‘En hoe kom ik binnen,’ fluisterde Eduardo voor de deur.
Toen viel hem opeens op dat het slot kapot was. Iemand was hem al voor geweest. De Latino trok de deur open en hield de revolver voor zich uit. Hij stapte naar binnen en trof een rommeltje planken, kapotte meubels aan en twee verdwaalde fietsen. De traptreden rechts van hem maakten geluid, alsof er iemand op liep. Eduardo sloop de trap op en keek omhoog. De persoon die voor hem liep was al verder boven. De barman klom verder de trap op, maar stopte even toen de stappen boven hem ophielden. Er ging een deur open.
Eddy Nigma stapte naar binnen. Hier was de geur van rottend vlees het sterkst. Er was weinig licht in de ruimte, maar midden in de kamer ontdekte Nigma een groot blok. Hij liep erheen. Van dichtbij kon de rechercheur ook niet ontdekken wat het moest voorstellen. Dit was de oorzaak van de stank. Met zijn Colt prikte hij in de substantie. Het bleek zacht te zijn. Toen hij bijna over zijn nek ging, deed hij een paar stappen naar achteren. Hij struikelde over iets dat op de grond lag. Hij pakte het op. Het voelde als een koud lichaamsdeel. Na enig voelen bleek het dat ook te zijn. Van schrik kroop hij achteruit. Zijn ogen begonnen te wennen aan het licht. Nu pas zag Eddy Nigma de lijken aan het plafond hangen. Op de vloer lagen her en der donkere plekken of plasjes donkere vloeistof. Vlakbij het gevaarte in het midden van de ruimte lag wat gereedschap. Een spijkerpistool, een ijzerzaag, hamer en wat spijkers. Ook lag er een koffiekan van een koffiezetapparaat op zijn kant.
De rechercheur liep richting de paar streepjes licht die verraadden waar het raam was. Hij moest de gordijnen opendoen om alles goed te kunnen zien. Ook hoopte Eddy Nigma dat alles dan wat minder angstaanjagend zou worden. Hij voelde zich niet op zijn gemak in het gezelschap van zoveel lijken en ongebruikelijk gereedschap in een huis. Het was net of hij weer in het lijkenhuis stond. Het enige wat nog ontbrak waren de lijken op een tafel met een kaartje aan de teen. En een lijkenschouwer die autopsie aan het plegen was. Eddy Nigma schoof de gordijnen open en er viel onmiddellijk licht naar binnen. De rechercheur draaide zich om. Hij zag een vrouw op de bank zitten, maar zag niet wie het was. Zijn ogen moesten nu wennen aan het licht.
‘Ik heb een pistool op je gericht,’ zei de vrouw vanaf de bank.
Eddy Nigma hief zijn pistool in de richting van de bank.
‘Hoe ben jij hier beland,’ klonk het weer.
‘Wie ben je,’ vroeg de stem weer, ‘en wat doe je in mijn huis?’
‘Eddy Nigma. Rechercheur. Er is iemand op straat neergeschoten vanuit dit gebouw.’
‘Dus breek je maar even in? Dat is ook onbeleefd.’
Eddy Nigma herkende de stem. Ook het gezicht kwam hem bekend voor.
‘Helena?’
Eduardo ‘De Latino’ keek om de hoek van de deuropening de ruimte in. De mensen in de kamer hadden hem niet opgemerkt. Hij zag een voor hem onbekende man bij het raam staan, met een pistool gericht naar de andere kant van de ruimte. Met twee handen klemde hij de revolver vast. Hij stond met zijn rug tegen de muur en haalde een paar keer diep adem. Toen keek hij weer. Hij zag de vrouw op de bank en schrok. Hij herkende haar meteen. Langzaam en licht bevend richtte hij het pistool. Zijn vinger lag op de trekker. De vrouw op de bank kwam net overeind en zette een paar stappen naar het raam. Ze hield ook een pistool vast, net als de man bij het raam.
‘Nora,’ siste Eduardo zacht, ‘jij gore balzakverminkende bloedzuiger.’
De barman haalde de trekker over.
Wordt vervolgd...
M.S.
Vorig deel gemist? Klik hier. Volgend deel lezen? Klik dan hier.
donderdag 4 augustus 2011
Ballen zonder pegels - deel 21
Labels:
Ballen zonder pegels,
kort,
Miguel Santos,
nieuw,
proza,
Rotterdam,
Slaakhuys,
verhaal
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten