Dat was een beetje de toon van het eerste telefoontje dat ik ontving vandaag. Uiteraard had Aphrodite een heel goed punt, behalve dat ik dan net wakker was. Echt. Gisterochtend gebeurde precies hetzelfde. Met als enig verschil dat ik me vandaag iets beter voel. Dus om de vraag te beantwoorden: er ligt nog een aardige to do-list te wachten, te schreeuwen om afgemaakt te worden. En dat gaat gebeuren de komende zes uur, voor ik vertrek naar Katendrecht voor een voordracht. In het kader van vriendschap, het zal mij benieuwen. Ik denk dat ik daarvoor dit meeneem, maar moet daar nog even over beraadslagen. Komt ook nog in een nog te verschijnen dichtbundel, maar daarover later meer. Moet vanavond in ieder geval tien minuten vullen, dat zit wel snor. Iets met vriendschap, en dan eigen keuze.
Straks eerst maar eens werk maken van de roman die ook nog uit moet komen, '71|17'. Zo blijven we bezig, en is het eigenlijk heel terecht dat Aphrodite de beginvraag stelde. Ik heb geen idee. Nou dan, zegt ze, hop aan de slag. En lachen. Positief blijven. En anders denk je maar aan mij. Lijkt me een goed plan, anders word ik nooit een groot schrijver, natuurlijk. De muzes, daar draait het allemaal om. Aphrodite knikt streng, tapt met haar voeten op de grond. Twee woorden, negen letters. Ik ga al, ik ga al. Mag ik daar een muziekje bij?
M.S.
donderdag 28 februari 2013
Doorgaan
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten