Eddy Nigma zocht in zijn zakken naar iets om het slot van de deur open te maken. Het duurde lang omdat de regen ervoor zorgde dat zijn kleding aan zijn hand bleven plakken. De rechercheur had er al snel genoeg van en begon een stormram tegen de deur. Ook dat hielp niet. Daarop trok hij zijn Colt en schoot het slot kapot. Hij opende de deur langzaam. De geur van rottend vlees drong zich tussen de steeds groter wordende kier naar buiten. De rechercheur trok snel zijn jas voor zijn neus om niet over zijn nek te gaan. Eenmaal binnen keek hij het halletje rond, om te zien waar hij heen moest. Het zag er rommelig uit. Tegen de muren stonden her en der wat planken en kapotte meubels. Twee fietsen, waarvan er een tegen de andere was gezet, gaven Eddy Nigma de indruk dat er wel gewoond werd in het huis. De plekken met afgebladderde verf op de muren en het plafond gaven juist het tegenovergestelde weer. Rechts van hem was er een ronde trap, waarvan de treden ook al aardig versleten waren. Hij besloot de trap op te gaan. Hoe hoger hij kwam, hoe meer hij stemmen leek te horen van boven.
‘Wie ben je eigenlijk,’ vroeg Eduardo vanaf de achterbank van een oude kever.
‘Floyd,’ antwoordde de gewonde bestuurder.
Hij moest op zijn tanden bijten. De wond in zijn buik begon opnieuw te bloeden. Hij probeerde zich te concentreren op de weg, want hij moest Eduardo veilig aan laten komen.
‘Waar breng je me heen?’
‘Dat zie je wel als we er zijn. Spaar je krachten. Je gaat ze nodig hebben.’
Eduardo zakte onderuit en keek door het raam naar de lucht. Het regende nog steeds. Hij bleef kijken en hield tegelijkertijd een hand op zijn kruis. Door de broek die hij van Floyd had gekregen voelde hij de dikke laag verband zitten. Bij de gedachte aan de oorzaak ervan ging er een rilling over zijn rug.
‘Godverdomme,’ mompelde Floyd.
‘Wat,’ vroeg De Latino.
‘Niets.’
De chauffeur graaide op de stoel naast hem. Toen gooide hij een jas naar achteren.
‘In de binnenzak.’
Eduardo voelde en haalde er toen een hele oude Smith&Wesson revolver uit.
‘Wat moet ik hiermee?’
‘Geloof me. Je zult het nodig hebben. Fuck.’
Floyd kreeg een steek in zijn zij.
‘We zijn er bijna. Je hebt zes kansen. Verspil ze niet.’
Hij trapte hard op de rem. De kever kwam met piepende banden tot stilstand. Floyd draaide zich met een verbeten gezicht om.
‘Sterkte. En als iemand er ooit naar vraagt: geen woord over mij.’
De Latino knikte en krabbelde uit de kever. Hij keek omhoog naar het Slaakhuys en toen naar Floyd achter het stuur. Hij wees naar het gebouw en legde toen zijn hand op zijn wond.
‘Sas, doe normaal,’ zei Nora nog steeds met haar dubbelloops op het hoofd van Blue Eyes gericht, ‘ik heb hem nodig voor mijn ‘Ballen zonder pegels’-project. Je weet toch dat ik echte mensen gebruik voor mijn kunst?’
‘Daar komt niets van in,’ riep Sacha terwijl ze langzaam naar Nora toe liep, ‘dit is mijn speeltje.’
‘Kutwijf. Ik heb alleen maar zijn ballen nodig, meer niet.’
‘Als je dat maar laat.’
‘Eh, dames,’ begon Mickey voorzichtig, ‘er moet toch een vreedzame oplossing zijn voor dit probleem?’
Vanuit zijn ooghoek zag hij het pistool dat Sacha vasthield zijn richting op wijzen. Geschrokken keek hij weer voor zich en sloeg zijn benen over elkaar om zijn edele delen te beschermen. Er werd een schot gelost, dat vlak naast zijn been in de bank verdween.
‘De benen wijd, graag,’ zei Sacha weer met haar pistool gericht op Nora, ‘dan kan Nora hier zien wat voor vlees we in de kuip hebben.’
‘Laat het me er dan ook meteen vanaf halen,’ zei Nora.
Sacha keek haar boos aan.
‘Wat nou? Kijken en niet kopen? Dat is gewoon niet mijn stijl.’
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
woensdag 3 augustus 2011
Ballen zonder pegels - deel 20
Labels:
avonden,
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten