tot frustratie van de brunette, want haar exotische vriendin was naar het toilet gegaan. Het arme kind vond de pogingen van de knipogende man niet gepast en kon wel door de grond zakken van schaamte. Bovendien vond ze het raar dat de man haar van een afstandje probeerde te lokken. Ze wist zich geen houding te geven op haar barkruk en begon zenuwachtig te lachen. Ze voelde plaatsvervangende schaamte voor de man die in haar ogen steeds wanhopiger werd. Na vijf minuten nam Mickey Blue Eyes het heft weer in eigen handen. De man zag het gebeuren en schikte zich in zijn lot en droop af naar buiten. Daar rookte hij een sigaret en dronk zijn bier.
Aan de andere kant van de bar was Eduardo zijn latinocharme in de strijd aan het gooien. Het leverde hem nu al flinke fooi op. Nietsvermoedend werden de dames aan de bar dusdanig bespeeld door hem, dat ze bijna van hun barkruk af sopten. Blue Eyes keek lachend naar zijn partner in crime, maar bleef het overzicht over de bar houden. Mickey zag als eerste de plotwending van de avond binnen komen glijden. De mannen die zich rond de deur ophielden verdraaiden hun nek. Enkele van hen hadden vrouwelijk gezelschap, die het schepsel vol jaloezie en frustratie nakeken. Gewapend met een bos bruine krullen wat tot een weelderige knot was gebonden met een elastiek waar een grote witte roos aan zat, donkere haviksogen, een strak zwart-wit jurkje en hoge rode hakken, vlijde ze zich op de nog enige lege barkruk. Pal te midden van de harem van De Latino aan de bar. Hij vloog er als een hyena op af. De overige vrouwen keken vol afgunst naar de vrouw.
‘Señorita,’ opende hij met een laag stemgeluid zoals Antonio Banderas, ‘wat mag ik voor je inschenken?’
‘Doe maar een Disaronno,’ antwoordde de prooi van De Latino koeltjes.
‘Toe maar. En wil je dat met of zonder ijs?’
Ze boog zich naar de barman toe, waardoor haar borsten op de bar leunden en een onvermijdelijk decolleté vormden.
‘Alleen als jouw ballen ingevroren zijn,’ zei de femme fatale terwijl je het puntje van haar tong zichtbaar langs haar bovenste voortanden liet glijden, ‘dan wil ik die graag als ijsklontjes in mijn Disaronno.’
Eduardo werd met slaapkamerogen strak aangekeken.
Wordt vervolgd...
M.S.
Volgend deel lezen? Klik hier.
Op zo’n avond waren de op elkaar ingespeelde barmannen Eduardo ‘De Latino’ en Mickey ‘Blue Eyes’ ingezet. Vanachter hun bar swingden ze door de bestelling heen, over de gehele bar. Dan stond Eduardo links en zette Mickey een ander muziekje op. Later wisselden zij van plek, om uiteindelijk hun originele plek weer in te nemen. Zowel De Latino als Blue Eyes had een select groepje vrouwen aan de bar zitten. De vrouwen smachtten naar de aandacht van hun barman die zij om beurten ontvingen. De Latino was meedogenloos en gaf elke vrouw die aan zijn bardeel stond een vleugje hoop. Hoop op meer dan een minuut, zonder daadwerkelijk een favoriet aan te wijzen. Blue Eyes deed het tegenovergestelde. Twee vrouwen aan de bar, een brunette en een exotische schone, werden op hun wenken bediend en geëntertaind. Het enige wat zij hoefden te doen is te blijven zitten en mooi zijn. Natuurlijk waren er andere kapers op de kust, die hun uiterste best deden om de aandacht af te leiden van de barman naar zichzelf. Zowel De Latino als Blue Eyes gaf hen daartoe de ruimte in de wetenschap dat zij de aandacht op elk willekeurig moment weer terug konden eisen.
Een van die mannen kreeg vijf minuten de tijd. Met knipogen en zwaaien poogde hij de aandacht te trekken van de brunette in de buurt van Mickey Blue Eyes. De barman liet het gaan en begon andere dorstige mannen te voorzien van meer bier. Tot frustratie van de brunette, want haar exotische vriendin was naar het toilet gegaan. Het arme kind vond de pogingen van de knipogende man niet gepast en kon wel door de grond zakken van schaamte. Bovendien vond ze het raar dat de man haar van een afstandje probeerde te lokken. Ze wist zich geen houding te geven op haar barkruk en begon zenuwachtig te lachen. Ze voelde plaatsvervangende schaamte voor de man die in haar ogen steeds wanhopiger werd. Na vijf minuten nam Mickey Blue Eyes het heft weer in eigen handen. De man zag het gebeuren en schikte zich in zijn lot en droop af naar buiten. Daar rookte hij een sigaret en dronk zijn bier.
Aan de andere kant van de bar was Eduardo zijn latinocharme in de strijd aan het gooien. Het leverde hem nu al flinke fooi op. Nietsvermoedend werden de dames aan de bar dusdanig bespeeld door hem, dat ze bijna van hun barkruk af sopten. Blue Eyes keek lachend naar zijn partner in crime, maar bleef het overzicht over de bar houden. Mickey zag als eerste de plotwending van de avond binnen komen glijden. De mannen die zich rond de deur ophielden verdraaiden hun nek. Enkele van hen hadden vrouwelijk gezelschap, die het schepsel vol jaloezie en frustratie nakeken. Gewapend met een bos bruine krullen wat tot een weelderige knot was gebonden met een elastiek waar een grote witte roos aan zat, donkere haviksogen, een strak zwart-wit jurkje en hoge rode hakken, vlijde ze zich op de nog enige lege barkruk. Pal te midden van de harem van De Latino aan de bar. Hij vloog er als een hyena op af. De overige vrouwen keken vol afgunst naar de vrouw.
‘Señorita,’ opende hij met een laag stemgeluid zoals Antonio Banderas, ‘wat mag ik voor je inschenken?’
‘Doe maar een Disaronno,’ antwoordde de prooi van De Latino koeltjes.
‘Toe maar. En wil je dat met of zonder ijs?’
Ze boog zich naar de barman toe, waardoor haar borsten op de bar leunden en een onvermijdelijk decolleté vormden.
‘Alleen als jouw ballen ingevroren zijn,’ zei de femme fatale terwijl je het puntje van haar tong zichtbaar langs haar bovenste voortanden liet glijden, ‘dan wil ik die graag als ijsklontjes in mijn Disaronno.’
Eduardo werd met slaapkamerogen strak aangekeken.
Wordt vervolgd...
M.S.
Volgend deel lezen? Klik hier.
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
woensdag 1 juni 2011
Rotterdamned
Met een echt te softe ballad in mijn oren staar ik naar mijn beeldscherm. Te wachten op inspiratie voor een aantal gedichten over bendes in een dystopisch Rotterdam in de toekomst. Op aanvragen van de band JUGEND, die in juni een optreden gepland hebben met die thematiek in De Unie. Hoe of wat, weet ik op dit moment ook niet. Mondjes maat zullen er kwartjes gaan vallen. Of euro's.
In ieder geval, ik zoek dus naar een setting voor de gedichten. Dat begint bij de muziek, om vervolgens in mijn bescheiden portfolio aan gedichten te zoeken naar iets wat eventueel bruikbaar is. Of inspireert tot iets nieuws. Eén ervan heb ik al bij de hand. In een eerdere blog heb ik het begin al eens verklapt, maar nooit het gedicht zelf gepost. Het gaat om het volgende gedicht, wat ik nu ga gebruiken om mezelf te inspireren tot iets nieuws:
Rotterdamned oftewel een nachtmerrie over de stad
En dan sta je onder de vleugels van de Zwaan,
Te staren naar de Maas
En haar water dat golft,
Altijd in beweging-
Net als de volle binnenstad
Die je zojuist verlaten hebt.
Je gedachten dwalen terug
Naar het nooit gedronken
Beloofde kopje koffie-
Het gezelschap wees je erop,
Jij die het opnieuw aanbood-
Een stemmetje in je hoofd zei al
Dat het geen goed idee.
Links van je gilt de wind
Stilzwijgend
Tussen de torens van de Kop van Zuid,
Zijdezacht door je waar en over je huid-
Per abuis rechten
De Hoge Heren rechts
Hun rug,
Want zij weten:
Er is geen weg terug
Maar je zult wel weten.
De vleugels van de Zwaan
Fungeren niet als teugels
Waar je je aan vast kunt klampen
Of om de tijd op te zwepen
Om sneller te vergaan-
Eerder een EXIT te nemen.
Bij Hemingway-
Er valt niet te ontsnappen
Aan de Rotownse soufflé
Die ik zelf in elkaar geflanst heb-
Het is dubsteppen geblazen,
Met een kattenloops gevaarte
Dat aan mijn hoofd blijft hangen
In plaats van
De lege portemonnee in mijn zak.
Dan schijn je
Voorover te vallen
En die vleugels vangen
Niets dan wind,
Mij dus niet-
Arme stakker als ik ben,
En toen alles over leek te zijn
Werd ik bezweet wakker.
M.S.
In ieder geval, ik zoek dus naar een setting voor de gedichten. Dat begint bij de muziek, om vervolgens in mijn bescheiden portfolio aan gedichten te zoeken naar iets wat eventueel bruikbaar is. Of inspireert tot iets nieuws. Eén ervan heb ik al bij de hand. In een eerdere blog heb ik het begin al eens verklapt, maar nooit het gedicht zelf gepost. Het gaat om het volgende gedicht, wat ik nu ga gebruiken om mezelf te inspireren tot iets nieuws:
Rotterdamned oftewel een nachtmerrie over de stad
En dan sta je onder de vleugels van de Zwaan,
Te staren naar de Maas
En haar water dat golft,
Altijd in beweging-
Net als de volle binnenstad
Die je zojuist verlaten hebt.
Je gedachten dwalen terug
Naar het nooit gedronken
Beloofde kopje koffie-
Het gezelschap wees je erop,
Jij die het opnieuw aanbood-
Een stemmetje in je hoofd zei al
Dat het geen goed idee.
Links van je gilt de wind
Stilzwijgend
Tussen de torens van de Kop van Zuid,
Zijdezacht door je waar en over je huid-
Per abuis rechten
De Hoge Heren rechts
Hun rug,
Want zij weten:
Er is geen weg terug
Maar je zult wel weten.
De vleugels van de Zwaan
Fungeren niet als teugels
Waar je je aan vast kunt klampen
Of om de tijd op te zwepen
Om sneller te vergaan-
Eerder een EXIT te nemen.
Bij Hemingway-
Er valt niet te ontsnappen
Aan de Rotownse soufflé
Die ik zelf in elkaar geflanst heb-
Het is dubsteppen geblazen,
Met een kattenloops gevaarte
Dat aan mijn hoofd blijft hangen
In plaats van
De lege portemonnee in mijn zak.
Dan schijn je
Voorover te vallen
En die vleugels vangen
Niets dan wind,
Mij dus niet-
Arme stakker als ik ben,
En toen alles over leek te zijn
Werd ik bezweet wakker.
M.S.
Labels:
bibliotheek,
bloggen,
gedicht,
Jugend,
Miguel Santos,
nieuw,
poëzie,
project,
Rotterdam,
schrijven
Abonneren op:
Posts (Atom)