I
kale vlaktes maken
van obstakels
grote reuzen die
met winden smijten
hulpkreten die gebaseerd zijn
op verdwaaldheid
reiken elkaar nauwelijks
de helpende hand
toch klinken er
holle echo's
toch klinken er stemmen
die tot niets zeggen leiden
in de verte
niets opjaagbaars te zien
noch redenen om aan te nemen
dat het gevoel wederzijds is
II
een verwarrend landschap
dat is het
wat dit is
het is gewoon te veel
te veel mensen
te veel problemen
te veel heuvels
om te nemen
te weinig oplossingen
te veel leegte
in het opvullingsmateriaal
te veel verwarring
te weinig wijzen
om wegwijs te worden
een verwarrend landschap
dat is het
wat dit is
in alles bevinden zich rondjes
zet het dan maar eens
op een lopen
III
als ik weer eens
in een huilsessie zit
met mijn bleke psychologe
weet ik vaak niet
waar ik het zoeken moet
zij probeert me
met sikkelvormige lachjes
aan het schitteren
te krijgen; schaapachtig
doe ik maar mee alsof
zelfs mijn schaduw
hult zich regelmatig
in mantels van duisternis
om maar te zwijgen
van de aura
van mijn psychologe
die zoals de nacht ziet
nooit heb ik haar verteld
dat regendruppels
voor mij tranen zijn
ook zwijg ik over waarheden
over dat natuur niet ontstaat
maar wordt gemaakt
tot decor van het theater
waarvan de Dood
de regisseur is
het enige oprechte moment
van zo'n huilsessie
is als we eindigen
met het hart onder de riem gestoken
en een applausje voor jezelf
M.S.