woensdag 29 juni 2011

Ballen zonder pegels - Deel 10

‘Dus,’ stamelde Blue Eyes, ‘dus hij is. Hij is zijn, ehh. Ballen?’
‘Kijk,’ glunderde de dokter, ‘dat is dus precies wat er niet is gebeurd. Luister. Wij vonden ook een gemengde substantie tussen het bloed. Dat hebben we uiteindelijk kunnen herkennen als twee dingen: het ene is rode peper-‘
‘Rode peper?’
‘Rode peper, ja. En het andere is iets wat men tijgerbalsem noemt. Beiden een goedje wat flink prikt. In een wondje kan dit helse pijnen veroorzaken. En een hele nare infectie, als het niet tijdig behandeld wordt. Zeker op die plek. Als de infectie ernstig wordt, tast het andere delen van het geslachtsorgaan aan en kan het, ehh, zaakje verloren gaan.’
‘Waren jullie op tijd,’ vroeg Blue Eyes terwijl de steek nu een pijnscheut leek te worden in zijn kruis.
‘Het was wel kielekiele,’ grijnsde de dokter breeduit, ‘maar laten we zeggen dat hij met wat antibiotica en veel rust goede hoop kan houden op zijn zwemmers. Mits hij niet overlijdt aan het trauma, natuurlijk. Dat is helaas al eerder gebeurd met andere slachtoffers. Jullie zitten niet bij een bende, of iets?’
‘Nee,’ zei Blue Eyes, ‘we zijn barman.’
De gedachten van de barman waren nog bij het sneetje in de balzak en de prikkende substantie die erop was gesmeerd. Hij werd er onpasselijk van en zakte bijna door zijn knieën.
‘Zo.’
De dokter krabde even aan zijn kin.
‘Dan heb je een wraakzuchtige klant,’ zei de dokter en liep de kamer uit.
Mickey Blue Eyes was op een stoel naast het bed van Eduardo. Zijn hoofd tolde van de informatie en tot overmaat van ramp kon hij het beeld van de aanslag niet uit zijn hoofd krijgen. De barman zag het alleen veel heftiger voor zich. Met een groot kapmes, nee, een dolk. Een vrouw die De Latino onder schot hield terwijl zij dreigde hem te castreren zonder verdoving.

Eddy Nigma nam plaats op een bankje aan het water. Hij dacht na. De zaken die nog open lagen, maar wel met elkaar verbonden waren. De vrouw die hij zojuist had ontmoet. Hij wilde haar nog eens zien, maar ze was zo plotseling verdwenen. En dan was er nog die vrouw bij de taxi. Iets klopte er niet. De rechercheur kon niet weten dat zijn gedachten de juiste waren.
De telefoon van Eddy Nigma trilde hem terug naar de realiteit.
‘Nigma,’ zei hij.
Aan de andere kant sprak een collega van hem gehaast. Eddy had moeite hem te begrijpen.
‘Wat lul je nou? Waar- Oké. Nee, ik kom er aan. Ja. Begrepen. Godver. Ja. Ik ben al onderweg.’
De rechercheur stond op en rende naar de openbare weg. Daar hield hij de eerste de beste auto aan en beval hem naar het ziekenhuis te rijden. Een van de eerdere slachtoffers was in een kritieke toestand geraakt. Als hij overleed, zou er een getuige minder zijn.

‘Hèhè, ben je er eindelijk,’ zei de zuster tegen haar collega die te laat was, je had al een uur geleden moeten beginnen. Waarom neem je de telefoon niet op?’
‘Ik had me verslapen,’ zei de andere zuster, ‘sorry. Ik maakte een lange wandeling vannacht en daarna was ik gesloopt. Ik slaap nogal slecht de laatste tijd.’
‘Helena toch,’ zei de zuster, ‘je moet ook op vaste tijden naar bed gaan. Je bent ook echt onverbeterlijk.’
‘Bespaar me de preek, oké? Nog nieuws?’
‘Er is een nieuwe binnengebracht. Weer het zaakje.’
‘Spannend. Komt er toch nog iemand op voor de vrouwen,’ grapte Helena.
‘Ja,’ zei de zuster met haar tas in de hand, ‘maar dit gaat misschien iets te ver, denk je niet? Ik ga.’
‘Misschien,’ zei Helena terwijl ze haar collega een kus gaf, ‘misschien. Tot vanavond.’

Wordt vervolgd...

M.S.

Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten