Ik ben gestopt met roken.
Ik rookte niet
zomaar wat
of weinig, nee-
ik rookte je gelach
met diepe teugen
lange halen,
zachte of schrale
lippen, maar
altijd gingen ze gladjes
over de rookwaar.
En hoe ze uit de verpakking
kon glippen, ja,
dat was al een genot op zich.
Soms zuchtend
zacht kreunend
van verlichting
en naar lucht happend,
maar altijd met gepaste
ontlading,
bevrijding bijna.
Ik rookte niet
zomaar wat
of weinig, nee-
ik rookte met kracht
omsloten door loopwaar,
deed me likkebaarden
zweten, hijgend
kwijlen, huilen
en nu mijn tong uitstekende
want er kwam
geen
einde aan die rokerige smaak.
Toch ben ik gestopt met roken.
Ik rookte niet
zomaar wat,
of weinig, nee-
ik rookte zoals je geslacht was.
M.S.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten