Eduardo ‘De Latino’ was ondertussen in het ziekenhuis aangekomen en onderzocht. Mickey Blue Eyes was met de ambulancebroeders meegereden en zat te wachten op een dokter die hem kon vertellen wat er met zijn collega gebeurd was. In gedachten ging hij de avond nog eens na. Hij stopte bij Nora, die naar zijn weten de hele avond aan de bar een amaretto heeft zitten drinken. Vervolgens kregen zij een woordenwisseling en ging zij ervandoor. Daarna stuurde Blue Eyes de portier naar het magazijn om te kijken waar zijn partner in crime bleef. Toen voltrok zich deze ramp die Mickey Blue Eyes en Eduardo ‘De Latino’ in het ziekenhuis deed belanden. Waar zijn die dokters als je ze nodig hebt, dacht Blue Eyes.
‘Meneer?’
Een kleine, volslanke zuster tikte Mickey Blue Eyes op de schouder.
‘Meneer,’ zei ze, ‘u kunt uw vriend bezoeken. De dokter is nog in de kamer en zal u op de hoogte brengen.’
De zuster keek in de blauwe ogen van de wachtende barman. Ze zag dankbaarheid.
‘Dankje,’ antwoordde Mickey en stond op.
‘Deze kant op, meneer.’
Eddy Nigma en Helena hadden de Oostzeedijk verlaten en liepen nu in de richting van de Kralingse Plas. Het begon langzaam weer licht te worden, maar het tweetal had hier geen aandacht voor. Zwijgend liepen ze verder. Hun gedachten ergens anders en tegelijkertijd in het hier en nu. Zowel de rechercheur als de bebrilde vrouw maakten op andere dagen eenzelfde wandeling in hun eentje. Toen zij bijna bij de Kralingse Plas waren aanbeland stopte Helena opeens.
‘Eigenlijk moet ik weer terug,’ zei Helena, ‘ik heb een lange dag voor de boeg.
‘Dat kan,’ antwoordde Nigma.
Er viel een ongemakkelijke stilte.
‘Ga je niet vragen wat ik doe?’
Ze sloeg haar armen over elkaar.
Eddy Nigma schudde zijn hoofd.
‘Ik heb besloten even een pauze te nemen van mijn werk. Wat rust te nemen. Om na te denken, begrijp je?’
Helena glimlachte.
‘Dan kom ik je de volgende keer wel weer tegen, meneer de politieman.’
‘Wie weet,’ zei de rechercheur, ‘wie weet.’
De twee namen afscheid. Eddy Nigma vervolgde zijn weg richting de Kralingse Plas en Helena keerde weer om. De rechercheur bedacht zich enige tijd later en draaide zich om. Maar Helena was al aan de horizon verdwenen. Jammer, dacht hij, ik had haar graag nog eens willen zien. Toen liep hij verder.
De dokter stond naast het bed van Eduardo, die zojuist een slaapmiddel toegediend had gekregen. Mickey Blue Eyes kwam net binnen toen de dokter wat op een klembord aan het krabbelen. De barman slikte even toen hij zijn collega er zo hulpeloos bij zag liggen. De dokter keek op van zijn klembord.
‘Hij bijt niet, hoor,’ grapte de dokter.
Blue Eyes kon er niet om lachen.
‘Weet u wat er met hem gebeurd is?’
‘Je stelt de verkeerde vraag,’ zei de dokter terwijl hij het klembord aan het voeteneind hing, ‘je moet vragen: wat is er niet met hem gebeurd?’
De dokter grinnikte even toen hij de vragende blik van Mickey Blue Eyes zag.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou,’ kuchte de dokter, ‘het leek erger dan het is door al dat bloed.’
‘Maar er was gewoon heel veel bloed. Dat is toch ernstig, of niet dan?’
Blue Eyes keek de dokter boos aan.
‘Niet helemaal.’
De dokter kuchte kort.
‘Er was een sneetje in de balzak gemaakt. En we vonden alcohol in het bloed van deze man, waardoor het bloed er sneller uitliep.’
De woorden van de dokter bezorgden de barman een steek in zijn kruis.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
maandag 27 juni 2011
Ballen zonder pegels - Deel 9
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
bar,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
verhaal
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten